Antonin Artaud
Antonin Artaud (Marseille, 4 september 1896 - Ivry-sur-Seine, 4 maart 1948) was een Frans avant-gardistisch toneelschrijver- en criticus, dichter, acteur en regisseur. Hij behoorde enige tijd tot de surrealisten.
Antonin Artaud
| ||||
Artaud in 1926. | ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Antoine Marie Joseph Artaud | |||
Geboren | 4 september 1896 | |||
Geboorteplaats | Marseille | |||
Overleden | 4 maart 1948 | |||
Overlijdensplaats | Ivry-sur-Seine | |||
Land | Frankrijk | |||
Beroep | toneelschrijver- en criticus, dichter, acteur en regisseur | |||
Werk | ||||
Genre | Toneelstuk, dichtkunst | |||
Stroming | Surrealisme, Avant-garde | |||
Bekende werken | Le théâtre et son double | |||
Onderscheidingen | Prix Sainte-Beuve | |||
Dbnl-profiel | ||||
|
Antonin Artaud (eig. Antoine Marie Joseph Artaud), wiens vooruitstrevende ideeën tijdens zijn leven met onbegrip werden ontvangen, is vooral belangrijk als theoreticus van het vernieuwend theater. Artaud wilde terug naar het mysteriespel om zodoende de oerangsten en oerdriften van de mens zichtbaar te maken. Hij pleitte voor een zogenaamd "wreed theater", een schokkende en onthullende vorm van toneel. Een term om deze vorm van theater te duiden is le théâtre de la cruauté. Zijn manifest uit 1938, 'Le théâtre et son double', heeft grote invloed gehad op het avant-gardetheater na de Tweede Wereldoorlog. Artaud had invloed op theatermakers zoals Jean Genet, Eugène Ionesco en Samuel Beckett.
Theater van de wreedheid
In 1932 richtte Artaud "het theater van de wreedheid" op. Artaud liet door middel van fysieke trainingen zijn acteurs tot op de grens van de uitputting gaan. Hij liet de acteurs met elkaar vechten, rare geluiden maken,... Zo wilde Artaud bereiken dat de acteur minder rationele controle had, en zo het spel vanuit zijn onderbewuste liet ontstaan. Deze technieken verwijzen duidelijk naar het surrealisme en de psychoanalyse van Freud. Toen zijn voorstelling "Les Cenci" in première ging, kraamden de acteurs enkel wartaal uit.
Werken
- 1925 - L'ombilic des limbes (Navel der Onderwereld, vert. Hans van Pinxteren)
- 1925 - Le pèse-nerfs (De Zenuw-waag, vert. Hans van Pinxteren)
- 1929 - L'art et la mort
- 1931 - Le moine, de Lewis, raconté par Antonin Artaud
- 1934 - Héliogabale ou l'anarchiste couronné
- 1937 - Les nouvelles révélations de l'être
- 1938 - Le théâtre et son double (Het theater van de wreedheid, vert. Simon Vinkenoog)
- 1945 - D'un voyage au pays des Tarahumaras
- 1947 - Van Gogh le suicidé de la société (V.G., de zelfmoordenaar door de maatschappij, vert. Jules Dister)
- 1947 - Artaud le Mômo
- 1947 - Ci-Gît précédé de La culture indienne
- 1948 - Pour en finir avec le jugement de Dieu'
- 1964 - Les Cenci in Œuvres complètes