Chevrolet Caprice
De Chevrolet Caprice, later Chevrolet Caprice Classic, was een automodel van het Amerikaanse merk Chevrolet. De Caprice werd in vier generaties gebouwd van 1965 tot en met 1996. Het model was het grootste, duurste en best uitgeruste in Chevrolets gamma. Na de stopzetting bleef enkel de Ford Crown Victoria over als traditionele grote Amerikaanse sedan.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Caprice is altijd een populair model geweest als politiewagen. Vooral nadat concurrent Chrysler haar big block-motoren schrapte steeg Chevrolets marktaandeel in deze sector. Eind jaren 1980 bedroeg dit aandeel ruim 60%. Nadat Chrysler haar Dodge Diplomat en Plymouth Grand Fury annuleerde in 1989 steeg dit aandeel nog tot 80%. Ook bij taxibedrijven was de Caprice populair. Toen Ford in 1992 een vernieuwde Ford Crown Victoria introduceerde verloor Chevrolets Caprice hieraan opnieuw marktaandeel.
Eerste generatie (1965-1968)
De Caprice begon midden 1965 als een luxe-optiepakket op de Chevrolet Impala vierdeurssedan. Dit als antwoord op de Ford LTD die op dezelfde wijze begon. Het pakket hield een stijvere wielophanging, betere interieurstoffen en -afwerking, houtafwerking op het dashboard en de deurpanelen, hangriemen aan de deuren, extra interieurlampen, speciale wieldoppen en een optioneel vinyl dak in. De naam Caprice werd bedacht door verkoopmanager Bob Lund en kwam van een restaurant in New York.
De Caprice kende een succesvolle introductie en werd in 1966 een aparte topserie. Onder de modellen verschenen naast de vierdeurssedan ook een coupé en een stationwagen. In 1969 kreeg het model opnieuw een ingrijpende facelift. Onder de wijzigingen waren scherpere koetswerklijnen, een in de bumper verzonken grille en ononderbroken voorzijruiten. De stationwagen werd omgedoopt tot de Kingswood Estate maar bleef verder een model van de Caprice-lijn.
Tweede generatie (1971-1976)
In modeljaar 1971 werd een geheel nieuwe Chevrolet Caprice geïntroduceerd. Voor 1973 werd het model hernoemd tot Caprice Classic. De stationwagen, die sinds 1969 Kingswood Estate heette werd nu Caprice Estate genoemd. De oliecrisis van 1973 zorgde ervoor dat Amerikaanse autobouwers zuiniger motoren gingen inbouwen. Voor de Caprice werd begin 1974 de 5,7 liter small block V8 van 145 pk standaard, de stationwagen uitgezonderd. Die laatste kreeg standaard de 5,7 liter V8 van 155 pk.
In 1975 werd de Caprice Landau gelanceerd. Met dit pakket kreeg de Caprice aparte kleuren, gekleurde wieldoppen, veiligheidsgordels en vloermatten, sportieve buitenspiegels, een vinyl dak en extra emblemen. In het laatste jaar van de tweede Caprice werden nog enkele kleine wijzigingen aangebracht. Zo waren er nieuwe koplampen en een herzien interieur. 1976 was ook het laatste jaar waarin de 7,4 liter V8 in de catalogus stond.
Derde generatie (1977-1990)
In modeljaar 1977 verscheen de derde verkleinde generatie van de Caprice met ook kleinere motoren. Voor het eerste verschenen ook niet-V8 motoren op het model. Standaard voor de sedan en de coupé werd een 4,1 liter zes-in-lijnmotor. De stationwagen kreeg nog wel standaard de 5 liter V8. De 5,7 liter V8 van 170 pk was nu de zwaarste verkrijgbare krachtbron.
Tweemaal kreeg de derde Caprice een grondige facelift. De eerste was in 1980, de tweede in 1986. Bij die laatste kreeg het model een nieuwe grille en achterlichten. In 1987 werd het LS-optiepakket beschikbaar voor de luxueuze Caprice Classic Brougham. Het pakket zorgde voor nog meer luxe en een vinyl dak.
Vierde generatie (1991-1996)
In 1991 werd een geheel nieuwe Caprice geïntroduceerd die brak met de oude hoekige vorm en aerodynamischer ronde vormen kreeg. Bij de lancering werd de nieuwe Caprice al meteen tot auto van het jaar gekroond door magazine Motor Trend. De sedan kreeg de welbekende 5,0 liter V8 mee. Voor de station was er de 5,7 L99 motor beschikbaar. Deze motor was voor de sedan versie alleen beschikbaar als special package-uitvoering voor brandweer, taxi en politie uitvoeringen (9C6 en 9C1 uitvoeringen). Ondanks de vernieuwing kwamen onder meer het chassis wel mee over van de vorige generatie. In 1994 kreeg de Caprice een aantal nieuwe motorvarianten in de vorm van een 4,3 V8 en de 5,7 LT1 V8 afkomstig uit de Corvette. Tevens werd het interieur herzien.
Na verloop van jaren begonnen de verkoopcijfers van de Caprice te dalen, de vraag naar SUV's toe te nemen en in 1996 werd de productie stopgezet om plaats te maken voor productie van SUV's. In 1997 werd de Chevrolet Lumina de nieuwe topsedan van LTZ. Arlington Assembly, de fabriek waar de Caprice gebouwd werd, werd vervolgens omgebouwd en ging SUV's produceren. De Ford Crown Victoria bleef als enige over in de markt van grote achterwielaangedreven familiesedans en ging de politie- en taximarkten al snel domineren.
In 1999 werd de naam Chevrolet Caprice geïntroduceerd in het Midden-Oosten. Het naamplaatje past daar op de Holden Statesman en -Caprice die door GM's Holden-onderdeel uit Australië gebouwd worden.
Zie ook
- Chevrolet
- General Motors
- Amerikaanse auto in 1965
- Amerikaanse auto in 1971
- Amerikaanse auto in 1977
- Amerikaanse auto in 1991
| Chevrolet-modellen | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
|