De wraakgier

Tom Poes en de wraakgier (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot De wraakgier) is een verhaal van Marten Toonder uit de Tom Poes-reeks dat uitkwam in 1956. Het thema van het verhaal is wraak.[1]

Het verhaal

Tom Poes[2] heeft aangemonsterd op de Albatros als niet-betalend passagier en helpt derhalve mee op het schip. Na het schoonmaken van het dek ontdekt hij een lek. Dat blijkt ontstaan in de zoetwatertank, die helemaal leeg is gelopen. Noodgedwongen moet kapitein Wal Rus daarom het anker laten vallen voor het eiland Knekelpiek. Hij en Tom Poes gaan op onderzoek uit in het stadje. Matroos Pekelharing had hen erheen geroeid in een sloepje en wacht af.

Vrijwel niks blijkt in dit land overeind te staan. De stad wordt bewoond door naargeestige gieren die voortdurend wraak op elkaar nemen en elkaars bezittingen op hebben geblazen. En iedere daad lokt een nieuwe wraakactie uit. Sommige vetes zijn al jaren aan de gang, en kunnen beginnen met het kleinste ongelukje. In een café waar de kapitein water probeert te kopen ziet Tom Poes dat iemand vergif in het glas van een ander doet, en waarschuwt de drinker. Dit lokt een storm van woede uit, op "die buitenlanders, die zich maar met onze zaken bemoeien! Dat schreeuwt om wraak!" De kapitein knokt zich uit het café en samen met Tom Poes vlucht hij weg. Onderweg bemachtigen ze bij toeval een vat water , maar krijgen een horde woedende gieren achter zich aan. Snel varen ze in het sloepje weg.

De oudste gier van Knekelpiek, Kriegel, is echter als drenkeling op de Albatros beland. De kapitein zet hem in een sloepje overboord.[3] Kriegel komt echter in botsing met de boot van Wammes Waggel en Heer Bommel. De twee maakten een zeiltochtje voor hun plezier. De drenkeling wordt door hen opgepikt en mee terug genomen naar de haven van de stad Rommeldam. In de haven worden ze op hun beurt geramd door de patrouilleboot van de havenmeester, die commissaris Bulle Bas aan boord heeft. De commissaris moet vervolgens drie drenkelingen aan boord hijsen onder de uitroep: “Altijd Bommel, altijd dezelfde.”

In Rommeldam verbaast de wraakgier zich over het lage wraakgehalte in de samenleving. Hij treft zo burgemeester Dickerdack aan bij een spottekening op een schutting met de tekst: “Dikke dak is gek”

Maar de burgemeester besteedt er tot teleurstelling van wraakgier Kriegel weinig aandacht aan. Laatstgenoemde vertelt aan heer Bommel dat de stad met zo’n burgemeester zijn ondergang tegemoet snelt. De burgemeester voelt zich gesterkt door de woorden van de hem onbekende vreemdeling. Ambtenaar eerste klasse Dorknoper heeft problemen met het varkenshok van landbouwer Slobbersma. Bouwen zonder bouwvergunning is niet toegestaan, ook op eigen erf. De overheidsdienaar krijgt een harde tik maar weet zich eveneens gesteund door de wraakzuchtige toespelingen van de onbekende vreemdeling. Twee politieagenten stellen snel orde op zaken op het erf van de landbouwer.

Overtredingen worden echter in principe opgeschreven door de politie of ambtenarij en vervolgens voorgelegd aan de rechter. "Eigen rechter spelen mag niet". Op Bommelstein treft Tom Poes tot zijn verbazing Kriegel aan bij zijn vriend op zijn kasteel. De wraakgier herkent Tom Poes na een poosje. Kriegel is net als alle andere gieren maar zijn geheugen is niet meer zo best, dus hij houdt zijn vetes voortaan in een notitieboekje bij, zoals hij gezien heeft in Rommeldam. Kriegel leert Rommeldam kennen en het treft hem dat de tegenstelling met Knekelpiek wel groot is, en hij besluit voorlopig te blijven... om dit slappe volk te leren weer sterk te worden! Hij begint met brandstichting bij slot Bommelstein, maar wordt betrapt door Bulle Bas en ziet de brandweer een spuitravage aanrichten om het kleine brandje te blussen. Bulle Bas en Heer Ollie beklagen zich bij burgemeester Dickerdack over de brandweer, maar die heeft meer oor voor de ouderwetse opvattingen van de wraakgier. Burgemeester Dickerdack vindt het allemaal wel vermakelijk en benoemt Kriegel tot onbezoldigd "gemeentebewraker", bij wijze van scherts. Hij geeft hem een sheriffster, die hij van zijn zoontje had afgepakt. De burgemeester waarschuwt hem nog wel om geen eigen rechter te spelen.Kriegel begint met Rommeldammers tegen elkaar op te zetten. Het eerste treffen vindt plaats tussen de brandweer en heer Bommel. Landbouwer Slobbersma neemt wraak op de wraakgier, maar krijgt van toesnellende Rommeldammers een flink pak slaag als straf.

Wal Rus herkent de wraakgier en werpt hem op grond waarna hij in een cel wordt gestopt. Journalist Argus maakt een wraakverhaal uit de mond van Kriegel voor de Rommeldamse Koerier. De teneur is dat er een frisse wind waait door Rommeldam. Na dit krantenartikel spoedt Heer Bommel zich naar zijn buurman, Markies de Canteclaer. Hij krijgt echter ruzie met hem en noemt hem een "boleet", hetgeen wordt genoteerd door de wraakgier en bij de rechtbank de kasteelheer 7 dagen cel oplevert.

Burgemeester Dickerdack stuurt commissaris Bas naar Stuipendrecht.[4] De wraakgier had hem ingefluisterd dat er tol geheven zou gaan worden over het kanaal tussen de twee gemeenten. De burgemeester wil niet weten of er geschoten moet worden, maar wijst op het roemruchte verleden van de stad Rommeldam. Tom Poes schakelt de wraakgier tijdelijk uit en schrijft in zijn boekje dat Bulle Bas bewraakt moet worden . De wraakgier speelt eindelijk weer voor eigen rechter en zaagt de brug door waar het politiekorps overheen loopt en zo in het kanaal verdwijnt. Na redding door de Stuipendrechtse sluiswachter Natters laat Tom Poes Bulle Bas zien wie de dader is.[5]

Als de commissaris rapport uitbrengt bij de burgemeester zegt deze dat hijzelf een sufferd is. Hij heeft zich een beetje vergist, want je moet nooit een wraakgier vertrouwen. Bulle Bas krijgt de opdracht Kriegel te arresteren. Door de hele stad worden aanplakbiljetten met tekening opgehangen. Alle vonnissen van de rechter op basis van getuigenissen van de wraakgier worden teruggedraaid en Heer Bommel en Wal Rus komen ook vrij.[6]

Tom Poes vindt Kriegel zijn notitieblok bij de door de wraakgier neergeslagen Heer Bommel. Hij schrijft op dat de wraakgier wraak moet nemen op Kriegel. Hij geeft het boekje terug aan Kriegel, die leest dat hij zelf bewraakt moet worden vanwege zijn gedrag. Zijn hele leven heeft hij eigen rechter gespeeld en niets dan ellende verspreid. De schellen vallen hem nu van de ogen. Tom Poes begeleidt hem naar de haven, waar kapitein Wal Rus de “landkakelobbes’’ herkent. Kriegel schreeuwt nu dat hij bewraakt moet worden en de kapitein houdt het praktisch. Hij zal hem afzetten op het eiland Knekelpiek. Dat is recht en wraak genoeg. Kriegel keert in diepe depressie terug naar Knekelpiek, onder de goede zorgen van kapitein Wal Rus.

Tom Poes keert terug naar Bommelstein om deze goede afloop te melden. Kriegel had werkelijk spijt! Tot zijn schrik ziet hij dat zijn vriend een opschrijfboekje heeft. Hij nodigt Tom Poes uit voor een avondbezoek aan Bommelstein een dag later. Als Tom Poes die avond door Joost wordt ontvangen blijken er al gasten binnen te zijn. De markies, de burgemeester, en de commissaris luisteren naar Heer Bommel die de bewrakinsgedachte wil verdrijven met een eenvoudige doch voedzame maaltijd. "Dit is de wraak van een heer Tom Poes, als je begrijpt wat ik bedoel."

Voetnoot

  1. Het weekblad Revue publiceerde een bewerking als ballonstrip: Tom Poes en de wraakvallei
  2. Heer Bommel zit thuis met een goed boek.
  3. Wal Rus zegt tegen Tom Poes dat wraakgieren overgehaalde netelkwallen zijn.
  4. Het stadje ligt 5 km ten westen van Rommeldam.
  5. Kenmerkende voetafdrukken en een zaag.
  6. Het nieuwe vonnis stelt: “De getuige was onbetrouwbaar en "boleet" is geen scheldwoord.”
Voorganger:
De giegelgak
Bommelsaga
19 juli 1956 - 2 november 1956
Opvolger:
Het mengeldier
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.