Clarissen

De Orde der Clarissen is een contemplatieve kloosterorde van nonnen in de Rooms-Katholieke kerk. Het is de tweede orde van Franciscus van Assisi, een vrouwelijke tak van de vroeg-franciscaanse beweging, en werd rond 1212 door Clara van Assisi (Clara Sciffi) (1194–1253) gesticht in San Damiano.

Clarissenklooster in Italië (Fara in Sabina)
Clarissenzuster
Clarissen
Ordo sanctae Clarae
Basisgegevens
Gesticht1212 te San Damiano
StichterClara van Assisi
Portaal    Christendom

Geschiedenis

Clara van Assisi schreef een eigen kloosterregel, waarin een oproep tot apostolische armoede. Daarna schreef kardinaal Ugolino (de latere paus Gregorius IX) een regel voor clarissen die veel navolging vond, maar niet in het klooster van de heilige Clara. Pas in 1253 kreeg de regel van Clara pauselijke goedkeuring. Paus Urbanus IV gaf in 1263 een nieuwe regel die door de meeste clarissenkloosters werd gevolgd (urbanisten of rijke claren), maar niet door allen (arme claren). Een pleidooi van de Heilige Coleta om terug te keren naar de regel van Clara leidde rond 1410 tot het ontstaan van de clarissen coletienen als afscheiding van de 'rijke' clarissen, hoewel die ook zo rijk niet waren. Later ontstonden nieuwe groeperingen, namelijk de kapucinessen en recollectinen. In 1953 keerden vele clarissenkloosters wereldwijd terug naar de oorspronkelijke regel van Clara, ook de clarissen in Nederland deden dat. Daarmee verdween het onderscheid tussen 'arme en rijke claren'.

In Spanje volgden reeds tijdens het leven van Clara stichtingen. Het oudste klooster in Spanje werd in Pamplona gesticht: het klooster van Santa Engracia in 1228. De goedkeuring per pauselijk bul kwam van paus Gregorius.

Geloften

Clarissen leven in een pauselijk slot, dit betekent dat zij hun monasterium niet verlaten en er blijven tot de dood. Aan het hoofd van het klooster staat een abdis, die gekozen wordt voor het leven. Het leven van de clarissen is er een van volkomen afzondering van de wereld, vol armoede, boete en beschouwing. De kerk is toegankelijk, maar de zusters mogen niet zichtbaar zijn vanuit de kerk. De clausuur wordt meestal afgeschermd door een hek uit smeedwerk.

Ze ontvangen aalmoezen en hebben beperkte inkomsten. Hun dagtaak is een afwisseling van handenarbeid en koorgebed; sommige clarissen komen om middernacht samen voor gebed. De meeste kloosters hebben wel een verzameling van belangrijke relieken, en besteden veel aandacht aan het koorgebed.

Clarissen in Nederland

Zie ook: Lijst van Clarissenkloosters

In Nederland zijn clarissenkloosters in Nijmegen en Megen en Eindhoven. Er waren ook kloosters in Tilburg, Helmond, Nieuwe Niedorp, Babberich, Harderwijk en Cadier en Keer. Deze gemeenschappen vergrijsden in de loop der jaren door gebrek aan intredingen. De bejaarde monialen die zijn overgebleven worden verzorgd in een speciaal klooster in Someren, Zorgcentrum Witven.

Eindhoven

Het clarissenklooster in Eindhoven werd in 1993 overgenomen door in 1990 uit de Verenigde Staten naar Nederland gekomen arme clarissen (Poor Clares).

Wamel

Ook in Wamel in het Land van Maas en Waal was een clarissenklooster, gesticht rond 1445. In 1461 bevestigde paus Pius II het bezit van het klooster "St. Clara" te Wamel aan de Clarissen. In 1572 schrijft Petrus Canisius aan zijn zus Wendelina over hun halfzus, de toenmalige en laatste abdis van Wamel. In verband met de onrust door de Reformatie moesten de zusters in maart 1574 vluchten naar Tiel. Hun klooster werd door de Geuzen met de grond gelijk gemaakt. Deze laatste abdis van Wamel, Gerarda Canis, ligt in Kleef begraven waar ze na Tiel en Nijmegen uiteindelijk haar laatste rustplaats vond. De goederen en landerijen werden van het klooster werden in 1609 door de protestantse kerk overgenomen.

Zie de categorie Poor Clares van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.