Carel Lodewijk de Pagniet

Carel Lodewijk Baron de Pagniet (Nijmegen, 10 juni 1715 - Tiel, 26 maart 1789), heer van Kermestein en IJzendoorn, was een lid van de Staten-Generaal voor Gelderland, burgemeester van Tiel en bewindhebber van de W.I.C. te Amsterdam.

Carel Lodewijk de Pagniet
Algemene informatie
Volledige naamCarel Lodewijk de Pagniet
Geboren10 juni 1715
Overleden26 maart 1789
Politieke functies
1749-1789Lid vroedschap van Tiel
1749-1760Schepen van Tiel
1761-1762Burgemeester van Tiel
1763-1768Schepen van Tiel
1769Burgemeester van Tiel
1770-1773Schepen van Tiel
1774Burgemeester van Tiel
1775-1777Schepen van Tiel
1778Burgemeester van Tiel
1779-1781Schepen van Tiel
1782Burgemeester van Tiel
1783-1785Schepen van Tiel
1786Burgemeester van Tiel
1787-1789Schepen van Tiel
1753Benoemd tot drost, richter, dijkgraaf en stadhouder van de vrije heerlijkheid Lede en Oudewaard en de hoge heerlijkheid Lienden.
1762-1763Lid van de Staten-Generaal voor Gelderland
1765-1786Lid van de Staten-Generaal voor Gelderland
Parlement.com (biografische informatie)
Portaal    Politiek
Nederland

Familie

Carel Lodewijk de Pagniet was een zoon van Abraham de Pagniet (1662-1724), majoor van het regiment infanterie Friesheim, en Dorothea Henriëtte van Brakell, vrouwe van Kermenstein (1677-1751).

Hij trouwde op 17 september 1750 met Henrietta Margaretha van Haeften, vrouwe tot Wadenoijen (1725-1785), dochter van Barthold van Haeften, heer van Wadenoijen, Ophemert, Zennewijnen en Delwijnen (1692-1772) en Margriet baronesse van Lynden, vrouwe van Hemmen (1700-1761). Zijn zus, Maria Louisa de Pagniet (1720-1766), trouwde met Alexander van Capellen (1713-1772), zij waren de ouders van Jhr. Theodorus Frederik van Capellen (1761-1824).

Het echtpaar kreeg acht kinderen, waaronder:

Loopbaan

Carel Lodewijk de Pagniet begon zijn loopbaan in zijn woonplaats Tiel. In 1749 trad hij toe tot de vroedschap en werd hij schepen. Tot aan zijn graf was hij telkens om en om, schepen of burgemeester van Tiel. Naast zijn politiek carrière werd hij in 1750 bewindhebber van de W.I.C. Dit duurde voort tot 1753. In hetzelfde jaar kocht hij het "Ingensche veer" over van David ten Hove, die het veer in 1750 geërfd had van zijn vader, Melchior ten Hove. In 1786 verkocht De Pagniet het veer aan zijn schoonzoon Vincent Maximiliaan van Tuyll van Serooskerken. Na de aankoop in 1753 is het veer tot 1912 binnen de familie gebleven.

Op 23 augustus 1757 werd De Pagniet benoemd tot drost, richter, dijkgraaf en stadhouder van de vrije heerlijkheid Lede en Oudewaard en de hoge heerlijkheid Lienden.

In 1758 werd hij lid van de admiraliteit te Rotterdam, hiervan bleef hij een jaar lid, waarna hij in 1763 vervolgens lid werd van de admiraliteit te Amsterdam. Hier bleef hij lid tot 1 mei 1765. Ondertussen was hij op 17 november benoemd tot lid van de Staten-Generaal voor Gelderland, van 17 november 1762, wat hij tot 1786 bleef, met een tussenstop in 1763-1765.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.