Boheemse Opstand (1618-1620)
De Boheemse Opstand (Duits: Böhmischer Aufstand; Tsjechisch: České stavovské povstání) van 1618 tot 1620 was een door protestantse Boheemse edelen geleide opstand tegen het bestuur van de katholieke koning Ferdinand II van Habsburg. De opstand vormde de beginfase van de Dertigjarige Oorlog.
Boheemse Opstand
| ||||
Onderdeel van de Dertigjarige Oorlog | ||||
![]() | ||||
Datum | 23 mei 1618 - 8 november 1620 | |||
Locatie | Bohemen, Neder-Oostenrijk, de Palts | |||
Resultaat | Keizerlijke overwinning | |||
Casus belli | Defenestratie van Praag | |||
Strijdende partijen | ||||
| ||||
Leiders en commandanten | ||||
|
De opstand begon op 23 mei 1618 na de Defenestratie van Praag, waarbij twee vertegenwoordigers van koning Ferdinand door een aantal edelen uit een raam van de Praagse burcht geduwd werden. De opstand breidde zich in de loop van 1618 en verder 1619 uit. De opstandelingen zetten Ferdinand II af en kozen in zijn plaats Frederik V van de Palts tot hun nieuwe koning. Na een aantal schermutselingen werden de Boheemse legers in november 1620 verslagen in de Slag op de Witte Berg, waarna de opstand uiteen viel. Frederik V zette de strijd voort, waarna de oorlog zich verplaatste naar het Rijnland.