Big City (single)

In het lied stelde Hansse, die op de wereld op veel plaatsen was geweest, dat hij nog nooit zo een ongeorganiseerde bende had gezien als in het oude Amsterdam en rapte daar over. Het lied bestaat uit 12 coupletten en na elk 4e couplet volgt het refrein: "Big city, Big city, Big big city, You're so pretty" en na het laatste couplet 2 maal het refrein.

Aan bod kwamen onder meer de drukte in het verkeer en het gebrek aan parkeerplaatsen, de hippies met hun stickies en walm, het probleem van de hondenpoep, de drukte in stad, de kroegen en de vrouw van Bolle Jan die bevalt. De Hare Krishna's die het publiek willen blij maken maar dat zelf volgens hem niet zijn, de luchtvervuiling die invloed heeft op de kwaliteit van de vis van de haringman, een Arabier die patat eet die gebakken is in de olie uit zijn vaderland en een Engelsman die klem zit tussen de tramdeuren. Dat er grote auto's over de stoep rijden, dat het standbeeld van Thorbecke op de kroeggangers neerkijkt, de geluidsoverlast van de muziek en het piepen van de trams in de bochten alsof ze katten staan te villen. Uiteindelijk stelt hij voor om als alternatief om de drukte te ontlopen tot rust te komen en in je blote billen in een oerwoud lopen rillen. Omdat dit toch niet zo heel erg aangenaam is stelt hij dan dat het in Amsterdam uiteindelijk allemaal nog wel meevalt.

Hansse zong de tekst in een rap-achtige stijl. Hij liet zich wat de tekst betreft vermoedelijk inspireren op teksten die zijn vader Jacques van Tol schreef en die hij terugvond in een la. Muziekproducent was co-auteur Clous van Mechelen, die ook nog een serie muziekinstrumenten, waaronder een uit de shows met Wim T. Schippers bekende scheurende saxofoon, bespeelde.

Big City
Single van: Tol Hansse
Van het album: Tol Hansse moet niet zeuren
B-kant(en)	Met z'n alle op een bol
Uitgebracht	eind januari 1978
Genre	Nederlandstalige rap-achtig
Duur	3.30
Label	Red Bullet
Schrijver(s)	Tol Hansse en Clous van Mechelen
Componist(en)	Clous van Mechelen
Producent(en)	Clous van Mechelen
Hoogste positie(s) in de hitlijsten
NL
Tol Hansse
Ik heb m’n piepertje ingeslikt   Big City   Achter de rhododenderon
Portaal    Muziek

Rond januari verscheen Big City op single met op de B-kant Met z'n alle op een bol ook geschreven door Hansse en Van Mechelen. Het lied kreeg veel airplay. Het nummer bereikte de top 10 in zowel de Nederlandse Top 40 als Daverende Dertig en stond in 1978 in beide lijsten 12 weken genoteerd met als hoogste positie nummer 2. Hij werd van de nummer-1 positie afgehouden door Denis van Blondie. Ook in België ging de verkoop goed; in de voorloper van de Ultratop Top 50 Vlaanderen stond het nummer 10 weken in de hitlijst, met als hoogste notering nummer 4.[1] Hansse kreeg voor het lied en de elpee uiteindelijk de Zilveren Harp. De single verscheen net als de elpee in een platenhoes waarop een schilderij van Tol Hansse stond afgebeeld (hij was in wezen schilder); het portret van de zanger met schilderij werd vastgelegd door Paul Huf. Een promotiefilmpje werd deels opgenomen in een hoogwerker bij het Stedelijke Museum.

Al vlak na de singlerelease kwam het team van Showroom met een parodie Niet zo prettig op dit nummer; het handelt dan over twee straatvegers op Het Binnenhof. Vijftien jaar later verscheen er een nieuwe versie Big City 1993 (B-kant Op weg naar St.Tropez) met een geactualiseerde tekst en begeleid met een mondharmonica. Hij heeft het dan over een uitgebreide stad, een bruisende metropool met "alle volkeren der landen zijn voor handen" met als voorbeeld: "Daar zit een groepje Turken aan een waterpijp te lurken" en een aantal nieuwe fenomenen kwamen aan bod zoals de wielklem en de graffiti. Het stond toen op het album Wat nu weer? Het vervolg in 1993 was lang niet zo succesvol en stond maar 3 weken in de Top 40 genoteerd met als hoogste positie nummer 38 (Nationale Hitparade Top 50: zes weken met hoogste notering 35). In 1999 werd het nummer met weer een aangepaste tekst gezongen door de bewoners van het Big Brotherhuis en in 2001 in een bewerkte versie door Jenny Arean en Marjan Luif als protest tegen de voorgestelde deelraad voor het centrum van de hoofdstad.