Cornelis Baard

Cornelis Wilhelmus Hyginus (Cornelis) Baard (Delft, 1870 - Alkmaar, 26 november 1946) was een Nederlands museumconservator.

Cornelis Baard (derde van rechts) tijdens de huldiging van architect Jan Wils voor het Stedelijk Museum in Amsterdam, 30 juli 1928.

Hij was van 1905 tot zijn dood conservator en hoofd van het Stedelijk Museum in Amsterdam; vanaf 1920 was hij officieel directeur. Hij veranderde de focus van het museum van een historiserende rol tot een museum dat zich meer richtte op de moderne kunst. Als zodanig kan men hem beschouwen als de grondlegger van de stedelijke collectie moderne beeldende kunst en vormgeving. Hij zette een dynamisch expositiebeleid op en legde contacten met belangrijke bruikleengevers. Hij was altijd op zoek naar verzamelaars die hun collectie in bruikleen wilden afstaan, omdat hij geen financiële middelen had om aankopen te doen voor het museum. Een bekend voorbeeld is Pierre Alexandre Regnault (1868-1954)[1]. Deze gaf, in navolging van verzamelaar Johannes Esser (1877-1946), in 1914 een deel van zijn collectie in bruikleen aan het Stedelijk Museum Amsterdam, waardoor hij de status van erkend verzamelaar kreeg.[2] Hierna zouden ook andere verzamelaars, zoals Piet Boendermaker Het voorbeeld van Esser volgen. Boendermaker gaf in 1918 132 werken en in 1924 114 schilderijen in bruikleen aan het Stedelijk Museum. [3] Cornelis Baard was ook goed bevriend met de verzamelaar Wim Selderbeek [1884-1963), die tientallen schilderijen in bruikleen had afgestaan.[4]

Henricus Petrus Baard (roepnaam Henk) was de zoon van Cornelis Baard. Henk Baard was 1946 tot 1972 directeur van het Frans Hals Museum in Haarlem.

Afbeelding van Baard in een door Willem Sandberg vormgegeven tentoonstellingscatalogus.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.