De geheimzinnige gaper

Tom Poes en de geheimzinnige gaper (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot De geheimzinnige gaper) is een verhaal uit de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het verhaal verscheen voor het eerst op 26 oktober 1951 en liep tot 17 januari 1952. Het thema van het verhaal is voedselveiligheid.

Het verhaal

Tom Poes loopt op een mooie septemberdag naar de stad Rommeldam. Hij ontdekt op zijn wandeling aardappels en appels met geheimzinnige gaperkoppen.[1] Heer Ollie is intussen bezig na het vertrek van zijn rentmeester het kale kasteel Bommelstein voorvaderlijk te herinrichten met antieke meubels.[2] Tom Poes loopt in de stad heer Bommel tegen het lijf, die druk bezig is met zijn jacht op antiek. Zelfs om 12 uur 's avonds loopt heer Bommel via het Stieltjesplein nog even door de oude stadspoort om zijn jacht voort te zetten. Samen met Tom Poes vindt hij buiten de kleine stadspoort een nachtapotheek die is geopend vanaf twaalf uur. Aan de gevel prijkt een gaperbeeld dat er volgens Tom Poes net zo uitziet als de appels van de boerin. Heer Bommel wil graag het gaperbeeld aan de muur kopen. Ze gaan de oude rommelige apotheek binnen waar de bekende tovenaar Hocus Pas voor apotheker speelt. Laatstgenoemde wil best middeltjes verkopen, maar hij ontploft als heer Bommel het gaperbeeld wil kopen. Met een levensgrote stamper gewapend jaagt hij het bezoek de apotheek uit.

De interesse van de kasteelheer in het gaperbeeld is nu pas echt gewekt. De waarschuwingen van Tom Poes doen de rest. De andere dag gaan de twee vrienden naar het kadaster, dat naast het gemeentehuis is gelegen. Aldaar biedt heer Bommel 10.000 florijnen voor het terrein van de apotheek, maar hij hoeft slechts 58 florijnen aan de gemeente te betalen om het perceel te verwerven. Vervolgens belt hij aannemer Kalklijmer om het gaperbeeld van de gevel te halen. Aan Tom Poes legt hij uit hoe jaloers zijn buurman de Markies de Canteclaer zal zijn, als het gaperbeeld aan de gevel van het slot Bommelstein prijkt. Maar op de plaats van de oude apotheek staat nu een bord vuilnisbelt. De bouwvakkers bieden aan hun schafttijd wat te verlengen. Maar op het kadaster oordeelt referendaris tweede klasse Sprokkelmeijer dat het kadaster geen fout heeft gemaakt met het perceel 5394X. Heer Bommel en Tom Poes maken vervolgens ruzie en komen pas om middernacht bij de bouwvakkers terug. Maar nu is de oude apotheek weer terug en heer Bommel geeft verheugd opdracht het antieke beeld van de gevel te halen. De ladder van de werkende bouwvakkers wordt door een met zijn stamper zwaaiende apotheker onderste boven gelopen. Maar een politieagent stelt droogjes vast dat het pand eigendom is van heer Bommel. En alles wat nagelvast zit behoort aan de eigenaar van het pand. Hocus Pas wordt, nadat zijn naam is opgeschreven, geboeid afgevoerd, maar ontsnapt om 1 uur als zwarte kraai.

Tijdens de nachtelijke terugrit in de Oude Schicht verheugt heer Bommel zich op zijn thuiskomst. Het slot is antiek gemeubileerd en aan de gevel komt een gaperbeeld. Tom Poes vindt het beeld echter te veel lijken op de behekste appels en voorspelt dat zijn vriend er narigheid mee krijgt. De geprikkelde heer Bommel vindt bij thuiskomst een bord vuilnisbelt met een zwarte kraai erop aan zijn gevel. Binnen treft Tom Poes bediende Joost aan, die paddenstoelen van het parket haalt. Maar de bediende is wel verbaasd als de gaperkop aan de gevel nu is veranderd in een bord vuilnisbelt. Heer Bommel geeft de bouwvakkers[3] opdracht om het bord van de gevel te halen, maar het bord zit te vast en de bouwvakkers druipen af. Terwijl heer Bommel bij het haardvuur zit na te mopperen, komt Joost melden dat het gaperbeeld weer aan de gevel hangt. Heer Bommel ziet tot zijn genoegen dat het verhaal klopt, maar binnen in het kasteel is het oude apotheekje terug met Hocus Pas achter de balie. Laatstgenoemde legt uit dat alwie de gaper heeft hem erbij krijgt. Heer Bommel valt bijna flauw van schrik en krijgt van Joost water aangereikt. Maar Hocus Pas is vlugger en dient de kasteelheer een eigen brouwsel toe. Bij het opstaan de volgende morgen bemerkt Tom Poes dat het ledikant van zijn logeerkamer gaperkopjes heeft. Ook aan de ontbijttafel eet heer Bommel lusteloos een snee brood met gaperkop. Ook Joost komt ontzet binnen met een gebakken taart met gaperkop. En buiten hangt het boord vuilnisbelt weer aan de muur. Omdat heer Bommel er vandaag apathisch bij staat, gooit bediende Joost een emmer water over zijn hoofd. Twee gemeentereinigers dumpen afval tegen de slotmuur, onder verwijzing naar het bord vuilnisbelt. De opgefriste kasteelheer gaat schreeuwend op hen af. Maar na een korte tijd gaat hij naar binnen en zinkt weer lusteloos in zijn leunstoel. Joost is nu bezorgd maar Tom Poes besluit naar zijn eigen huis te gaan. Daar klaagt een groenteboer over groente met gaperkopjes en ook zijn hoofd schiet even in een gaperkramp.

Tom Poes wil commissaris Bulle Bas gaan waarschuwen maar komt onderweg bediende Joost tegen. Die vertelt dat heer Bommel zeer apathisch is, behalve van 12 tot 1 's nachts. Dan gaat hij met de apotheker aan de slag in de apotheek. Bulle Bas weet al waarvoor Tom Poes komt, want de hele stad is druk bezig met allerlei gaperkoppen. Hij volgt bereids een buitenlands spoor en Tom Poes vertrekt onverrichter zake. Hij besluit om 12 uur te gaan kijken bij het kasteel en ziet dan inderdaad Hocus Pas en heer Ollie aan het werk in de apotheek. Na afloop krijgt heer Bommel een fles mee, waardoor ook de bewoners van de stad gaperkoppen zullen krijgen. Tom Poes springt achter op de Oude Schicht om de gangen van de apothekersleerling te kunnen volgen. In de stad spreekt hij zijn vriend aan als hij door een kelderraampje loert. Maar heer Bommel springt op een brandladder en gaat zijns weegs. Tom Poes houdt hem op het dak in de gaten. Heer Bommel klimt en daalt af naar de binnenplaats van bakkerij Meelbuiler. Vervolgens besprenkelt hij de krakelingen met zijn vloeistof en vervolgens het gereedstaande deeg. Tom Poes is hem nageslopen en raakt met hem in gevecht. Heer Bommel laat Tom Poes in het deeg achter en poetst zelf de plaat. Bakker Meelbuiler en zijn gezellen zijn eerst bevreesd voor de bedeegde gedaante en hollen weg. Maar nadat Tom Poes zich wat gewassen heeft wordt hij herkend als een Rommeldammer, die een eindje buiten de stad woont. Omdat ze hem nu verdenken van knoeien met het deeg, geleiden ze Tom Poes voor bij commissaris Bulle Bas. Tom Poes vertelt nu het verhaal van een onbekende gifmenger,die hij heeft betrapt in de bakkerij. Maar Bulle Bas laat hem opsluiten in een cel, zonder dat Tom Poes hem kan waarschuwen voor het deeg en de krakelingen. Bulle Bas legt bakker Meelbuiler uit dat hij nog steeds een spoor volgt van een buitenlandse mogendheid en eet een aangeboden krakeling op. Zijn hoofd verandert in een gaperkop! In de verwarring weet Tom Poes uit zijn cel te ontsnappen.

Hij constateert dat er bij de oude stadspoort nu een houten hut is verrezen. Binnen is Wammes Waggel druk bezig om garenklosjes te fabriceren. Tom Poes weet hem zover te krijgen dat hij op kasteel Bommelstein de gaperkop van de muur wil halen. Tom Poes verstopt zich in zijn handkar en weet een passerend politieagent met zijn stem te slim af te zijn.

Op het politiebureau is Bulle Bas onderzocht door dokter Galpieper, die mondklem constateert. Intussen treedt bediende Joost binnen om zich bij de commissaris te beklagen. Dokter Galpieper constateert hoofdschuddend een tweede geval van mondklem. Maar Joost schrijft op papier zijn diagnose. Een drankje van Hocus Pas heeft met hulp van heer Bommel het brood vergiftigd. Buiten het politiebureau deelt dokter Galpieper zijn toehoorders mede dat het brood is vergiftigd door heer Bommel.

Op het kasteel Bommelstein hangt het bord vuilnisbelt weer aan de gevel. Wammes Waggel mag van Tom Poes het bord van de gevel halen en meenemen. De timmerman doet dat met behulp van een buisje springstof, waarmee ook een gat in de gevel wordt geslagen. Heer Bommel kijkt nu versuft naar buiten en ziet Wammes Waggel juichend met het bord weglopen, achtervolgd door een kraai. Intussen heeft brigadier Snuf, bij ontstentenis van zijn chef, besloten zelf de leiding van het onderzoek op zich te nemen. Bovendien wil hij heer Bommel waarschuwen voor een woedende menigte, die naar het kasteel onderweg is. Hij rijdt in zijn politiejeep naar Bommelstein. Daar vertelt Tom Poes dat het bord weg is. Maar brigadier Snuf heeft nog steeds een onderzoek lopen naar broodvergiftiging en verdachte apothekers. Tom Poes vertelt brigadier Snuf ook over de gaperkop en de apotheek, die om 1 uur 's nachts weer in een vuilnisbelt veranderen. Hocus Pas had heer Bommel in zijn macht en dwong hem een toverdrank door het brood te doen. Snuf wil niet zeggen dat het leugens zijn maar het klinkt erg onwaarschijnlijk. Vervolgens treedt een boze groep Rommeldammers het kasteel binnen en brigadier Snuf heeft de grootste moeite om vanuit de achtergrond enige orde te bewaren. Bediende Joost is door de boze burgers meegenomen als Het slachtoffer van de voedselvergiftiging. Heer Bommel weet zich niet veel meer te herinneren, maar hij wordt tijdelijk gered door brigadier Snuf. Binnen 12 uur dienen bediende Joost en commissaris Bulle Bas hun gewone gezicht weer terug te hebben. Want dan zal hij het hele verhaal door de vingers zien. Zo niet,dan gaat hij Bommel opschrijven.

Intussen had Wammes Waggel het bord vuilnisbelt boven zijn timmermanskeet getimmerd. Een zwarte kraai komt aanvliegen en gemeentewerkers storten er onmiddellijk een berg afval. Dit alles tot blijdschap van Wammes. De kraai wil hij graag in een kooitje stoppen voor de gezelligheid. Tom Poes komt hem waarschuwen tegen de kraai en samen proberen ze het beest te vangen. Ze worden gestoord door de ambtenaar eerste klasse Dorknoper, die in overuren de bouwvergunning van de timmermanskeet komt inspecteren. De hooggeplaatste ambtenaar besluit onmiddellijk zich voor instructies tot de burgemeester te wenden. De timmermanswerkplaats verandert om 12 uur weer in een apotheek met Hocus Pas achter de balie. Wammes Waggel mag tot zijn vreugde meehelpen. Dit alles tot schrik van Tom Poes, maar even later schrikken ze alle drie wanneer ze zware hamerslagen op het dak horen. Het blijkt dat enkele gemeentewerklieden onder leiding van ambtenaar Dorknoper en op instructie van de burgemeester bezig zijn de illegale keet te slopen. Tot vreugde van Wammes Waggel wordt het gesloopte hout opgestapeld met het gaperbeeld op de top. Ambtenaar Dorknoper steekt met een fakkel tevreden de brandstapel aan. Wammes Waggel vindt het allemaal dolletjes, maar Tom Poes gaat met een schepnet achter Hocus Pas aan. Hij overmeestert de tierende tovenaar om precies 1 uur als een gevangen kraai. Zo krijgt Wammes Waggel een kraai in zijn kooitje en kan ambtenaar eerste klasse Dorknoper tevreden in overuren de rustig uitbrandende illegale bouwplaats verlaten.

Op kasteel Bommelstein is de sfeer nog steeds gespannen. Boze burgers staan om heer Bommel in zijn leunstoel heen en beklagen het lot van de bediende Joost. Maar even na 1 uur komt het gezicht van Joost weer in de plooi en hij wordt dan ook herkend door zijn werkgever. Tom Poes komt de kamer binnensnellen, die brigadier Snuf tegelijkertijd verlaat om het gezicht van zijn chef opnieuw onder ogen te zien. De gerustgestelde menigte keert nu terug naar de stad en heer Bommel klaagt tegen Tom Poes dat hij niets van alle gebeurtenissen begrijpt. De uitleg van Tom Poes vindt hij onzin en daarom is het maar goed dat Joost zoals gebruikelijk de ochtendpap opdient.[4]

Dezelfde ochtend ziet een tevreden commissaris Bulle Bas Wammes Waggel langskomen. Hij beveelt hem de gevangen kraai uit de kooi los te laten. Wammes protesteert dat Tom Poes dat niet goed vindt, maar laat het beest toch los. De vogel vliegt in noordelijke richting.

Voetnoot

  1. In de Volledige Werken verwerpt Marten Toonder stripstrook 1426. Tom Poes ziet een oploop rond een melkboer, die ervan wordt beschuldigd dat hij water verkoopt in plaats van melk. Een bakker vertelt daarop spontaan dat zijn kadetjes op poppenkoppen lijken.
  2. Zie het verhaal: De kneep van Knipmenis.
  3. Ze komen hun geld halen!
  4. Joost gaat daarna naar bed met kaakpijn.
Voorganger:
De kneep van Knipmenis
Bommelsaga
26 oktober 1951 - 17 januari 1952
Opvolger:
De partenspeler
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.