Cancionero de Segovia

Het Cancionero de Segovia, het liedboek van Segovia dat wordt bewaard in het archief van het kapittel van de Kathedraal van Ségovia, staat ook bekend als het Cancionero de la Catedral de Segovia (liedboek van de kathedraal van Segovia) of als het Cancionero Musical de Segovia (CMS).

Het liedboek van Segovia is een handschrift dat dateert van het einde van de 15e eeuw met renaissancemuziek. Het bevat een omvangrijk repertoire aan werken van vooral Spaanse, Franse en Nederlandse componisten. Tegenwoordig wordt het bewaard in het archief van het kapittel van de kathedraal van Segovia (Archivo Capitular).

Het handschrift

Het liedboek werd samengesteld tegen het einde van de regering van koningin Isabella I van Castilië (en koning Ferdinand II van Aragón) tussen 1499 en 1503. Vermoedelijk kwam een deel van het repertoire naar Aragón en Castilië vanuit Italië, met name via Napels uit Ferrara, onder meer omdat het handschrift werken bevat waar niets soortgelijks tegenover staat in andere Spaanse bronnen van die tijd en die een, bij vergelijking met de Italiaanse bronnen, aanwijsbaar als Italiaans te duiden smaak weerspiegelt. Ook de aanwezigheid in het liedboek van componisten die in Italië hadden verbleven, lijkt daarvoor te spreken.

Het handschrift kwam in het bezit van de Biblioteca del Real Alcázar de Segovia (de koninklijke paleisbibliotheek in Segovia) en later belandde het op onbekende wijze in de kathedraal van Segovia, waardoor het ontsnapte aan de brand waaraan het alcázar mét zijn schatten in 1862 ten prooi viel.

Higinio Anglés ontdekte het handschrift in het archief van het kapittel van de kathedraal in 1922.

De codex telt 228 genummerde vellen papier en is van gemiddeld formaat (291 op 215 mm); het beschreven oppervlak bedraagt 239 op 166 mm. In tegenstelling tot andere liedboeken van die tijd bevat het geen inhoudsopgave noch een groepering van de werken naar genre, zoals romances en motetten.

Drie niet met naam vermelde kopiisten lijken aan het werk te zijn geweest. In de volgende tabel, die de inhoud weergeeft, staan ze als A, B en C:

Nr. Stemmen Genre Copiist
1-10
11-35
35-65
66-67
68-79
80-95
96-151
152-163
164-201
202-203
3,4
4
4
3
3
3
3
2
3
3
Missen
Officiegezangen en motetten
Wereldlijke liederen
Missen
Officiegezangen en motetten (nr 76 à 4)
Wereldlijke liederen
Officiegezangen en wereldlijke liederen, steeds in groepen
Motetten en chansons
Castiliaanse werken
Latijnse werken van Mondejar en De Wreede
A
A
A
A
A
A
A
A
B
C

Het handschrift kan ook als volgt worden onderverdeeld:

  1. het eerste deel, tot folium 206, bevat meer dan 150 werken uit het repertoire van de Nederlandse polyfonisten;
  2. het tweede deel, van folio 207 tot 228, begint met de aantekening: Aquj comjensan las obras castellanas (hier beginnen de Castiliaanse werken). Dit deel bevat 40 werken waarvan 37 in het Castiliaans, 2 in het Latijn en 1 tekstloos.

Anders dan de Castiliaanse en Latijnse werken zijn de Franse en Nederlandse slechts voorzien van een incipit, waarbij opvalt dat het incipit van de Nederlandse liederen verrassend correct is gespeld, in tegenstelling tot wat het geval is in de meeste Italiaanse bronnen van die tijd, waarin ook een vrij belangrijk aantal Nederlandse liederen is opgenomen. Onder meer omdat de spelling van de Nederlandse incipits bovendien correcter is dan die van de Franse, waarin castilianismen en neerlandismen voorkomen, is geopperd dat de uit Brugge afkomstige componist Johannes Wreede copiist A van het manuscript zou kunnen zijn; van hem is geweten dat hij carissimus noster regis Hispaniae capellae magister was in de periode van 1477 tot 1481.

De werken

De codex bestaat in het totaal uit 204 werken in vijf verschillende talen (74 in het Latijn, 50 in het Frans, 38 in het Castiliaans, 34 in het Nederlands en 8 in het Italiaans). Daarvan zijn er 97 alleen in deze codex terug te vinden. De stukken zijn van de hand van een groot aantal componisten, onder wie: Jacob Obrecht (31 werken), Heinrich Isaac (21), Alexander Agricola (22), Loyset Compère (13), Juan de Anchieta, Philippe Caron (1), Hayne van Ghizeghem (5), Johannes Tinctoris (9), Antoine Busnois (2), Josquin Desprez (6), Juan del Encina, Francisco de la Torre, Pedro de Lagarto, Alonso de Mondéjar (1), Juan Pérez de Gijón, Johannes Wreede (Juan de Urrede) (1), Antoine Brumel (6), Matthaeus Pipelare (4), Petrus Elinc (4), Roelkin (3), Adam (2), Johannes Aulen (1), Johannes Joye (1), Jacobus Barbireau (1), Marturia Prats (1), Johannes Ffarer (1) y Johannes Martini (3).

De Nederlandse liederen van het handschrift vormen een van de voornaamste bronnen voor dit genre in die taal uit die tijd. Zo maken de liederen van Obrecht niet alleen al het leeuwendeel uit van het overgeleverde repertoire aan Nederlandse liederen van deze componist - die in dat genre al de meest vruchtbare van zijn tijd is - maar meteen ook meer dan de helft van het totale bewaard gebleven wereldlijke oeuvre van deze componist.

In het liedboek zijn werken opgenomen met zowel geestelijke als wereldlijke onderwerpen. Onder de genres die zijn vertegenwoordigd vinden we missen, motetten, villancico‘s, chansons en instrumentale stukken. De stukken gaan van eenvoudige Castiliaanse werken tot doorwrochte composities.

Eerste deel: werken van Nederlandse polyfonisten

Enkele werken uit het eerste deel:

NrWerkAantal stemmenComponistMuzikaal genre
Morte che fay4Heinrich Isaaccanzona
Fortuna disperata5Heinrich Isaacchanson
De tous biens playne2Heinrich Isaacquodlibet
Omnis spiritus laudet5Jacob Obrechtmotet
Regina celi2Jacob Obrechtduo
Fortuna disperata3Antoine Busnois
De tous biens playne2Johannes Tinctorisduo
Le souvenir2Johannes Tinctorisduo
D'ung aultre amer2Johannes Tinctorisduo
tekstloos2Johannes Tinctorisduo
Tout a par moy2Johannes Tinctorisduo
De tous biens playne3Hayne van Ghizeghemchanson
Comme femme desconforte2Alexander Agricoladuo
Mater PatrisAntoine Brumel
O crux, Ave, spes unicaAntoine Brumel
De tous biens playne2Adamduo
De tous biens playne2Roelkinduo
Todos los bienes del mundo4Juan del Encinavillancico
Fecit potentiam2anoniemduo
Fortuna disperata4anoniemchanson

Tweede deel: Castiliaanse werken

Alle werken zijn in het Castiliaans, behalve de Pange lingua en Ave, Rex noster die in het Latijn zijn, en een ander werk dat tekstloos is.

NrWerkAantal stemmenCompositorMuzikaal genre
164Justa fue mi perdición3Francisco de la Torrevillancico
165Gran gasajo siento4anoniem
166Pues jamás olvidaros4Juan del Encina
167Nunca fue pena mayor3Johannes Wreede
(Juan de Urrede)
168Al dolor de mi cuidado3Juan Pérez de Gijón
169Romerico ti que vienes3Juan del Encinavillancico
170O que chapado placer3anoniem
171Demos gracias a Dios3Francisco de la Torre
172Peligroso pensamiento3Francisco de la Torre
173Deziflor rresplandeciente3anoniem
174Contento sois que doláis dolor3anoniem
175Al del hato ca los ángeles3anoniem
176Ya no quiero tener fe, señora3Juan del Encinavillancico
177El descanso de vos ver3anoniem
178Amor quiso que os quisiera3anoniem
179Por muy dichoso se tenga3anoniem
180Ay triste que vengo3Juan del Encina
181Mas lo precio3anoniem
182No cesé hasta que os vi3anoniem
183Qual estávades anoche4anoniem
184Ya no quiero ser vaquero3Juan del Encina
185tekstloos3anoniem
186Harto de tanta porfía3anoniem
187Oyga tu merced3anoniem
188Adoramus te, Señor4Francisco de la Torre
189Andad pasiones andad3Pedro de Lagarto
190O si vieras al moçuelo3anoniem
191Nuevas, nuevas de plazer3anoniem
192Nuevas, nuevas por tu fe3anoniem
193Como nos liebas amor3anoniem
194Quanto más lexos de tí4anoniem
195Quedóse do quedo pro3anoniem
196Para verme con ventura3anoniem
197Con temor y con plazer3anoniem
198Vete (a)mor busca3anoniem
199Desdichado fue nacer3anoniem
200Vos partiste yo quedé3anoniem
201Subime a lo alto3anoniem
202Pange lingua4Johannes Wreede
(Juan de Urrede)
motet
203Ave, Rex noster4Alonso de Mondéjar

Discografie

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.