Dandy

Een dandy is iemand, doorgaans een man, die vanuit zijn levensvisie veel aandacht besteedt aan zijn uiterlijk en voorkomen. Het dandyisme begon als een vorm van verzet tegen de Franse Revoluties rond 1790.

Karikatuur van een Parijse dandy door Paul Gavarni (1804-1866)

Dandyisme kan worden verward met snobisme. De term dandy is het Engelse synoniem voor het Nederlandse 'fat' of 'pronker'. Het woord dandy is afkomstig uit India, waar het verwees naar de wandelstokken die de officieren van het Britse Rijk bij zich droegen.

Geschiedenis

Dandyisme wordt vooral geassocieerd met de 19e-eeuwse, victoriaanse Engelsman, die zich bekwaamde in het elegant overkomen in kleding en gedrag, alsook in het gevat uit de hoek komen. In die (oorspronkelijke) zin is een dandy vaak iemand die, hoewel hij graag van het establishment deel uitmaakt, het tegelijk ironiseert. Oscar Wilde was een beroemd prototype van de vergevorderde dandy net als George Brummell, de legendarische koning van de dandy's.

In zijn beroemde essay "Du dandyisme et de G. Brummell" (1845) benadert de Franse schrijver Jules Barbey d'Aurevilly (1808-1889) het dandyisme als cultuurhistorisch verschijnsel, dat in de persoon van Beau Brummell (1778-1840) zijn oorsprong en tegelijk zijn ultieme verpersoonlijking vond. In de ogen van Barbey d'Aurevilly is de dandy een zelfbewuste, volstrekt onafhankelijke figuur die zich afzet tegen alles wat naar middelmatigheid en uniformiteit neigt. "De dandy sublimeert zijn leven met precisie, elegantie, ironie en raffinement tot een kunstwerk" aldus nog het essay.[1]

In andere landen waren ook mannen met een reputatie als dandy, zoals: Charles Baudelaire en prins Hermann von Pückler-Muskau. Ook de controversiële Amerikaanse schrijver Truman Capote (1924-1984) stond bekend als een dandy.[2]

Tegenwoordig

'Dandy' als cultuurverschijnsel is heden ten dage relatief zeldzaam, en men pleegt het weleens met 'snob' te verwarren. Nochtans is een criterium voor dandyisme juist het kunnen relativeren van het eigen ik. De geestig-ironische houding die met de accentuatie van het uiterlijk gepaard gaat, is bij snobs gewoonlijk afwezig. Tegenwoordig is een dandy niet veel meer dan de benaming voor een ijdele man met meer dan gemiddelde aandacht voor zijn garderobe. Zelfs in het fin de siècle was het fenomeen al zozeer getrivialiseerd dat de Nederlandse schrijver Louis Couperus zijn reputatie als dandy voornamelijk aan zijn gepunteerde nagels en zijn geaffecteerde stem te danken had.[1] Zo wordt momenteel de jonge Belgische singer-songwriter Stromae door stylisten en trendwatchers toch beschouwd als stijlicoon en typevoorbeeld van de hedendaagse zgn. Parijse dandy.

Dandyisme en politieke stijl

Dandyisme kan ook een politiek stijlfiguur zijn. De Nederlandse politicus Pim Fortuyn was de bekendste politieke dandy van de afgelopen tijd. Als theatraal tegendraads politicus viel Fortuyn op door zijn uiterlijke vertoon (zijn royale woning genaamd Palazzo di Pietro, maatpakken, Daimler, butler Herman), vriendschappen met vermogende ondernemers als vastgoedmakelaars (Harry Mens) en platenbazen (Herman Heinsbroek, Willem van Kooten), hondjes en formuleerde hij zijn politieke denkbeelden provocatief (getuige het eerste deel van zijn bekende uitspraak 'Ik zeg wat ik denk en ik doe wat ik zeg'). Fortuyn wist met zijn optreden een groot publiek te betoveren en hield bij leven het publieke debat in Nederland een half jaar lang in de ban.

Andere bekende politieke dandy's waren onder meer de 19e-eeuwse Britse staatsman Benjamin Disraeli en de Vlaamse dichter Paul van Ostaijen (1896-1928).

Zie ook

Literatuur

  • Hielkema, André, De Dandy of de overschrijding van het alledaagse (Meppel/Amsterdam 1989)
Zie de categorie Dandy van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.