De geheimzinnige roverhoofdman

Tom Poes en de geheimzinnige roverhoofdman (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot De geheimzinnige roverhoofdman) is een verhaal uit de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het verhaal verscheen voor het eerst op 14 augustus 1941 en liep tot 14 september van dat jaar.

In dit verhaal debuteren politiecommissaris Bulle Bas en brigadier Snuf.[1] Het thema is list en tegenlist.

Het verhaal

Tom Poes gaat op bezoek bij zijn vriend en buurman Wolle Waf, die hem vertelt dat er in het Donkere Bomen Bos een roversbende actief is. De bende rooft alle huizen in de omgeving leeg. Ook het huisje van Tom Poes wordt leeggeroofd, nadat hij gastvrij een beroofde vreemdeling onderdak voor de nacht had verleend. Zijn naam is Robert Rood en Tom Poes treft hem de volgende ochtend vastgebonden aan. Samen met Wolle Waf verzinnen ze een list. Wolle Waf gaat in de stad Rommeldam rondbazuinen dat hij uit angst zijn kostbaarheden heeft begraven onder de westelijke grenspaal. Tom Poes moet dan de politie inlichten. Maar commissaris Bulle Bas weigert hieraan zijn medewerking en dreigt zelfs Tom Poes, die aangifte komt doen van de diefstal, op te schrijven wegens belediging van een ambtenaar in functie. Maar hij belooft nog wel sporenonderzoek in het huisje te laten doen. Er wordt een beloning van 2000 florijnen uitgeloofd voor bruikbare aanwijzingen inzake de roversbende.

Onderweg naar huis komen Wolle Waf en Tom Poes een vermomde vreemdeling tegen, die grote belangstelling toont voor de westelijke grenspaal. Tijdens het avondeten met Robert Rood maken ze het plan zelf de grenspaal te bewaken. Dit lukt en zo krijgt commissaris Bulle Bas het verzoek om assistentie: het ophalen van de neergeslagen roverhoofdman. Brigadier Snuf klaart dat klusje binnen een half uur. Hij heeft Wolle Waf en Tom Poes meegenomen. Robert Rood is achtergebleven om op het huisje van Wolle Waf te passen. De voorgeleide arrestant wordt door de commissaris naar zijn naam gevraagd en overhandigt hem een visitekaartje, waarop "Sjerlok B.Bommel detective" staat. Hij doet zijn pruik en baard af en Tom Poes herkent hem verbijsterd als heer Bommel. Bulle Bas stuurt hen woedend naar buiten.

Het huisje van Wolle Waf blijkt te zijn leeggehaald. Zwarte Sim heeft een vernederend briefje achtergelaten en Robert Rood ligt vastgebonden. Tom Poes besluit nu met een zak zand door het Donkere Bomen Bos te gaan lopen onder rugdekking van heer Bommel. Heer Bommel wordt echter door de rovers vastgebonden en ook Tom Poes wordt opgepakt en voorgeleid bij de vermomde roverhoofdman. Wolle Waf komt toevallig heer Bommel tegen en bevrijdt hem en gaat wederom naar de politie om om hulp te vragen. N

a lang smeken rukt de politie van Rommeldam uit met twee overvalwagens. Omdat Tom Poes een gaatje in zijn zak zand had gemaakt, kan detective Bommel gemakkelijk de politie naar het hoofdkwartier leiden. Daar krijgt bendelid Grommel juist de opdracht om Tom Poes, gebonden en voorzien van een loden kogel, door een valluik in een onderaardse rivier te laten verdwijnen. De commissaris komt nu in de lucht schietend aan het hoofd van zijn politiekorps binnenvallen. De hele bende wordt ingerekend en de hoofdman blijkt Robert Rood te zijn. Bulle Bas geeft vervolgens opdracht aan brigadier Snuf de gehele bende in het politiebureau op te sluiten.

De volgende morgen krijgen Tom Poes, Wolle Waf en heer Bommel van de commissaris te horen dat ze in aanmerking komen voor de uitgeloofde beloning. De geroofde huisraad zal worden opgehaald en teruggegeven. In de herberg het Vrolijke Varken wordt een slotmaaltijd gehouden door Wolle Waf, Tom Poes en heer Bommel. Heer Bommel legt daar aan zijn jonge vriend uit dat hij een vermogend man is en dat de beloning tussen Tom Poes en Wolle Waf kan worden verdeeld.

Voetnoot

Voorganger:
In de tovertuin
Bommelsaga
14 augustus 1941 - 14 september 1941
Opvolger:
De drakenburcht
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.