De nozellarven

Tom Poes en de nozellarven (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot De nozellarven) is een verhaal uit de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het verhaal verscheen voor het eerst op 20 oktober 1959 en liep tot 30 december van dat jaar.

Het verhaal

Niet ieder land kent welvaart. Er bestaan gebieden waar in berusting nog grote ontberingen worden geleden. Een voorbeeld is Drasgloom, dat is gelegen tussen de uitgestrekte Oempfmoerassen.[1] De zon schijnt er nooit, en sinds onheugelijke tijden hangen moerasgassen over de soppige bodem. Na gedane arbeid rest de bewoners niets anders dan zwijgend in de dikke mist te staren.

Heer Ollie telt tevreden zijn geldopbrengst van De windhandel. Hij brengt een bezoek aan zijn buurvrouw Anne Marie Doddel, die hem vraagt wat hij met zijn nieuw verworven geld gaat doen. Zelf is ze bezig een borstrok te breien voor de onderontwikkelde gebieden, die heer Zielknijper onder haar aandacht had gebracht.[2] Desgevraagd ontlokt ze bij heer Ollie de opmerking dat hij een school zal gaan stichten. Een opvoedcentrum, een Olivier B. Bommel Centrum.

Ambtenaar Dorknoper heeft nog een oude rekening open staan bij heer Bommel wegens de illegale opbouw van slot Bommelstein[3]. Hij deelt mee dat hij uit de belastbare top is gesprongen, zodat hij meer belasting moet betalen dan hij aan inkomsten van de windhandel heeft genoten.[4] Gelukkig komt de heer Zielknijper samen met Doddeltje langs en hij weet nog wel een op te heffen gebied, Drasgloom. Heer Bommel zal daar zijn geld aan gaan besteden als fiscale aftrekpost. De ambtenaar eerste klasse druipt af, nadat hij deze fiscale aftrekpost met tegenzin accepteert. Maar hij zal Drasgloom blijven volgen! Heer Zielknijper wil vooral geld hebben voor het sturen van radio’s, televisies, bromfietsen,machines, begeleiders en voorlichters. “Stort uw geld en wij gaan werken.” Bij zijn zoektocht naar het gebied Drasgloom in zijn bibliotheek, komt Tom Poes binnenlopen. Ook de burgemeester Dickerdack betreedt het vertrek met heer Zielknijper. Tegen de zin van de burgemeester en heer Zielknijper besluit heer Bommel zelf naar het op te heffen gebied te gaan. Zo kan hij zelf leiding geven en heeft hij een verzetje. Tom Poes moet mee om de kaart te lezen. Maar er ontstaat onderweg ruzie over de uitgesproken tekst. Tom Poes wijst vanuit de kaart op onzichtbare wegen en levensgevaarlijke moerassen. Heer Bommel besluit dat Tom Poes in zijn opvoedcentrum thuis hoort. Laatstgenoemde zegt slechts: “Hm”. Maar onder het bord, dat naar de Oempfmoerassen wijst, zakt de Oude Schicht reeds in de modder weg. Gelukkig bereiken ze een herberg: “De Zwarte Modderkruiper”, om daar even op verhaal te komen. Binnen trommelt een trommelaar een somber lied. Het getrommel werkt heer Bommel op de zenuwen en hij laat hem door de waard wegsturen. Midden in de nacht wordt hij weer wakker van het getrommel en gooit water over de trommelaar, die in boosheid ontsteekt. Heer Bommel wil niets met hem te maken hebben.

Drasgloom is een modderige en nevelige enclave in een moeras, waar de bevolking een traditioneel maar armelijk bestaan leidt. Het is alleen maar aan de hand van een gids te bereiken, maar heer Ollie had deze luidruchtige trommelaar, Sim Slingervinger geheten, zodanig weten te ontstemmen dat hij op eigen houtje lopend met een kaart het moeras in gaat met alle gevolgen van dien. Door de goede woorden van Tom Poes tegen de gids en wat geld[5] wordt de kasteelheer toch nog door de gids gered en bereiken ze toch Drasgloom. Sim Slingervinger legt onderweg uit dat er larven, zogenaamde nozels, in het moeras wonen. Ze komen uit het ei en zijn onnozel. In het moeras worden ze nozel en na deze puberteit in het moeras klauteren ze de vaste grond op en worden volwassen en zijn weer onnozel, maar wel een echte Drasglomer. Heer Bommel maakt zich aan de Drasglomers bekend als heer van stand, maar de moerasbewoners houden het op een heer uit de stad. Maar door alle ontberingen valt hij ter plekke flauw en ontwaakt een dag later in het hooi van gastheer Garg met Tom Poes naast hem.

Heer Ollie doorziet de situatie al snel en besluit om een Olivier B. Bommelcentrum te laten bouwen. Dit om de bevolking op te heffen en de jeugd, die in het moeras als nozels hun volwassenheid afwachten, onderwijs te bieden. Want ook gastheer Garg jaagt de nozels met een steen weg uit het moeras met de zin: “Bah, kinderen hinderen.” Heer Bommel is het er niet mee eens maar verandert van mening als hij wat later in het moeras wordt getrokken en Tom Poes hem maar ternauwernood kan redden. Hij noemt ze dan wel “schurken ” en “tuig”. Vervolgens krijgen de Rommeldammers ook geen eten van hun gastheer. Want voor eten moet men werken en in Drasgloom speelt geld inderdaad geen rol. Tom Poes biedt aan eetbare paddenstoelen te gaan zoeken.

Gids Slingervinger krijgt voldoende geld om te zorgen dat er bouwmaterialen per parachute landen, maar hij voegt er op eigen initiatief ook blikken erwtensoep aan toe om de Drasglomers, de bouwvakkers, te voeden. En voedsel blijkt het betaalmiddel in Drasgloom. Al gauw is het gebouw klaar, maar door de zwakke ondergrond is alleen het dak zichtbaar. Er zitten tien verdiepingen in de grond, waar vensters uitzicht geven op de nozels in het moeras. De Drasglomers zien gelaten het gebeuren aan, zodat heer Ollie besluit zich dan maar weer op de nozellarven te richten. Het gebouw van tien verdiepingen staat bijna geheel onder de grond, zodat door de ramen de nozellarven goed te volgen zijn. De baker vindt het als enige prettig dat ze zo haar woelwaters, nozellarven, door het glas kan gadeslaan. Heer Bommel wendt zich weer tot de volwassen Drasglomers en besluit officieel het Olivier. B. Bommel Centrum te gaan openen. Maar na een aantal keren “Hm” te hebben gehoord van Tom Poes, besluit hij het openen wat al te letterlijk op te vatten.

Heer Bommel laat door het eigenhandig openen van een raam[6] de nozellarven binnen en dit wordt een volkomen catastrofe. Want het weghalen van de nozels uit hun vertrouwde moeras leidt tot grote, door de baker van de kleintjes aangevoerde onvrede onder de onnozele bevolking. Men besluit de vreemdelingen uit Drasgloom te verdrijven. Tom Poes weet intussen met een eigen lied de gids op te trommelen met hulp van een leeg soepblik.[7] Samen met Sim Slingervinger vluchten ze door het moeras, nadat Tom Poes zijn benarde vriend met een lassoworp van het dak van zijn ondergelopen Centrum had gered. De verdreven gids besluit met hulp van heer Ollies geld een muzikale carrière op te gaan bouwen als beroepstrommelaar. De Oude Schicht lijkt de moddertocht goed te hebben doorstaan, maar geeft er juist voor het huisje van Doddeltje de brui aan. Dat komt wel goed uit want ze wordt meteen uitgenodigd voor de slotmaaltijd en gedrieën lopen ze naar het kasteel.

Aan de belangstellende heer Zielknijper legt Heer Ollie ontstemd uit dat hij heel wat overvloed heeft afgestaan door in de modder af te dalen. Bij het afsluitend etentje van de twee vrienden en Doddeltje heeft Joost de televisie wat hard staan. Het geluid is van de trommelaargids Sim Slingervinger.[8] Tom Poes vindt het prettig dat hij een nieuwe broodwinning heeft gevonden. Bij afscheid had de kasteelheer hem wat bankbiljetten overhandigd. Sim was er niet blij mee want hij was zijn baan als gids kwijtgespeeld in Drasgloom. Heer Bommel zet de televisie uit omdat hij het lied niet mooi vindt. Tom Poes ziet het toch een slagje anders. Zonder de liedjes van Sim Slingervinger had het er maar slecht voor zijn vriend uitgezien. En het is fijn dat de gids een nieuwe broodwinning heeft gevonden als trommelaar.

Voetnoot

  1. Hemelsbreed slechts 70 km ten noorden van de stad Rommeldam.
  2. In zijn derde optreden nog steeds geen “drs”. Fungeert in dit verhaal als President van de Vereniging tot Steun aan Onderontwikkelde Gebieden.
  3. Zie het verhaal De feunix
  4. Het betreft een samenloop van inkomstenbelasting en vermogensbelasting. De bekende Zweedse schrijfster Astrid Lindgren schreef hierover haar persoonlijk verhaal in 1976, Pomperipossa i Monismanien , toen ze getroffen werd door eenzelfde soort van aanslag van 102%.
  5. Afkomstig van heer Bommel!
  6. Ondanks waarschuwingen van de baker en Tom Poes
  7. Bom,trom Bommel, trommel Bommel doet de ramen open Nu kan de slik naar binnen lopen Bommel in gevaar Roep de trommelaar
  8. Dein en woel in de poel, o nozel Plons en plas in je moeras, o nozel Want kort is de jeugd en kort is de vreugd, o nozel
Voorganger:
De windhandel
Bommelsaga
20 oktober 1959 - 30 december 1959
Opvolger:
De dropslaven
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.