Berthold Tours

Tours kreeg vioolonderwijs van zijn vader (en compositieles van Johannes Verhulst) en ging daarna naar Brussel om bij Léonard en François-Joseph Fétis compositie te studeren, waarna hij zijn studies voltooide in Leipzig.

In Leipzig kreeg Tours een aanbieding van Nicolaus Borissovitsj Galitzin om naar Rusland te komen als tweede violist bij een strijkkwartet, dat de vorst wilde engageren. Tours reisde naar Petersburg, maakte daar kwartetten en moest met zijn collega's ook muziek maken in de naburige kastelen. Later lukte het Tours om in Petersburg tweede koordirecteur van de Keizerlijke Opera te worden en kort daarop ontving hij het verzoek van Galitzin om te Londen, waar de vorst concerten gaf in Covent Garden, de partituren te helpen lezen.

Nadat Galitzin was overleden kreeg Tours een plaats als violist in het orkest van Costa en (door bemiddeling van mevrouw Sainton Dolby) veel les; in 1878 verkreeg hij de betrekking van muzikaal adviseur van de uitgevers-firma Novello & Co. Zijn taak was de composities te beoordelen, die voor uitgave waren ingezonden en allerlei werken te arrangeren voor piano met zang of met strijkinstrumenten. Daarnaast was hij "precentor" te Eton (Berkshire) en publiceerde een uitgave van een "Violin-School". Deze methode werd in Engeland en in de Verenigde Staten veel gebruikt; er werden bijna honderdduizend exemplaren van verkocht. Ook was Tours werkzaam als componist van services (liturgische muziek) en anthems (bijvoorbeeld God hath appointed a day). In Nederland verschenen in de bundels van de Nederlandse Koorvereniging een paar geschreven koortjes van zijn hand, namelijk de Regenboog en Zoekt u een lief in de zomertijd.[1]

• Tours zuster was de echtgenote van Woldemar Bargiel en diens vroegere leerlinge.