Renvogel

De renvogel (Cursorius cursor) is een soort uit het geslacht Cursorius uit de familie renvogels en vorkstaartplevieren (Glareolidae).

Renvogel
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2012)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Charadriiformes (Steltloperachtigen)
Familie:Glareolidae (Renvogels en vorkstaartplevieren)
Geslacht:Cursorius (Renvogels)
Soort
Cursorius cursor
Latham, 1787
Afbeeldingen Renvogel op Wikimedia Commons
Renvogel op Wikispecies
Portaal    Biologie
Vogels

Beschrijving

De vogel is ongeveer 23 cm lang. Het is een slanke, een beetje op een plevier lijkende vogel met een opvallende rechtopgaande houding en relatief lange poten. De vogel is zandkleurig lichtbruin tot beige. In het Engels heet de vogel de Cream-colored Courser ('roomkleurige renner'). De renvogel heeft een zwarte oogstreep en daarboven een witte wenkbrauwstreep die achter op de kop elkaar raken. De ondervleugel is donker gekleurd.

Verspreiding

De renvogel heeft een verbrokkeld verspreidingsgebied in Noord-Afrika, op de Canarische en Kaapverdische Eilanden, het Midden-Oosten en Zuidwest-Azië tot in Turkmenistan.

Gedeeltelijk zijn het trekvogels. In het noordelijk deel van het verspreidingsgebied trekken de vogels in de winter naar India het Arabisch Schiereiland en de zuidelijke rand van de Sahara.

De renvogel is een zeer zeldzame dwaalgast in Zuid-Europa. In 1986 werd de vogel in Nederland waargenomen in Noord-Holland aan de kust en een dag later 50 km verder naar het noorden. In West- en Noord-Europa zijn er tot 1996 slechts enkele tientallen waarnemingen. Op de Britse Eilanden 32 maal, één in België, vier in Denemarken, minstens acht in Duitsland, twee in Oostenrijk en vier in Noorwegen, Zweden en Finland. Al deze waarnemingen werden gedaan in de periode augustus tot december. Uit de negentiende eeuw zijn er meer waarnemingen in Europa.[2]

De soort telt 3 ondersoorten:

Leefgebied

In tegenstelling tot andere steltlopers heeft de renvogel een voorkeur voor droog, open terrein. Hij komt voor in steppen, halfwoestijnen, duinen en zandige en rotsachtige vlaktes. Tijdens de trek komt de renvogel ook voor op droge weilanden en braakliggende gronden en ander cultuurland. Zijn voedsel bestaat uit ongewervelden zoals kevers, sprinkhanen, rupsen, mieren en spinnen. In mindere mate eten ze ook slakken en hagedissen. De vogel heeft de gewoonte om te rennen en na korte tijd plotseling stil te staan. Bij verstoring rent de vogel eerder weg dan dat hij opvliegt. Hij verbergt zich door gebruik te maken van het reliëf in het landschap.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.