Bocagelandschap

Een bocagelandschap is een visueel kleinschalig landschaptype, dat wordt gekenmerkt door kleine onregelmatige percelen die worden afgeschermd door heggen, houtwallen of muurtjes.

Ten minste één Wikipediagebruiker vindt dat de inhoud van dit artikel ingevoegd zou moeten worden in Coulisselandschap, of dat er een duidelijkere afbakening tussen beide artikelen dient te worden gemaakt. Als de tekst wordt ingevoegd, dient dit artikel een redirect te worden (hier melden).
Bocagelandschap van de Boulonnais in het noorden van Frankrijk
Bocage van Cotentin in 1945, Normandië (Frankrijk)
Bocagestructuur in Aveyron in het Centraal Massief, Frankrijk
Open 'semi-bocage' in de Limousin, Frankrijk
Gedegradeerd oud bocagelandschap in Engeland. Hagen zijn beschadigd of verwijderd door industriële landbouwmachines, waardoor deze minder intens en onderbroken werden.

Een Nederlands voorbeeld is het heggengebied bij Nisse in de provincie Zeeland.

Verspreidingsgebied

West-Europa kent een grote verscheidenheid aan bocagelandschappen. Op basis van de classificatie die Meeus en Wijermans (1991) maakten van de cultuurhistorische landschappen in Europa wordt een onderscheid gemaakt tussen ‘Atlantische bocage’, ‘Atlantische semi-bocage’ en 'Mediterrane semi-bocage’.[1]

De ‘Atlantische bocage’ wordt aangetroffen in grote delen van:

  • Zuid-Engeland (onder andere in Devon). Het Engelse bocagelandschap is voornamelijk een gevolg van de politiek van enclosures.

Kenmerkend voor de ‘Atlantische bocage’ is de aanwezigheid van een onregelmatige blokverkaveling met lage heggen, houtwallen of muurtjes op glooiende hellingen. De boerderijen liggen verspreid in het landschap. De dichtheid van het landelijk wegennet is groot.

De ‘Atlantische semi-bocage’ vinden we onder andere in:

Ook de ‘Atlantische semi-bocage’ kent een onregelmatige blokverkaveling. De kavels worden begrensd door lage heggen en/of muurtjes. Door het reliëf is het wegennetwerk minder dicht dan bij de ‘Atlantische bocage’. Verspreid in het gebied liggen kleine bospercelen.

De ‘Mediterrane semi-bocage’ vinden we in delen van Noord-Spanje, Zuidoost Frankrijk en Italië. Het landschap is geaccidenteerd (heuvels en middelgebergte) met vaak extensief gebruikte weidegronden. Soms zijn er hagen, soms muurtjes of bomen op de kavelgrenzen. De bewoners leven in kleine dorpen

Etymologie en historische ontwikkeling

Het woord bocage stamt van het Latijnse boscus. In het oud-Frans werd dit bosc, later bois of bosquet. De oude term boscage of bocage werd in de 12e eeuw wel gebruikt als aanduiding voor een klein bos, later ook als aanduiding voor een ruig stuk land. De huidige betekenis kwam in gebruik in de periode 1960-1980, vooral in het wetenschappelijk werk van geografen.[2]

De ontwikkeling van het bocagelandschap kent een lange geschiedenis. De ontwikkeling is in veel gebieden niet lineair. Eenmaal gevormde besloten landschappen kunnen namelijk na verloop van tijd toch weer een open karakter krijgen. Door het in bezit nemen van oorspronkelijk gemeenschappelijk beheerde velden of woeste gronden en het afbakenen van het particuliere bezit door heggen, aarden wallen of muurtjes ontstond een visueel besloten landschap. In sommige gebieden begint de ontwikkeling al in de pre-romeinse periode (zoals bijvoorbeeld in het land van de Nerviërs tussen Maas en Schelde. In andere gebieden begint het in de late Middeleeuwen bij de omschakeling van akkerbouw naar schapenhouderij zoals bij de ontwikkeling van de zogenaamde enclosures in Zuid-Engeland. De verscheidenheid aan hypothesen over de chronologie van de ontwikkeling van bocages hangt samen met de specifieke omstandigheden van een bepaald gebied[3]

Ecologische betekenis

Het bocagelandschap is door zijn kleinschaligheid en de aanwezigheid van hagen en houtwallen van groot belang voor de locale en regionale flora en fauna. Heggen en houtwallen fungeren als broedplaatsen voor de locale fauna en hun netwerk als ecologische verbindingszones. Meidoorn, Sleedoorn, olmen en eiken zijn typerend voor de hagen en houtwallen. De heggen en houtwallen zijn ook bepalend voor het microklimaat in het bocagelandschap. Ze fungeren als windbrekers en ze beschermen de percelen tegen bodemerosie met name in heuvelachtige gebieden. Doordat zon en schaduw variëren met de plaats van de hagen en houtwallen ontstaan ideale omstandigheden voor vogels, amfibieën, vlinders etc.

Het bocagelandschap is in de 20e eeuw sterk in omvang achteruit gegaan. Ruilverkavelingen en mechanisatie in de landbouw hebben geleid tot het verdwijnen van hagen, houtwallen en bomenrijen. Het gebruik van pesticiden en het voorkomen van plantenziektes zorgden voor een aanzienlijke reductie van het aantal kilometers natuurlijke perceelscheidingen. De iepenziekte deed de olm zo goed als verdwijnen. Veel hagen werden gerooid bij de bestrijding van bacterievuur in de meidoorn. De meidoorn is namelijk een waardplant voor deze plantenziekte.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.