Bloemrijk grasland van het rivieren- en zeekleigebied

Bloemrijk grasland van het rivieren- en zeekleigebied is een natuurdoeltype en komt voor in het rivierengebied en in het zeekleigebied. In sommige gevallen komt het voor in afgesloten zeearmen en oeverlanden. Het vergt een vochtige tot droge grond en diepe grondwaterstand, een zwak zure tot neutrale bodem die zwak eutroof is. Een oppervlakte van minstens 0,5 hectare is vereist om het in stand te houden.

Plantengemeenschappen

Binnen het natuurdoeltype bloemrijk grasland van het rivieren- en zeekleigebied kunnen verschillende plantengemeenschappen voorkomen. Deze plantengemeenschappen hoeven niet allemaal voor te komen om het natuurdoeltype te bereiken.

Nederlandse naamWetenschappelijke naam
Duin-struisgras-associatieFestuco-Galietum veri
Associatie van vetkruid en tijmSedo-Thymetum pulegioidis
Associatie van sikkelklaver en zachte haverMedicagini-Avenetum pubescentis
Glanshaver-associatieArrhenatheretum elatioris
KamgrasweideLolio-Cynosuretum
Rompgemeenschap met weidegeelster van de glanshaver-orde-
Rompgemeenschap met Grote vossestaart en Echte koekoeksbloem van het Verbond van Grote vossestaart/de Pijpestrootje-orde-
Associatie van dauwbraam en marjoleinRubo-Origanetum
Associatie van waterpeper en tandzaadPolygono-Bidentetum
Kweekdravik-associatieBromo inermis-Eryngietum campestris
Wormkruid-associatieTanaceto-Artemisietum
Rompgemeenschap met Wilde cichorei van de Wormkruid-orde/de Glanshaver-orde-
Kruisbladwalstro-associatieUrtico-Cruciatetum laevipedis

Subtype

Het natuurdoeltype kent vier subtypen die verschillen qua soortensamenstelling en qua fysische gesteldheid.

  • Stroomdalgrasland: Dit subtype komt voor op duinvaaggronden, vorstvaaggronden en ooivaaggronden en komt overeen met het habitattype kalkminnend grasland op dorre zandbodem uit de habitatrichtlijn. Het bestaat voornamelijk uit schraal grasland.
  • Glanshaverhooiland van het rivieren- en zeekleigebied: Dit subtype komt voor op poldervaaggronden, vorstvaaggronden, ooivaaggronden en op klei- en zavelgronden. Het wordt in stand gehouden door maaien. Het komt voornamelijk voor op dijkhellingen. Het subtype komt overeen met het habitattype laaggelegen schraal hooiland indien de glanshaver-associatie aanwezig is.
  • Kamgrasweide van het rivieren- en zeekleigebied: Dit subtype komt voor op poldervaaggronden, vorstvaaggronden, ooivaaggronden en op klei- en zavelgronden. Het wordt in stand gehouden door beweiding.
  • Bloemrijk weidevogelgrasland van het rivieren- en zeekleigebied: Dit subtype komt voor op poldervaaggronden, vorstvaaggronden, ooivaaggronden en op klei- en zavelgronden. Het komt overeen met het habitattype laaggelegen schraal hooiland indien de glanshaver-associatie aanwezig is.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.