Belegering van Ceuta

De Belegering van Ceuta van 1419 (soms gerapporteerd als 1418) werd uitgevochten tussen de belegerende troepen van het Marinid-sultanaat van Marokko, geleid door Sultan Abu Said Uthman III, inclusief geallieerde troepen uit het Emiraat Granada, en het Portugese garnizoen van Ceuta, leidde door Pedro de Menezes, 1st Count of Vila Real. Na het verlies van de stad bij een verrassingsaanval in 1415, bekend als de Verovering van Ceuta, verzamelde de sultan vier jaar later een leger en belegerde de stad. De Portugezen verzamelden een vloot onder leiding van prinsen Hendrik de Zeevaarder en Johannes van Reguengos om Ceuta te ontlasten. Volgens de kroniekschrijvers bleek de hulpvloot helemaal niet nodig. In een gewaagde gok leidde D. Pedro de Menezes het Portugese garnizoen in een sally tegen het Mariniden-belegeringskamp en dwong hij het beleg op te heffen voordat de hulpvloot arriveerde. [1]

Belegering van Ceuta
Onderdeel van Marokkaans-Portugese Oorlogen
Datum1419
LocatieCeuta
ResultaatPortugese overwinning
Casus belliPortugese bezetting van Ceuta
Territoriale
veranderingen
Ceuta blijft in handen van de Portugezen
Strijdende partijen
Portugal Meriniden
Granada
Leiders en commandanten
Pedro de Menezes Abu Said Uthman III

De Mariniden sultan kreeg de schuld van het verlies van Ceuta en werd in 1420 vermoord tijdens een staatsgreep in Fez, en liet alleen een kind als erfgenaam achter. Marokko verviel in een anarchistische chaos, terwijl rivaliserende pretendenten om de troon wedijverden en lokale gouverneurs voor zichzelf regionale leengoederen uitkochten en hun steun verkochten aan de hoogste bieder. [2] De politieke crisis in Marokko heeft de druk op Ceuta de komende jaren weggenomen.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.