Arthur De Bruyne

Arthur De Bruyne, (Kruibeke, 14 maart 1912 - Mortsel, 9 oktober 1992) was een Vlaams historicus.

Hij schreef geschiedkundige werken over de Guldensporenslag, de Boerenkrijg, de Ierse vrijheidsstrijd en het Vlaams-nationalisme. Voor de Tweede Wereldoorlog was De Bruyne actief in de Vlaamsnationalistische jeugdbeweging en werd hij hoofdredacteur van De Blauwvoet.

Na de oorlog leverde hij bijdragen voor het naoorlogse weekblad Rommelpot en het weekblad De Vlaamse Linie. Hij schreef de biografieën Joris van Severen: Droom en daad (1961) en Lodewijk Dosfel: Kultuurflamingant, aktivist, nationalist (1967).

Bijdragen die hij leverde voor het satirisch weekblad 't Pallieterke werden achteraf gebundeld in onder meer Hendrik de Man - Cyriel Verschaeve (1969), Trouw (1973) en in De kwade jaren (in vijf delen, 1971-1976).

Na zijn loopbaan als leraar voor doven en spraakgestoorden in Antwerpen was hij medewerker van Kerk in Nood/Oostpriesterhulp.

Hij was ook de schrijver van o.a. Eamon de Valera en de Ierse republiek (1954) en van Sinn Féin (1969, Davidsfonds Leuven).

Onder velerlei schuilnamen schreef hij ook artikels voor de kranten De Standaard en de Gazet van Antwerpen.

Arthur De Bruyne was de vader van zanger Kris De Bruyne, van kunstschilder Joost De Bruyne en van componist en pianist Koen De Bruyne; en broer van VU-politicus Hector De Bruyne. Hector De Bruyne was minister van Buitenlandse Handel en was voordien korte tijd directeur van de krant De Financieel Economische Tijd.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.