Derdenrekening

Een derdenrekening (voluit derdengeldenrekening) of kwaliteitsrekening is een aparte bankrekening die door notarissen, gerechtsdeurwaarders en Belgische advocaten gebruikt wordt voor betalingen van en aan meerdere derden.[1] Een bijzondere derdenrekening is een rekening die gebruikt wordt voor één specifieke derde of voor één specifieke zaak. Notarissen en gerechtsdeurwaarders zijn wettelijk verplicht een derdenrekening aan te houden.

Advocaten die eveneens beroepshalve geld van derden ontvangen, hebben in Nederland geen wettelijke verplichting van een derdenrekening. Voor Belgische advocaten is een derdenrekening vanaf 1 juni 2014 wettelijk verplicht.[2]

Nederland

Doel van een derdenrekening

Derdenrekeningen worden gebruikt om namens cliënten bedragen te incasseren, of om tijdelijk de bedragen veilig te stellen. De Wet op het notarisambt (Wna) en de Gerechtsdeurwaarderswet verplichten deze beroepsgroepen gelden van cliënten die zij tijdelijk onder zich hebben op een aparte rekening te zetten. Doel is deze gelden gescheiden te houden van het kantoorvermogen van de notaris of de deurwaarder ter bescherming van oneigenlijk gebruik of faillissement.

In een arrest van de Hoge Raad uit 1984 inzake het faillissement van notaris Slis-Stroom is bepaald, dat "derdengelden die een notaris onder zich hield, in diens failliete boedel vielen". Volgens de Hoge Raad had dit voorkomen kunnen worden als de gelden op een zogeheten "kwaliteitsrekening" waren gestort. In de jaren negentig zijn ter bescherming van derdengelden diverse regelingen getroffen.

Aard en omvang van derdenrekeningen

Notaris

De notaris mag de derdengeldenrekening alleen gebruiken voor geldstromen waar hij of zij direct bij betrokken is. De notaris moet dus werkzaamheden hebben verricht voor derden waaruit een betalingsverplichting volgt van de ene partij aan de andere partij. De meest voorkomende werkzaamheden van de notaris zijn de transporten van registergoed. De koper dient de koopsom te storten op de derdenrekening van de notaris waarna deze de akte doet passeren. Eerst nadat de eigendomsoverdracht in het Kadaster geregistreerd is, wat minimaal enkele dagen duurt, zal de notaris de koopsom doorstorten naar de verkoper.

Bij het kopen van een huis zal de bank de hypotheeksom eerst op de derdenrekening van de notaris storten en pas nadat de leveringsakte is gepasseerd en aan alle formaliteiten is voldaan, zal de notaris het bedrag als koopsom overmaken naar de verkoper van het huis. Op deze manier is er garantie dat de bank de hypotheek uitbetaalt, de bank heeft tegelijkertijd zekerheid dat zij het geld niet kwijt is wanneer (bijvoorbeeld) blijkt dat er geen hypotheek gevestigd kan worden op het huis en de verkoper heeft zekerheid dat hij de koopsom ontvangt.

De notaris heeft ten aanzien van de derdenrekening geheimhoudingsplicht.[3] In januari 2012 is een beperkte informatieplicht opgenomen in de Wna.[4][5] Het gaat hier om verstrekking van gegevens, niet van documenten. De geheimhoudingsplicht geldt niet ten aanzien van het BFT.

Gerechtsdeurwaarder

Een gerechtsdeurwaarder zal in de executie-fase alle gelden op zijn derdenrekening laten storten. Vanaf de derdenrekening wordt het vervolgens overgemaakt naar de opdrachtgever.

Regels en toezicht

Voor notarissen is het houden van een derdenrekening geregeld in de Wet op het notarisambt. Voor deurwaarders in de Gerechtsdeurwaarderswet.[6]

Het toezicht op derdenrekeningen bij notarissen en gerechtsdeurwaarders ligt bij het Bureau Financieel Toezicht (BFT).[7] Bij notarissen houdt het BFT naast financieel toezicht eveneens toezicht op de kwaliteit en integriteit van een notaris. Het BFT doet kwartaalreportages. Als blijkt dat het saldo van de derdenrekening van een notaris minder is dan de vorderingen van derden (negatieve bewaringspositie) dient het BFT een klacht in bij de Kamer van het notariaat. Het toe-eigenen van derdengelden is binnen het notariaat een doodzonde. Zo'n notaris zal door de tuchtrechter uit het ambt gezet worden.

Het toezicht op gerechtsdeurwaarders is voornamelijk preventief. Hiermee wordt geprobeerd de derdengelden onder een gerechtsdeurwaarder te waarborgen bij een eventueel faillissement van de deurwaarder.

Advocaten in Nederland

In Nederland zijn advocaten verplicht een derdenrekening aan te houden, tenzij de advocaten geen gelden van derden (zullen) ontvangen. Als dit het geval is, dient dit gemeld te worden aan de Deken van de locale orde van advocaten en is het betreffende advocatenkantoor vervolgens van de verplichting ontheven. De regels voor derdengelden bij advocaten in Nederland zijn bepaald in de Verordening op de administratie en de financiële integriteit (Vafi) van de Nederlandse Orde van Advocaten die sinds 1 juli 2009 van kracht is.[8] Het toezicht over het beheer van derdengelden bij advocaten ligt bij de eigen orde. Door derdengelden via een stichting te laten lopen is ook bij advocaten in principe gegarandeerd dat gelden voor derden niet getroffen worden door een faillissement van de advocaat.

België

In België is de advocaat vanaf 1 juni 2014 wettelijk verplicht gelden van cliënten onder te brengen op een derdenrekening bij een financiële instelling aangesloten bij de Nationale Bank van België of bij de Deposito- en Consignatiekas. Deze rekening mag nooit debet staan, mag nooit als zekerheid voor krediet dienen en elke vermenging van de derdenrekening met andere bankrekeningen is uitgesloten. Gelden mogen maximaal 2 maanden op een derdenrekening staan. Niet teruggevorderde bedragen moet de advocaat binnen 2 jaar na afsluiting van het dossier doorstorten aan de Deposito- en Consignatiekas. De gerechtigde heeft 30 jaar de tijd om het alsnog bij de kas op te vragen. Ook een vastgoedmakelaar moet een Derdenrekening hebben en alle Derdengelden moeten op deze Derdenrekening worden geplaatst.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.