CS-6

CS-6 was de naam van een linkse Amsterdamse verzetsgroep in de Tweede Wereldoorlog. De naam is afkomstig van het adres waar de groep zijn oorsprong vond: Corellistraat 6 te Amsterdam.

De groep werd in de zomer van 1940 opgericht door de broers Gideon ("Gi") en Jan Karel ("Janka") Boissevain. Nadat hun poging om in juli 1940 naar Engeland te ontkomen mislukte, keerden zij terug naar hun ouderlijk huis, waar hun moeder al begonnen was Joodse vluchtelingen op te vangen.

Verzetsgroep

Janka en Gi richtten met een aantal medestudenten een knokploeg op die al gauw CS-6 genoemd werd. In de kelder van hun ouderlijk huis maakten ze bommen om treinen te saboteren en een arbeidsbureau te overvallen.[1]

De groep telde ruim twintig leden. Tot de groep behoorden onder meer:[2]

  • Jan Karel Boissevain, gefusilleerd 1943
  • Gideon Boissevain, gefusilleerd 1943
  • Frans Boissevain (1923-1981), jongere broer van Jan Karel en Gideon, gearresteerd in 1943, overleefde Dachau
  • Mies Boissevain-van Lennep (1896-1965), moeder van Jan Karel, Gideon en Frans, gearresteerd in 1943, overleefde Ravensbrück
  • Louis Boissevain (achterneef van Jan Karel, Gideon en Frans), gefusilleerd 1943
  • Walter Brandligt (1901), gefusilleerd op 1 oktober 1943
  • Nel van den Brink-Kossen, in 1943 naar Duitsland vervoerd, gefusilleerd
  • Toon Broeckman (1911), gefusilleerd 1943
  • Leo Herman Frijda (1923), gefusilleerd 1943
  • Henri Geul (1916), gefusilleerd 1943
  • Hans Katan (1919), gefusilleerd 1943
  • Johan Kalshoven (1922), gefusilleerd 1943
  • Gerrit Willem Kastein (1910-1943)
  • Ernst Klijzing (1923), gefusilleerd
  • Tom Koreman
  • Bram Kuiper (1922), gefusilleerd 1943
  • Sape Kuiper (1924), broer van Bram, gefusilleerd 1943
  • Truus van Lier, in 1943 naar Duitsland vervoerd, gefusilleerd
  • Johannes van Mierlo (1907), gefusilleerd[3]
  • Ton Pleijte (1921), gefusilleerd 1943
  • Jan Dirk Pleijte, getransporteerd naar Dachau en aldaar overleden[4]
  • Pam Pooters (1911), gefusilleerd 1943
  • Reina Prinsen Geerligs, in 1943 naar Duitsland vervoerd, gefusilleerd
  • Dio Remiëns (1919), gefusilleerd 1943
  • Hendrik Romeijn (1921), gefusilleerd 1944
  • Hans Roemer (1921), gefusilleerd 1943
  • Irma Selig, verloofde van Leo Frijda
  • Olaf Thingberg Thomsen (1919), gefusilleerd op 1 oktober 1943[5]
  • Jan Verleun, gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte 1944
  • Tineke Wibaut-Guilonard[6], gearresteerd in 1943, overleefde (het Bunkerdrama in) Vught en Ravensbrück

De groep verzamelde wapens en legde zich toe op sabotage, later ook op liquidatie van verraders. De leden zouden verantwoordelijk zijn voor een aanslag, in 1943, op het Amsterdamse Rembrandttheater.[7]

Seyffardt en Reydon

Begrafenis op 16 februari 1943 van mevrouw Reydon.

Op 5 februari 1943 pleegde Kastein samen met Jan Verleun een aanslag op luitenant-generaal Hendrik Seyffardt, nieuw benoemd gemachtigde voor het Vrijwilligerslegioen Nederland[8], die een dag later aan de gevolgen overleed. Seyffardt bracht nog uit dat de daders 'studenten' waren; het gevolg was een razzia waarbij honderden studenten werden opgepakt. Deze aanslag vormde de belangrijkste aanleiding voor het starten van de sluipmoorden door de SS met de naam Aktion Silbertanne.

Op 7 februari pleegden Kastein en Verleun een aanslag op secretaris-generaal en NSB-lid Hermannus Reydon, waarbij diens vrouw stierf, terwijl Reydon zelf een half jaar erna overleed. De moorden op Seyffardt en Reydon zijn de bekendste van de groep geworden.

Van der Waals

Kastein viel door verraad van de V-mann Anton van der Waals in Duitse handen, en met hem het merendeel van de groep; zij werden gefusilleerd of stierven in gevangenschap. Het restant van de groep, waaronder Jan Verleun, verdubbelde hierna zijn activiteit. Een aanslag op Anton Mussert ging op het laatste moment niet door; tot november 1943 werden echter nog tien aanslagen gepleegd op collaborateurs en politiemensen. Door toedoen van de V-Mann Matthijs A. Ridderhof kwam aan hun activiteit een einde.

Zwarthandelaar en SD-informant F.H. Pas uit Soest wordt genoemd als uiteindelijk verantwoordelijk voor het oprollen van CS-6[9]. Pas verweert zich in 1947 tegen de aanklacht wegens verraad door zich voor te doen als slachtoffer van een roofoverval in 1943 en later van chantage door leden van CS-6. Volgens de aanklacht zijn door toedoen van Pas drie verzetsstrijders gefusilleerd.

Englandspiel

Twee leden waren intussen naar Londen gestuurd. Daar werden zij ingeschakeld bij het inlichtingenwerk in bezet gebied. Zij liepen bij de eerste de beste actie in de fuik van het Englandspiel.

Na de oorlog werden Jan Karel, Gideon en Louis Boissevain, Pam Pooters en Gerrit Kastein aangemeld voor een Gedenkboek van omgekomen communistische verzetsmensen, dat overigens nooit verschenen is.[10]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.