Chinese alligator

De Chinese alligator[2] (Alligator sinensis) is een krokodilachtige uit de familie alligators en kaaimannen (Alligatoridae) en de onderfamilie alligators (Alligatorinae).[3]

Chinese alligator
IUCN-status: Kritiek[1] (2018)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Crocodilia (Krokodilachtigen)
Superfamilie:Alligatoroidea
Familie:Alligatoridae (Alligators en kaaimannen)
Onderfamilie:Alligatorinae (Alligators)
Geslacht:Alligator
Soort
Alligator sinensis
Fauvel, 1879
Verspreidingsgebied in het groen.
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Chinese alligator op Wikispecies
Portaal    Biologie
Herpetologie

De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Albert-Auguste Fauvel in 1879. De soortaanduiding sinensis betekent vrij vertaald 'wonend in China'. De Chinese alligator is één van twee 'echte' alligatorsoorten die nog bestaan, de andere is de mississippialligator (Alligator mississipiensis), de anderen in de familie zijn kaaimannen.

Uiterlijke kenmerken

Het is een kleiner neefje van de meer bekende mississippialligator. Een enkel exemplaar wordt langer dan twee meter, maar meestal wordt een lengte van ongeveer anderhalve meter bereikt, veel kleiner dan de bijna 5 meter lange mississippialligator. De Chinese alligator is in tegenstelling tot de mississippialligator zwaar bepantserd en heeft zelfs beenplaatjes op de oogleden, net zoals de brilkaaiman en Cuviers gladvoorhoofdkaaiman. Verder heeft de Chinese alligator een aangepaste snuit en tanden om efficiënter schelpdieren en slakken te kunnen eten die een groot deel van het menu bepalen.
De kleur is bruin tot grijs, juvenielen zijn zwart en hebben een afstekende gele bandering, vooral op de staart, die na enkele jaren vervaagt.

De Chinese alligator heeft 72 tot 76 tanden; 5 rijen voortanden (premaxillair) en 13 of 14 rijen tanden (maxillair) in de bovenkaak en 18 of 19 rijen kiezen (mandibulair) in de onderkaak.[4]

Algemeen

De Chinese alligator is endemisch in China en komt voor in de delta van de Jangtsekiang, die ook wel bekendstaat als de Blauwe Rivier. De habitat bestaat uit langzaam stromende modderige wateren, de alligator is vrij sterk op het water aangepast en komt er niet vaak uit behalve om eieren af te zetten en af en toe te zonnen. De soort is nachtactief en schuilt overdag vaak in zelfgegraven holen langs de oever van het water. Het voedsel bestaat vrijwel uitsluitend uit weekdieren als slakken en mosselen, soms worden gewervelden als vissen, ratten en (water)vogels gegeten. Jongere dieren eten voornamelijk zoetwatergarnalen en insecten.

De Chinese alligator is langzamer dan andere soorten, maar de reflexen zijn net zo snel en hij kan beter niet benaderd worden omdat het dier vaak humeurig is. Als de bek openstaat hoeft dat niet altijd een dreighouding te betekenen; dit 'gapen' dient ter afkoeling van de kop. De Chinese alligator is de enige soort die een winterslaap houdt.

Bedreiging en bescherming

De Chinese alligator staat samen met de Filipijnse krokodil (Crocodylus mindorensis) bovenaan de lijst van met uitsterven bedreigde reptielensoorten. Onlangs is de alligator door de Chinese regering tot beschermde soort uitgeroepen. Oorspronkelijk kwam de Chinese alligator in de grootste delen van China voor, maar tegenwoordig is de soort in het wild bijna uitgestorven. Het huidige verspreidingsgebied is ongeveer zo groot als Nederland.

Het leefgebied van de Chinese alligator wordt steeds kleiner, er vinden regelmatig overstromingen plaats in het natuurlijke leefgebied en de dieren worden gedood door boeren omdat ze de plaatselijk gefokte vogels opeten. Ook worden de dieren gedood uit commercieel oogpunt: niet alleen het vlees en de huid worden verkocht, ook de organen hebben in China een waarde als traditioneel medicijn. Omdat de huid meer insluitingen bevat dan andere soorten is deze niet zo geschikt om krokodillenleer van te maken. In gevangenschap is de Chinese alligator zeer reproductief; de wereldwijde populatie bedraagt meer dan 10.000 dieren. In het wild komen echter minder dan 200 exemplaren voor, ook het aantal aangetroffen nesten wordt kleiner: van 10 nesten in 1996 tot slechts enkele nesten in 1999, waarvan er niet één levensvatbare jongen bevatte.

Afbeeldingen

Bronvermelding

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.