Dooi in Gent

Dooi in Gent is een schilderij van de Belgische kunstschilder Albert Baertsoen (1866-1922), tentoongesteld in het Museum voor Schone Kunsten te Gent.

Dooi in Gent van Albert Baertsoen
Huis van Albert Baertsoen in Gent

Achtergrond

Albert Baertsoen had zijn atelier aan de Coupure in Gent en schilderde wat hij die barre, koude winterdag zag. Het begon net te dooien en het wit van de sneeuw was in tweegevecht met het groezelige bruin van de stad. Het schilderij straalt een weemoedige sfeer uit door het somber en donker coloriet. Men ziet warm ingeduffelde passanten die voorbij stappen. De besneeuwde boten zitten waarschijnlijk nog vast in de bevroren Leie, een niet onalledaags gezicht in die tijd.[1]

Het schilderij is onafgewerkt, te merken aan de voorbereidende tekenlijnen die nog zichtbaar zijn. Hij zette eerst een weloverwogen en minutieuze compositie op het doek, die hij afwerkte met dikke lagen verf. Het definitieve resultaat Le dégel hangt in het Parijse Musée D'Orsay. Kunstliefhebbers vinden de voorbereidende en onafgewerkte versie in het MSK Gent mooier dan de definitieve versie in Parijs. Of zijn het de vormloze figuren die op de brug staan die een mysterie vormen? De passanten hebben nog geen gezicht of enkelen zelfs geen hoofd, maar net daardoor is het alsof ze intens verkleumen van de koude.

Gent en zijn stadsschilder

Alhoewel Baertsoen in vele Vlaamse steden schilderde, maar ook in Londen, is hij vooral de stadsschilder van Gent. Daarnaast had hij een varend atelier waarmee hij langs Nederlandse rivieren en kanalen trok. Toch keerde hij telkens terug naar de stad waar hij geboren was en altijd heeft gewoond.

Het Gent met grachten en kaden, oude gebouwen en steegjes, was in zijn doeken vaak gehuld in atmosferisch licht met aandacht voor weerkaatsend water. Sommigen verklaarden het zwaarmoedige in zijn werk door zijn afkomst: enige zoon van een textielbaron, met een aristocratische opvoeding in de Franstalige bourgeoisie van Gent. Hij zou zijn vader opvolgen; toch kreeg hij alle kansen om schilder te worden.

Karel Van de Woestyne, een van de eerste kunstcritici, schreef bij het overlijden van Albert Baertsoen:

Hij, de dubbele Gentenaar, al te zeer geworteld in den grond zijner geboortestad, al te zeer bevangen in de engheid van den stand waartoe hij behoorde, en die daardoor reeds niet ontsnappen kon aan pessimisme

Een rijke buurt in Gent

Op de hoek van de Coupure en de huidige Albert Baertsoenkaai (toen Bijlokekaai) bouwden de ouders van de schilder in 1889 een huis met atelier voor hem. De woning staat er nog steeds. Hij zag de binnenschepen op de Coupure, die daar in de Leie stroomt, met hun vracht voor de fabrieken en de industriële nijverheid in de vervuilde binnenstad. De Verlorenkostbrug over de Leie, vlak voor zijn deur, verbond de Bijlokekaai met de Nederkouter met op de linkeroever de Lindenlei en aan de andere kant van de rivier de achterkant van de Nederkouter.

De Coupure trok op het einde van de negentiende eeuw rijke families aan die daar stijlvolle huizen optrokken. De Verlorenkostbrug werd vernieuwd en de straat verbreed. Oude panden moesten wijken voor mondaine paviljoenen die vlak aan de Leie-oever, aan de achterzijde van de Nederkouter werden gebouwd. Architect Georges Hobé verbouwde in 1907 Baertsoens huis, enkele jaren na de voltooiing van Dooi in Gent. Een ruim verlicht atelier met uitzicht op de Leie strekte zich uit over twee verdiepingen, anno 2019 verbouwd tot woonruimten.

Gent, honderd jaar later

De Verlorenkostbrug zoals Baertsoen ze kende en schilderde was fonkelnieuw. Twee pompeuze bronzen beelden die de nieuwe brug versierden, vallen net buiten het schilderij. Ze werden tijdens de Eerste Wereldoorlog door de Duitse bezetter omgesmolten tot oorlogswapens. Na de Tweede Wereldoorlog moest ze opnieuw worden heropgebouwd. De lindebomen aan de Lindenlei op de linkeroever zijn er nog steeds. Verder in de straat ligt de Cercle Royal Artistique et Littéraire, de Gentse kunstenaarsvereniging waar Baertsoen lid van was. De overzijde, de rechteroever aan de achterzijde van de Nederkouter valt vandaag op door zijn chaotische architectuur. Een enkel rivierpaviljoen is er nog te zien.  De werkhuizen, met onder meer die van de Gentse pianobouwer Van Hyfte, die vlak tegen de Leie lagen, zijn allemaal afgebroken. Misschien zou Baertsoen het voormalige Justitiepaleis met zijn witte kalkstenen gevels nog herkennen.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.