Apache Corporation

In 1954 werd de Apache Oil Corporation opgericht in Minneapolis, Minnesota, door Truman Anderson, Raymond Plank en Charles Arnao met een startkapitaal van 250.000 Amerikaanse dollar.[2] In 1955 werden de eerste putten geboord in het Cushing-veld, tussen Tulsa en Oklahoma City.[3]

In 1960 werd een belang in de Foshay-toren in Minneapolis gekocht. Dit gebouw is een imitatie van het Washington Monument. Het heeft 32 verdiepingen en was het hoofdkantoor van Apache van begin jaren 1960 tot 1984. In 1967 werd de oliebron Fagerness #1 geboord, wat de eerste grote ontdekking van het bedrijf betekende.[3]

In 1969 werd Apache een beursgenoteerd bedrijf. In 1970 verbreedde het bedrijf zich richting de landbouw met de overname van de S&J Ranch in Californië. De boerderij produceerde citrusvruchten, vijgen, pistachenoten, olijven en amandelen. Deze agrarische tak bleef tot 1977 eigendom van Apache.[3][4]

In 1971 werd het olie- en gasbedrijf Apache Exploration Company opgericht, dat later verder ging onder de naam Apexco. Dit onderdeel en enkele andere bedrijven die zich niet op olie richtten werden 1977 verkocht. Hierna richtte Apache zich meer op exploitatie van de putten in het Anadarko-bekken.[3] In 1980 verwierf Apache een niet-operationeel belang in een joint venture met Shell met activiteiten in de Golf van Mexico.[5]

In 1981 werd Apache Petroleum Company (APC) opgericht.[6] Vier jaar later werden voor 200 miljoen dollar olie- en gasbronnen van David Holdings overgenomen. Deze lagen verspreid over acht staten van Amerika. In 1986 werden olie- en gasbezittingen van Occidental Petroleum opgekocht die zich in de Golf van Mexico bevonden.[7]

In 1987 verhuisde het bedrijf het hoofdkantoor van Minneapolis naar Denver.[5] In 1991 verdubbelde het bedrijf zijn reserves door bezittingen van Amoco op te kopen, waaronder een put in het Permian-veld van West Texas. Hiermee was 515 miljoen dollar en 2 miljoen aandelen van Apache gemoeid.[8][9] In 1992 werd het hoofdkantoor naar Houston verplaatst.[10]

In de jaren negentig volgden meer overnames, zoals in 1993 Hadson Energy Resources in West-Australië, en in 1994 een belang van 25% in de Qarun-concessie in Egypte, de overname van Dekalb Energy Canada (beide in 1994) en 315 olie- en gasvelden gekocht in het Permian-veld, de Golfkust van Texas en Louisiana, het westen van Oklahoma, Oost-Texas, de Rocky Mountains en de Golf van Mexico.[11][12][13][14] In 1996 volgde de aankoop van Phoenix Resources en de activiteiten van de Qarun-concessie in Egypte.[15] In 1999 werden velden en een huurcontract in de Golf van Mexico overgenomen van Shell.[16]

In 2001 werden de activiteiten in de Libische Woestijn (Egypte) overgenomen van Repsol YPF, twee jaar later het Britse Forties-veld in de Noordzee en de bezittingen van BP in de Golf van Mexico, en nog eens twee jaar later eigendommen in West-Canada samen met ExxonMobil en extra concessies in de wateren voor Egypte. In 2006 werden opnieuw bezittingen van BP in de Golf van Mexico overgenomen en werd het belang in de olieproductie in China verkocht.[17][18][19][20][21][22]

Van 2010 tot 2012 volgden aankopen ter hoogte miljarden dollars, namelijk van de bezittingen van Devon Energy in de Golf van Mexico, de bezittingen van BP in Texas, het zuidoosten van New Mexico, het westen van Canada en Egypte, en de overnames van Mariner Energy en Cordillera Energy Partners.[23][24][25][26] In dezelfde periode ontdekte Apache olie in het Faghur-veld in Egypte.[27]

Tussen 2013 en 2017 werden een aantal bezittingen verkocht, zoals een derde van de aandelen in Egypte, de bezittingen in West-Australië, het belang in de Area Gas Evacuation-pijplijn en de activa in Canada aan Paramountbronnen.[28][29][30][31]

Aan het begin van 2020 werd de vondst van olie voor de kust van Suriname bekend gemaakt. Apache zocht al langer naar olie op deze plek. Een maand eerder kocht het Franse Total S.A. nog een belang in de operatie. De olie bevindt zich in Blok 58 dat grenst aan het Stabroek-blok voor buurland Guyana. Hier boorde ExxonMobil vijftien maal olie aan.[32][33]

In juni 2008 was er een grote explosie van aardgasleidingen in het verwerkingsknooppunt van Apache op Varanus Island in West-Australië.[34][35]

Op 1 juni 2013 werd een scheur in de pijplijn van Apache ontdekt in het noorden van Alberta, Canada. Hieruit lekte een hoeveelheid van 9,5 miljoen liter giftig afval. Dit was een van de grootste milieurampen uit de Noord-Amerikaanse geschiedenis.[36][37]