Barbarije

Barbarije (Berbers: Tamazgha) was van de 16e tot in de 19e eeuw de benaming voor de kustgebieden van Noord-Afrika, en soms voor de hele Berberse wereld, inclusief de binnenlandse Berberse woestijnen. Het bestreek de huidige Berberse landen: Marokko, Algerije, Tunesië, Libië en de Siwa van Egypte. In die periode zijn er zo'n 1 250 000 Europeanen ontvoerd. Sommige werden vrijgelaten voor losgeld, andere werden gehouden onder slechte condities. De Arabieren die in de 6e eeuw Noord-Afrika veroverden, gaven het de benaming Maghreb. Noord-Afrika werd door de Romeinen niet meer Barbarije genoemd, echter bleven ze de oorspronkelijke bewoners berbers noemen om onderscheid te maken tussen de verschillende volken.[1]

Barbarije op een kaart van Gerardus Mercator (1630)
Frans schip aangevallen door Barbarijse piraten.

Geschiedenis

Alhoewel Barbarije een taalkundige eenheid was, kende het in de oudheid zelden politieke eenheid. Het lukte alleen Massinissa om het gebied gedurende enkele decennia te verenigen. De invoering van de islam bleek echter een middel tot vereniging en zo konden de Idrissiden de regio grotendeels verenigen onder één politiek centrum, de hoofdstad Fez. Na hen lukte het alleen nog de Hafsiden om het gebied als eenheid te besturen. Toen de laatste machtige Berberse dynastieën vielen, de Meriniden in de 15e eeuw en de Hafsiden in de 16e eeuw, ontstond in het gebied een machtsvacuüm. De plaatselijke Berbergemeenschappen waren zo goed als onafhankelijk van de centrale regering, terwijl de Arabische Banu Hilal-stammen hun macht in snel tempo konden uitbreiden. Tegen het einde van de Middeleeuwen hadden de sultans nauwelijks soevereiniteit en was er sprake van anarchie in de Maghreb.

Berberse zeerovers

Berucht waren in Europa vooral de Barbarijse zeerovers, die de Middellandse Zee en delen van de Atlantische Oceaan tot aan IJsland toe onveilig maakten, evenals de slavenmarkten waar buitgemaakte Europese en Afrikaanse slaven werden verhandeld door de Berberse bevolking. Vanaf de 17e eeuw (volgens de overlevering al sinds de 14e eeuw, onder andere door de Gelderse hertog Willem van Gulik) werden er strafexpedities georganiseerd om de kapers in toom te houden. Een bekende kaperjager was Michiel Adriaenszoon de Ruyter. De Turkse zeerover Barbarossa Khair ad-Din Pasha, die vanuit Barbarije opereerde, zou later Grootadmiraal van het Ottomaanse Rijk worden. In de 18e eeuw werden veel Barbarijse kapersnesten na herhaalde en hevige gevechten vernietigd door Europese strafexpedities, maar nog tot ver in de 19e eeuw bleef er (soms ernstige) overlast van Barbarijse zeeroverij voor de handelsvaart.

Ottomanen en Berbers

Vanaf de 16e eeuw heerste het Turkse Ottomaanse Rijk over veel noordelijke delen van Barbarije, soms daadwerkelijk en soms nominaal of symbolisch. Dit reguleerde de kaapvaart enigszins, maar verhoogde de spanning met Spanje, dat uitbreidingsplannen had in Noord-Afrika. De Ottomanen bemoeiden zich vaak met de interne zaken van Marokko. Het Marokkaanse Koninkrijk verplaatste zijn hof van Fez naar Marrakesh om de Turkse druk te ontlopen.

De Ottomaanse heerschappij over Algerije, Tunesië en Libië was beperkt tot de noordelijke vlaktes en kustgebieden. De Berbers in de bergen, hoge tafellanden en woestijnen bleven grotendeels onafhankelijk.

Benaming en imago

De Nederlandse benaming is ontleend aan het Latijn en is verwant met het Middelnederlandse woord barbarien, dat duidt op heidenen en ongelovigen, in het bijzonder op Saracenen. Het heeft in het algemeen een negatieve bijklank gehad, maar wijst niet per se op een ruw of wreed mens, in tegenstelling tot het huidige woord barbaar. Al in de oudst bekende vastlegging uit 1290 verwees het woord barbarien naar het gebied Barbarije.[2] Dat was ruim voor de bloeitijd van de Barbarijse zeerovers, dus het is niet voor de hand liggend dat het gebied zijn Nederlandse naam ontleent aan deze gevreesde piraten. Toch wordt de aanduiding Barbarije, als historische term, vaak direct gekoppeld aan de zeerovers en hun oorlogen tegen Europese zeemachten en plunderingen aan de Europese kust. De benaming is vooral gekoppeld aan de bekende Eerste Barbarijse Oorlog, tussen 1801 en 1805, en de Tweede Barbarijse Oorlog in 1815, beide tegen de Verenigde Staten.

Tamazgha

In de Europese literatuur van de 20e eeuw werd de Berberse identiteit van het gebied vervangen door een Arabische identiteit. Dit was vaak een deel van een denkbeeldig Europees imago over Noord-Afrika en het Berberse volk als een "verlenging van de Arabische wereld". Een concreet voorbeeld daarvan is het vervangen van de term "Barbarije" door de Arabische term "Maghreb". Maar sinds de jaren 1990 en begin van de 21e eeuw is de Berberse identiteit weer prominent geworden in het nieuws en het cultuurleven, zowel in Europa als in de Berberse landen. Berberse politieke activisten gebruiken uitsluitend het woord "Tamazgha" als equivalent voor de Nederlandse term "Barbarije", voor de Franse "Berbérie", of voor de Engelse "Barbary".

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.