Bami

Bami (soms geschreven als bahmi of bamie) is, oorspronkelijk, een Chinees ingrediënt. De benaming komt uit de Chinese Minnanyu-taal, waarbij "ba" (ook wel "bak") vlees betekent, en "mie" de Min Nan benaming is voor een soort noedels gemaakt van tarwe. Bak-mie betekent dus eigenlijk: "tarwenoedels geschikt voor vleesgerechten". Ook in Indonesië, Maleisië en in Thailand worden deze tarwenoedels als bami aangeduid en via het Maleis (de voertaal in Nederlands-Indië) is het woord in de Nederlandse taal opgenomen.

Bami goreng in Indonesië
Surinaamse bami goreng

In Nederland wordt met bami ook vaak bami goreng bedoeld, namelijk gebakken bami met (vaak) vlees of garnalen, groenten, ei en andere smaakmakers als toevoegingen aan de tarwenoedels. De benaming "bami goreng" komt uit het Maleisische en Indonesische taalgebied waarbij "goreng" gebakken betekent. Het wordt in Nederland vaak gebruikt om alle vormen van gebakken mie aan te duiden, ook de Chinese en soms zelfs ook de Thaise varianten.

De in Nederland gebruikelijke textuur en smaak van deze noedels is anders dan bij Aziatische bami. Waar de originele bami een zekere beet heeft en een duidelijke tarwesmaak, is deze niet of nauwelijks te vinden in de Nederlandse fabrieksbami.

In de Chinese keuken wordt bami ook vaak geserveerd in soepen. Bekend uit de Kantonese keuken is "cha siew thong mien", een soep met (ba)mienoedels en zoet, geroosterd varkensvlees.

In Singapore is een bekend gerecht hokkien bihoen mie waarin zowel rijstvermicelli (bihoen) als tarwenoedels (mie) zijn verwerkt, geserveerd in een sterk geurende soep gemaakt van garnalen.

Bami goreng is met de komst van Javanen uit Indonesië ook naar Suriname meegekomen. De Surinaamse bami goreng wordt bereid met een eigen samenstelling van kruiden en specerijen. Het is donkerder van kleur en het heeft een eigen smaak waarbij het gebruik van trassi een belangrijke rol speelt. De smaak ervan is mede beïnvloed door andere bevolkingsgroepen zoals de Hindoestanen, Creolen en (Hakka-)Chinezen. Surinaamse bami goreng wordt vaak geserveerd met een vleesgerecht zoals losi-foroe (geroosterde kip) en met verschillende bijgerechten zoals gebakken banaan, Surinaams zuurgoed, ei-sliertjes en Madame Jeanette.

In Suriname zijn er twee soorten "bami's": Tjaw min (Chinees) en bami (Javaans). Tjaw min zijn dunne slierten en bami is dikker. In Nederland is bami niet altijd dik - ergo iedereen haalt de termen door elkaar. Ook is bami (oftewel tjaw min) niet altijd hetzelfde in China of Indonesië als in Suriname, dat is toe te schrijven aan een cultuurverschil.

In sommige Europese landen is er nog een bami-gerecht: de bamischijf. De bamischijf is als snack te koop bij snackbars. Een bamischijf bestaat uit een kern van bami en een omhulsel van paneermeel.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.