Artesliteratuur

Artesliteratuur is een term in de neerlandistiek waarmee een genre van praktische en informatieve teksten binnen de historische letterkunde wordt aangeduid. Een definitie luidt: 'geschriften die een utilitair, instructief en niet (hoofdzakelijk) een recreatief, esthetisch, religieus of emotioneel doel beogen'.[1] Kennisoverdracht staat dus centraal in artesteksten. Voorbeelden uit de medioneerlandistiek (die Middelnederlandse teksten bestudeert) zijn Het boek van Sidrac, de Jonghe Lanfranc[2] en de Natuurkunde van het geheelal[3].

Artes verwijst naar de kunsten zoals voorgesteld in het middeleeuwse denken. Men onderscheidde de artes liberales (zeven vrije kunsten), de artes mechanicae (praktische kunsten) en de artes incertae (onzekere kunsten).

De Middelnederlandse artesliteratuur ontstaat in de late middeleeuwen vanaf 1250, waarbij het zwaartepunt in het zuidelijke Nederlandse taalgebied ligt.[4] In het Middelnederlands is de artesliteratuur relatief vroeg overgeleverd, vooral met medisch-chirurgische teksten, maar ook met alchemistische. Vaak betreft het persoonlijke gebruiksteksten en is zodoende minder geïnvesteerd in materiaal en schoonschrift. Artesteksten kunnen zowel geschreven zijn in verzen als in proza. Het gebruik van verzen is wel in verband gebracht met een lekenpubliek en voorlezen, terwijl proza duidt op een meer ervaren publiek/lezer met meer kennis. Poëtische teksten lijken dan ook eenvoudiger en zijn aantrekkelijker en gemakkelijker te onthouden voor leken. Prozateksten, daarentegen, zijn doorgaans formeler en meer 'to the point'.[5]

In het Duits wordt ook wel de (ruimere) term Fachliteratur gebruikt.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.