Beudekerbrug

De Beudekerbrug (brug 122) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum.

Beudekerbrug
De Beudekerbrug met op de achtergrond het voormalige hooggerechtshof
Algemene gegevens
LocatieAmsterdam
Coördinaten52° 22 NB, 4° 53 OL
OverspantLeidsegracht
Doorvaarthoogte1.76 m
Brugnummer122
Gebruik
WegPrinsengracht (oneven zijde)
Architectuur
Typevaste brug (balkbrug)

Portaal    Verkeer & Vervoer

Ze is gelegen in de noordoostelijke kade van de Prinsengracht. Ze overspant daarbij de Leidsegracht in de grachtengordel van Amsterdam. De brug vormt met de bruggen 67 en 93 een kruispunt over de Leidse- en Prinsengracht. De brug wordt omringd door rijksmonumenten, bijna de gehele Leidsekade ter plaatse bestaat uit rijksmonumenten.

Er ligt hier al eeuwen een brug. Ook al tijdens het ontwerpen van de stadplattegrond oor Balthasar Florisz. van Berckenrode uit 1625 is hier een brug ingetekend. De Leidsegracht vormde toen een scheidslijn tussen de stedelijke bebouwing (noordwest) en landelijk gebied (zuidoost). Joan Blaeu liet op zijn tekening uit 1649 ook een brug zien in dezelfde situatie. Als Daniël Stalpaert met zijn nieuwe plattegrond komt in 1662 is het landelijk terrein al ingedeeld en staat het Aalmoezeniersweeshuis ingetekend (Prinsengracht 432-436).[1] Frederik de Wit kon 1688 een bijna volledig bebouwd gebied inkleuren. De moderne geschiedenis van de brug begint in 1866; er werd een aanbesteding uitgeschreven voor de vervanging van de houten brug alhier.[2] De brug is in 1896 opnieuw aan vervanging toe, de gemeente besteedde hier openbaar aan voor het vernieuwen van de brug (juli 1896, begin bouw op 31 augustus). In een periode van een drietal jaren werd hier het brugkruispunt vernieuwd. Verantwoordelijk stadsarchitect was toen voornamelijk Willem Springer, die onder Bastiaan de Greef werkte. De bruggen op dit kruispunt zijn van Springer, te herkennen aan de "eierdopmotieven" van brug 67 over de Prinsengracht. Voor de bruggen over de Leidsegracht kon volstaan worden van een ijzeren liggerbrug. Latere architecten onder aanvoering van Jan Gratama vonden deze enigszins simpel uitziende bruggen later een doorn in oog binnen de oude stad. Deze mening begon na de jaren twintig te overheersen en veel ijzeren liggerbruggen werden bij vernieuwing vervangen door historische meer correcte (voor het oog dan) welfbruggen, die er nooit hadden gelegen. Een halve eeuw later was het inzicht compleet veranderd; de eenvoudige stijl werd (weer) gewaardeerd en deze brug werd wel vernieuwd maar hield haar oorspronkelijke uiterlijk.

De brug is vernoemd naar de Amsterdammer Frans Beudeker (1815-1897). Hij was aanvankelijk kostschoolhouder te Goor (1841-1850). In 1850 volgde hij zijn overleden stiefvader Abraham Beudeker (1791-1849) op als boekhouder / directeur der Inrichting voor Stadsbestedelingen te Amsterdam. Die inrichting was gelegen in grachtenpanden tussen het voormalige Aalmoezeniersweeshuis (later Paleis van Justitie) aan de Prinsengracht en de Leidsegracht. Gedurende ruim veertig jaren stond Frans Beudeker aan het hoofd van de Inrichting voor Stadsbestedelingen. De verpleegde vondelingen, wees- en verlaten kinderen (die voornamelijk buiten de inrichting werden verzorgd) werden door de Amsterdammers 'de kinderen van Beudeker' genoemd. Ook na de dood van Frans Beudeker bleven de kinderen onder die naam bekend.

De brug gezien van de Pieter Goemansbrug naar het noordoosten. December 2012

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.