Corallus cookii
Corallus cookii is een slanke reuzenslangen-soort uit Zuid-Amerika. De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door John Edward Gray in 1842. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Corallus Cookii gebruikt. De slang werd lange tijd gezien als een ondersoort van de tuinboa (Corallus hortulanus).[1]
| Corallus cookii | ||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 | ||||||||||||||||||
| Exemplaar uit Trinidad. | ||||||||||||||||||
| Taxonomische indeling | ||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||
| Soort | ||||||||||||||||||
| Corallus cookii Gray, 1842 | ||||||||||||||||||
Afbeeldingen op  | ||||||||||||||||||
Corallus cookii op  | ||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||
De slang kan een lengte bereiken van bijna twee meter, echter alleen de vrouwtjes. De meeste exemplaren blijven tussen 1 en anderhalve meter. Juvenielen hebben een grijze kleur met oranje tot bruine vlekken, de volwassen dieren hebben een net-achtig patroon, meestal een bruine achtergrond met een geel/beige nettekening, de schubben zijn vaak zichtbaar omrand. De ogen zijn groot en oranje van kleur en hebben een verticale pupil. Corallus cookii komt voor in Midden- en Zuid-Amerika.
Het is een typische boombewoner die op vogels, knaagdieren en hagedissen jaagt. Kleinere prooidieren worden geheel doorslikt, alleen grotere prooien worden gewurgd. Corallus cookii leeft in liefst vochtige omgevingen als waterrijke bossen en regenwouden.
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties
|