Grijze rifhaai
De grijze rifhaai[3] (Carcharhinus amblyrynchos) is een van de meest frequente bezoekers van tropisch koraalriffen in de Rode Zee en Grote Oceaan. De haai komt uit de familie van de requiemhaaien.[4][5] Hij heeft een grijze kleur en witte buik en kan ongeveer twee meter lang worden. De punt van de eerste rugvin is wit gekleurd. Alle overige vinnen hebben een donker uiteinde, waarbij het staartuiteinde een geprononceerde zwarte rand heeft. Zij baren 1-6 jongen in een worp. Het aantal grijze rifhaaien is de laatste jaren afgenomen.
Grijze rifhaai IUCN-status: Gevoelig[1] (2005) | ||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||||||
| ||||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||||
Carcharhinus amblyrynchos (Bleeker, 1856)[2] | ||||||||||||||||
Verspreidingsgebied grijze rifhaai | ||||||||||||||||
Afbeeldingen op | ||||||||||||||||
Grijze rifhaai op | ||||||||||||||||
|
Gedrag
De haai geldt als niet gevaarlijk voor duikers en opereert vaak in groepen langs de rand van het rif of boven zandbodems. De grijze rifhaai kan (in bepaalde wateren) een typische geritualiseerd dreighouding aannemen die gekenmerkt is door een gebogen kop, sterke gekromde rug en S-vormige houding. Dit is vermoedelijk een uiting van territoriaal gedrag. Dit gedrag schijnt echter vooral voor te komen bij soorten die leven in de Grote Oceaan.
Deze haaien zijn overdag maar vooral ook gedurende de nacht actief, als zij zich voeden met vissen van het rif, inktvissen en kreeftachtigen zoals garnalen en krabben. De haai is sociaal, vormt groepen, is vaak nieuwsgierig en geneigd duikers te benaderen. Het voederen met dode visresten wordt vaak door duikers gebruikt om deze haaien te fotograferen.
Synoniemen
- Carcharhinus wheeleri - Garrick, 1982[6]
- Carcharias amblyrhynchos - Bleeker, 1856[2]
- Carcharias nesiotes - Snyder, 1904[7]
- Galeolamna coongoola - Whitley, 1964[8]
- Galeolamna fowleri - Whitley, 1944[9]
- Galeolamna tufiensis - Whitley, 1949[10]
Bronnen, noten en/of referenties
|
Soorten binnen het geslacht Carcharhinus |
---|
Zwartsnuithaai (C. acronotus) · Zilverpunthaai (C. albimarginatus) · Grootsnuithaai (C. altimus) · Sierlijke haai (C. amblyrhynchoides) · Grijze rifhaai (C. amblyrhynchos) · Varkensooghaai (C. amboinensis) · Borneohaai (C. borneensis) · Koperhaai (C. brachyurus) · Tolhaai (C. brevipinna) · Nerveuze haai (C. cautus) · Witwanghaai (C. dussumieri) · Zijdehaai (C. falciformis) · Kreekhaai (C. fitzroyensis) · Galapagoshaai (C. galapagensis) · Pondicherryhaai (C. hemiodon) · Fijntandhaai (C. isodon) · Gladtandzwarttiphaai (C. leiodon) · Stierhaai (C. leucas) · Zwartpunthaai (C. limbatus) · Oceanische witpunthaai (C. longimanus) · Hardsnuithaai (C. macloti) · C. macrops · Zwartpuntrifhaai (C. melanopterus) · Schemerhaai (C. obscurus) · Caribische rifhaai (C. perezii) · Zandbankhaai (C. plumbeus) · Kleinstaarthaai (C. porosus) · Zwartstiphaai (C. sealei) · Nachthaai (C. signatus) · Vlekstaarthaai (C. sorrah) · Australische zwartpunthaai (C. tilstoni) |