Charles de La Bédoyère

Charles de La Bédoyère, voluit Charles Angélique François Huchet, comte de La Bédoyère (Parijs, 1786 - aldaar, 19 augustus 1815) was een Frans officier die op zijn 29e jaar al generaal was. Hij behoorde tijdens de Slag bij Waterloo op 18 juni 1815 tot de staf van keizer Napoleon.

Portret door de Hollandse koningin Hortense de Beauharnais

De aristocraat uit een oude Bretonse familie nam dienst in 1806. In de jaren voor Waterloo was hij adjudant van maarschalk Lannes en prins Eugène de Beauharnais. Hij vocht in Spanje, Italië, Duitsland, Rusland, en voor de poorten van Parijs in 1813. De keizer maakte hem ridder in het Legioen van Eer en in de Orde van de IJzeren Kroon. In 1813 werd hij, na Napoleons eerste abdicatie officier in het leger van de Franse koning Lodewijk XVI. Hij werd als kolonel in commando van 7e regiment van de lijn (infanterie) met maarschalk Ney naar het Zuiden van Frankrijk gestuurd om Napoleon die van Elba was teruggekeerd te arresteren. Het regiment liep bij Grenoble en masse over naar de oude keizer. Charles de La Bédoyère was de eerste Franse kolonel die naar Napoleon overliep.

Bij Waterloo was Charles de La Bédoyère brigadegeneraal en aide-de-camp (stafofficier) van de keizer. Waarschijnlijk was het de door La Bédoyère overgebrachte order die maarschalk Jean-Baptiste Drouet d'Erlons eerste legerkorps van haar westelijke koers deed afwijken. Zo konden zij zich niet op tijd met maarschalk Ney verenigen bij Quatre-Bras. Ze kwamen ook te laat om aan het oostelijk front de troepen van de keizer te versterken in de slag bij Ligny omdat de woedende Ney het bevel dat La Bédoyère had overgebracht, liet opvolgen door een order om naar het oosten te marcheren. De 20000 man vochten door deze zinloze manoeuvres in geen van de drie veldslagen.

Charles de La Bédoyère bleef tot 25 juni in de omgeving van Waterloo.

Op 23 juni 1815 kwam het Franse Hogerhuis, de "Chambre des pairs" bijeen om te beraden over de opvolging van Napoleon I, die van de troon vervallen was verklaard. Charles de La Bédoyère was als graaf van het keizerrijk lid van deze vergadering. Hij nam het woord en eiste dat de jonge koning van Rome zou worden uitgeroepen als keizer Napoleon II, dat zou de logische consequentie van het aftreden van Napoleon I zijn[1]. Daarop sprak hij over "verraders in het midden van de Pairs[2]" en merkte hij op dat deze vergadering in het Luxembourg al tien jaar "geen oprechte stem was gehoord[3].

De voorzitter van de Kamer van Pairs, maarschalk Masséna, een man die veel aan Napoleon te danken had maar hem niet trouw bleef, ontnam hem het woord met de woorden "Jonge man, u vergeet uw plaats![4].

Toen hij vernam dat de keizer in Parijs was afgezet en naar de Atlantische kust was gevlucht, poogde Charles de La Bédoyère naar het neutrale en voor aanhangers van Napoleon veilige Zwitserland te vluchten. Toen hij zijn vrouw en zoontje in Parijs opzocht, werd Charles de La Bédoyère herkend en gearresteerd. Een militair gerechtshof, onderdeel van wat de reactionaire seconde Terreur Blanche oftewel Terreur légale werd genoemd, veroordeelde hem tot de doodstraf. De koning die Charles de La Bédoyères verraad bij Grenoble niet kon of wilde vergeven, verleende geen gratie en Charles de La Bédoyère werd op 19 augustus 1815 op de vlakte van Grenelle gefusilleerd.

In de film Waterloo werd hij uitgebeeld door de destijds 29-jarige acteur Phillipe Forquet Vicomte de Dorne.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.