Elektro Chemische Industrie

Op de plaats van deze fabriek lag een watermolen, de Bovenste Molen 1, gelegen op het Klein Hellegat, een tak van de Roer. De molen was eigendom van de Munsterabdij en het Kartuizerklooster Bethlehem, welke in 1797 door de Fransen werden onteigend. In 1798 werd de molen aangekocht door een consortium, de Compagnie Mattheï, Compans, Magnée, Burghoff en Janssen.

In 1807 werd de papiermolen van het consortium Burghoff, Magnée & Co (BM & Co) gebouwd en in 1838 werden de gebouwen van de naburige wolspinnerij opgekocht. In 1918 werden de molens gekocht door een ander consortium van ondernemers, de NV Het Steel, welke op deze plaats een fabriek voor aardappelmeelproducten bouwde. Voor deze NV werd in 1920 de waterkrachtcentrale gebouwd. Het Steel ging echter failliet en in 1926 werd de centrale en een deel van de bedrijfsgebouwen overgenomen door het Deventer voedingsmiddelenconcern Noury & van der Lande. Deze vestigde hier de Elektro Chemische Industrie, welke langs elektrochemische weg peroxidesulfaten vervaardigde die in de zeep- en levensmiddelenindustrie gebruikt werden.

Noury & van der Lande, en daarmee ECI, werd in 1967 onderdeel van het AKZO-concern. In 1974 werd de productie van ECI gestaakt en raakten de bedrijfsgebouwen in verval. Later werd een deel van de gebouwen gerestaureerd. Een deel werd ingenomen door de ECI Cultuurfabriek, terwijl ook diverse bedrijven in de gerenoveerde panden gevestigd werden.

Zie de categorie Fabriekscomplex ECI van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.