Bolungarvík

Het stadje Bolungarvík telt bijna 900 (2013) inwoners en ligt in het uiterste noordwesten van IJsland vlak bij Ísafjörður. Bolungarvík is al vanaf de kolonisatie van IJsland een vissersdorpje. Nu is er een goede haven, maar vroeger was het aanmeren er een hachelijke onderneming die meerdere zeelui het leven heeft gekost. Vroeger woonden er alleen in de zomermaanden enkele vissers, maar vanaf 1890 is Bolungarvík permanent bewoond, hoewel het alleen over zee bereikbaar was. In 1950 werd het plaatsje over land ontsloten. Het ligt samen met de volledige regio van de Westfjorden afgelegen van de rest van IJsland. In de zomermaanden komen er wat toeristen. Er is een camping, zwembad en een natuurhistorisch museum (met een ijsbeer) en even buiten het stadje ligt het als openluchtmuseum ingerichte nagebootste visserskamp Ósvör. Bolungarvík was ook de hoofdlocatie waar de film Nói albinói van de IJslandse regisseur Dagur Kári werd opgenomen. Het verhaal gaat over de moeilijkheden van een tiener die opgroeit in een afgelegen dorp.

Bolungarvík
Plaats in IJsland

Situering
RegioVestfirðir
Coördinaten66° 10 NB, 23° 15 WL
Algemeen
Oppervlakte109 km²
Inwoners (1 januari 2012)889
(8.2 inw./km²)
Overig
Postcode415
Gemeentecode4100
Websitewww.bolungarvik.is
Portaal    Noord-Europa
Zie de categorie Bolungarvík van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.