Botanische Tuinen Universiteit Utrecht

De Botanische Tuinen van de Universiteit Utrecht is een universitaire organisatie binnen de Universiteit Utrecht die de botanische tuinen beheert. De tuinen zijn tegenwoordig gecentraliseerd in de Botanische Tuin Fort Hoofddijk op de De Uithof. De organisatie is onderdeel van de Faculteit Bètawetenschappen en aangesloten bij Botanic Gardens Conservation International, de International Association of Butterfly Exhibitors and Suppliers, de Nederlandse Vereniging van Botanische Tuinen, de Stichting Nationale Plantencollectie en de Museumvereniging.

Botanische Tuinen Universiteit Utrecht
Botanische tuin op de Uithof
Structuur
DirecteurArie Oudijk
EigenaarFaculteit Bètawetenschappen Universiteit Utrecht
Aantal werknemers20[1]
Media
Websiteuu.nl/botanischetuinen

De botanische tuinen (vroeger ook wel aangeduid als 'Hortus Botanicus') hebben in Utrecht een eeuwenlange traditie. Ook vandaag de dag zijn de tuinen nog een bron van kennis en genoegen voor deskundigen en liefhebbers. De tuinen dienen in de eerste plaats voor universitair onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Tegenwoordig is ook natuur- en milieueducatie een belangrijk doel.

Geschiedenis

De Universiteit van Utrecht werd opgericht in 1636. Reeds drie jaar later kreeg de universiteit, op het bolwerk Sonnenborgh, haar tuin. Dat was toen nog een Hortus Medicus, vooral bedoeld om de studenten kennis te laten maken met medicinale planten en kruiden.

In 1723 verhuist de Hortus naar een terrein tussen Nieuwegracht en Lange Nieuwstraat, waar Joseph Serrurier (1668-1742) een systematische tuin aanlegt in navolging van de Leidse hoogleraar Herman Boerhaave. Deze tuin, nu bekend als de Oude Hortus, wordt tot ver in de twintigste eeuw regelmatig uitgebreid en veranderd, maar in 1987 opgeheven.

In 1920 werd het Cantonspark in Baarn, compleet met broeikassen, aan de Utrechtse Universiteit overgedragen. Tot 1987 heeft dat park als botanische tuin dienstgedaan, waarna het werd overgedragen aan de gemeente Baarn. De collectie werd in 1987 overgebracht naar Fort Hoofddijk.

In 1963 vond de aankoop plaats van het "Werk aan de Hoofddijk" in De Uithof. Daarmee volgde de botanische tuin de beweging van de universiteit richting De Uithof. Het militaire werk aan de Hoofddijk was een fortificatie van de in onbruik geraakte Oude Hollandse Waterlinie. De locatie wordt daarom kortweg als Fort Hoofddijk aangeduid.

In 1964 verwierf de universiteit het landgoed Sandwijck in De Bilt, waar kwekerijen en kassen kwamen. Ook de collectie van dit landgoed werd in 1987 overgebracht naar Fort Hoofddijk.

In 1966 nam de Universiteit het Von Gimborn Arboretum te Doorn over. Dit in 1924 door de inktfabrikant Max Th. von Gimborn gestichte arboretum van 27 hectare bevat een collectie winterharde coniferen, loofbomen, heideplanten en bodembedekkers, vooral ten behoeve van boomkwekers, tuinarchitecten, hoveniers en dendrologen. Tot 2010 viel het arboretum onder het beheer van de universiteit.

Collectie

In het kader van de Nationale Plantencollectie zijn tussen een aantal botanische tuinen in Nederland afspraken gemaakt over welke tuin zich in welke plantengroepen specialiseert. De deelcollecties die door Utrecht worden beheerd zijn:

Directeuren

  • Van Wachendorff (1747)
  • Johann David Hahn (1767)
  • prof. dr. J. Lanjouw (1965-1977)
  • dr. P.C. de Jong (1977-1986)
  • Arie Oudijk

Vijf tuinen

In 1986 waren de tuinen gevestigd op vijf locaties:[2]

Zie de categorie Utrecht University Botanic Gardens van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.