Carrouselrijden

Carrouselrijden is een onderdeel van de paardensport, dat door een team van ruiters en amazones (meestal zestien, soms twaalf) tegelijk bedreven wordt.

Historische uitbeelding
Cadre Noir in de manege
Cadre Noir in de actie
Cadre Noir
Cadre Noir reprise de manege
Cadre Noir reprise de manege

De ruiters rijden op zelf gekozen muziek twee aan twee in colonne aan, en maken diverse figuren en formaties, waarbij een goede dressuur en samenwerking uiterst belangrijk zijn. De figuren hebben specifieke namen zoals klaverblad, tourniquette, visgraat of zandloper. Het showelement speelt hierbij een grote rol. Dat alle ruiters en amazones exact hetzelfde gekleed moeten zijn en de paarden tot in de puntjes verzorgd spreekt voor zich.

De Spaanse Rijschool in Wenen met de Lipizzaners is diverse malen op televisie geweest, deze rijschool staat aan de top van het carrouselrijden. De Cadre Noir is een Franse rijschool voor hogeschool dressuur, gevestigd in Saumur. Ook deze rijschool beoefent het carrouselrijden op het hoogste niveau. Tijdens hun hippische presentaties bestaat het eerste deel altijd uit carrouselrijden, en het tweede deel uit werken aan de lange teugel.

In Nederland worden regionale en nationale kampioenschappen gehouden. Elk jaar vinden deze kampioenschappen plaats; ze worden georganiseerd door de verenigde Carrouselclubs in Nederland (VCN).

"De VCN is een, op initiatief van een aantal FNRS-leden opgerichte vereniging met als doelstelling het carrouselrijden in Nederland te stimuleren en te promoten. Dit in de ruimste zin van het woord. Zij doet dit door middel van het organiseren van jaarlijkse carrouselwedstrijden welke leiden tot het Nationaal kampioenschap carrouselrijden. Tevens worden er incidenteel oefenwedstrijden georganiseerd. Er zijn momenteel 50 deelnemende carrouselgroepen te paard en 20 ponygroepen. Dit zijn in totaal ruim 1100 deelnemers."

Historie

De historie van het carrouselrijden in Europa voert terug tot de middeleeuwen bij riddertoernooien. Daarna werd het carrousselrijden (zij het niet onder die naam) veelvuldig door militairen toegepast als oefening. Het toont de commandant, hoe goed de bereden manschappen zijn bevelen horen en uitvoeren – en het toont de individuele ruiters, hoe goed ze hun paard onder controle hebben. Dit is nuttige kennis alvorens men met de cavalerie het slagveld betreedt. Bij soldaten te voet spreekt men van 'exerceren', bij schepen van 'admiraalzeilen'. In Nederland werd carrouselrijden beoefend vanaf ongeveer 1900. Het werd toen hoofdzakelijk gedaan als training en ter versterking van de discipline.

Het was de regel om voor termen en commando's de Franse taal te gebruiken, overgebleven uit de Franse bezetting. Tegenwoordig mogen commando's ook in het Nederlands gegeven worden.

Paardvriendelijkheid

Carrouselrijden kan een paardvriendelijke aangelegenheid zijn, mits deskundig uitgevoerd. Carrousselrijden is een groepsaangelegenheid, en als kuddedier werkt een paard graag samen. Veelvuldig rijdt men in de carrousel met twee paarden naast elkaar. De jury geeft ook hogere punten als de paarden precies 'in de pas' lopen met elkaar. Dat is wat paarden in de vrije natuur ook graag doen met hun kameraden. Het heeft veel zin, om tweetallen uit te zoeken van paarden die elkaar aardig vinden, of in ieder geval elkaar in de buurt kunnen laten komen zonder spanning.

Ook is het van belang, dat de dieren min of meer dezelfde bouw hebben, en met redelijk gemak in hetzelfde tempo dezelfde snelheid hebben. Tempo is hier: het ritme van de beweging, bijvoorbeeld het ritme, waarin de hoeven op de grond komen. Een goed doorgereden dressuurpaard kan zonder al te veel problemen zijn loopsnelheid aanpassen door te verzamelen of uit te strekken. Bij een verzamelde gang is het ritme 'gemiddeld' terwijl de snelheid laag is; bij een uitgestrekte gang is het tempo gemiddeld, terwijl de snelheid hoog is. Verzamelen dan wel uitstrekken kosten het paard veel kracht. Een paard dat minder goed getraind is, komt in de problemen als hij telkens qua snelheid harder of langzamer moet lopen dan voor hem natuurlijk is. Ook in verband met de muziek is het niet goed mogelijk om bijvoorbeeld met meerdere drafpassen dan de buurman te proberen de buurman bij te houden – de snelheid van de buurman moet gehaald worden in hetzelfde ritme – dat vereist training en spierkracht, vooral als de bouw van beide paarden grotere verschillen vertoont.

Verder is het van belang, dat ieder paard veel vertrouwen heeft in de ruiter. Van nature zal een kuddedier met plezier achter een soortgenoot aanlopen – bij carrouselrijden wordt dat patroon telkens doorbroken. Soms moet een paard voorop, dan weer achteraan, dan weer in een tweetal, dan weer iets anders. Als het paard zijn berijder als een goede vriend ervaart, die bovendien gezag heeft kan het dier zonder problemen leren, dat hij een hoger in rang staand paard kan passeren zonder een trap of een beet te krijgen.

Een typisch militaire manoeuvre is het 'doorlaten' – vroeger was dat aanvallen in open formatie. Dat wil zeggen: bijvoorbeeld zes paarden lopen naar het oosten – de andere zes paarden lopen naar het westen en de paarden passeren elkaar om en om: ieder paard dat naar het westen gaat, gaat tussen twee paarden door die naar het oosten gaan. Voor toeschouwers een prachtige manoeuvre: de twee ruitergroepen die als het ware door elkaar heen lopen. In de lichaamstaal van het paard is het in principe een uitdaging: "ik kom bijna recht op je af – wie van ons gaat er opzij?" Enig begrip, geduld en beginnen met ruime afstanden kan veel goed doen. Is een paard hier eenmaal goed aan gewend, kan het het dier veel plezier opleveren.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.