De betoverde spiegel

Heer Bommel en Tom Poes zijn na hun vorige avontuur in een onbekende haven aan land gegaan en zoeken nu een slaapplaats. Ze komen bij een vreemd kasteel dat wordt beheerd door ene Olijf ben Dadel, die in dienst is bij eigenaar en tovenaar Akah da Bra. Hij begroet hen met de woorden Allah akbar. Zijn oosterse gastvrijheid verplicht hem een bed aan de reizigers aan te bieden, maar die mogen niet achter een bepaald deurtje komen. Ze krijgen een slaapkamer met tweepersoonsbed toegewezen.[1] Heer Ollie is natuurlijk nieuwsgierig[2] en opent het deurtje toch. Daarmee verdwijnt om 12 uur het complete kasteel. Er zit voor de twee vrienden niets anders op dan naar een herberg te gaan. Onderweg komen ze in contact met een zuchtende grote witte vogel. Onderweg hoort Tom Poes terloops dat Heer Bommel toch om 12 uur de verboden kamer is ingegaan.

Ze komen in een herberg, waar ze besluiten te overnachten. De waard hun vertelt over het nabijgelegen Kale Dal waarin op drie nachten rond volle maan tussen 11 en 12 uur een spookkasteel verschijnt. Nadat het is gaan sneeuwen, komt er een oude man binnen. Hij wil eten, drinken en slapen. Hij gaat onmiddellijk lezen in een oud boek. Heer Bommel meent de oude man weleens eerder te hebben gezien. Tom Poes besluit het oude boek te gaan halen in kamer, waar de oude man slaapt. Het boek vertelt over het toverkasteel in het Kale Dal, meestal onzichtbaar met een verboden kamer waarin een toverspiegel huist. De toverspiegel is door de tovenaar Akah da Bra gemaakt en geeft de bezitter een grote macht. Juist toen de twee vrienden het geheim gelezen hadden, kwam de boze oude man hun kamer binnenstormen en neemt onder sterke verwijten zijn boek mee terug. Heer Bommel en Tom Poes kruipen vervolgens weer samen in de bedstee, waarbij laatstgenoemde zich de oude man in de herberg herinnert als Hocus Pas.

Achtervolgd door Hocus Pas gaan ze 's avonds heimelijk het kasteel binnen. Ze weten de spiegel tijdig te vinden, maar doordat heer Bommel daarin kijkt wekt hij zijn spiegelbeeld tot leven. Het spiegelbeeld stelt zich voor als Bommel B. Ollie en vraagt zich af waarom hij is opgeroepen. Heer Bommel maakt terstond ruzie met zijn spiegelbeeld in ruitjesjas. Tom Poes luistert inmiddels Hocus Pas af. Die weet dat hij tussen 23 en 23.15 uur de tijd heeft om zonder bewaker de spiegelkamer te bereiken. Het spiegelbeeld Bommel B. Ollie slaat de glurende Hocus Pas op zijn neus. Tom Poes wordt vervolgens ‘peuter’ genoemd. Heer Bommel komt verbaasd uit de spiegelkamer gelopen, Hocus Pas rent weg bij nadering van de bewaker Olijf ben Dadel, die nu zelf bang is ook in een vogel te worden veranderd.

De bewaker vertelt dat de eigenaar van het kasteel door tovenaar Akah da Bra na een ruzie in een vogel is veranderd. Het kasteel werd zo een toverpaleis met daarin een toverspiegel. De spiegel laat niet alleen links zien wat rechts is, maar laat ook het tegenbeeld van het karakter zien. Want de eerste die erin keek zou zo een levend spiegelbeeld krijgen. De bedoeling was de betoverde vogel een kans te geven. De bewaker laat zelfs de formules zien, waarop de toverspiegel is gebouwd. Olijf ben Dadel legt nogmaals uit dat het een ramp is dat heer Bommel een edel iemand is, want nu is het ontsnapte spiegelbeeld een schurk. Maar omdat de klok 12 uur slaat verdwijnt het paleis weer, net als de dag ervoor. Ook de zuchtende vogel laat zich weer zien. De twee vrienden besluiten om hun herberg weer op te zoeken om te gaan slapen. Maar daar komt juist het spiegelbeeld, Bommel B. Ollie, naar buiten lopen en slaat heer Ollie B. Bommel neer. Ook de waard, die de spiegelbeeld-Bommel achtervolgt, slaat abusievelijk op heer Bommel in. Tom Poes en heer Bommel weten met moeite te vluchten. Dat proces herhaalt zich onderweg als een boer zich per abuis op hen wil wreken.

Tom Poes luistert in een bos tovenaar Hocus Pas en Bommel B. Ollie af. Ze gaan samen naar een vervallen kasteel, waar Hocus Pas het spiegelbeeld opsluit. Ook Tom Poes en heer Bommel komen daar aan. Heer Bommel moppert over zijn ongunstige spiegelbeeld in ruitjesjas. Tom Poes bedenkt een plan: met een lasso hijst hij samen met heer Bommel het spiegelbeeld omhoog. Heer Bommel neemt zijn plaats beneden in en zal met Hocus Pas naar het toverkasteel gaan, zonder dat de tovenaar dat weet. Hocus Pas gaat met een kristallen bol en heer Bommel op stap. Tom Poes en Bommel B. Ollie gaan ze achterna. Ook de betoverde vogel trekt mee. In het kasteel krijgt heer Bommel met de kristallen bol de laatste instructies van Hocus Pas. Hij hoeft alleen maar te zeggen: “Akah da Bra, verschijn!" Maar ook Tom Poes, de vogel en Bommel B. Ollie stormen binnen. De vogel en spiegelbeeld-Bommel vallen tovenaar Hocus Pas aan. Tom Poes stelt zich daarna met kristallen bol en de vogel op bij de spiegel, maar er gebeurt niets. Terwijl Hocus Pas uitgeteld is maken de twee Bommels ruzie en gaan elkaar te lijf. Heer Bommel weet zijn spiegelbeeld dwars door de toverspiegel te slaan, waardoor zijn spiegelbeeld voorgoed verdwijnt.

Hocus Pas maakt zich vervolgens stilletjes met zijn kristallen bol uit de voeten. De huisbewaarder Olijf ben Dadel ziet de vogel in de edelman veranderen. Hij beseft dat heer Bommel een methode heeft gevonden om de betovering te verbreken en hij vertrekt naar zijn vaderland onder de uitroep: “Salaam aleikum”. Wanneer de klok 12 uur slaat, blijft het kasteel gewoon bestaan. Overal schieten bedienden tevoorschijn en de edelman biedt zijn twee redders een feestelijke slotmaaltijd aan. Hij is na 20 jaar verlost van zijn betovering en is heer Bommel zeer dankbaar. Heer Bommel vindt dat Tom Poes alle eer toekomt.