Geelvoetbuidelmuis
De geelvoetbuidelmuis (Antechinus flavipes) is een buidelmuis uit het geslacht Antechinus die voorkomt in een aantal gescheiden populaties in Zuid- en Oost-Australië. De belangrijkste populatie, de ondersoort flavipes, komt voor tussen Eungella (Queensland) en de Mount Lofty Ranges (Zuid-Australië), voor een deel slechts ten westen van de Great Dividing Ranges. Een tweede populatie, de ondersoort rubeculus, komt voor langs de oostkust van Queensland, van Mount Spec tot Cooktown. In het zuidwesten van West-Australië komt de ondersoort leucogaster voor, die mogelijk een aparte soort is.
Geelvoetbuidelmuis IUCN-status: Niet bedreigd[1] | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||
| ||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Antechinus flavipes (Waterhouse, 1838) | ||||||||||||
Afbeeldingen Geelvoetbuidelmuis op | ||||||||||||
Geelvoetbuidelmuis op | ||||||||||||
|
Hoewel de vachtkleur variabel is, is de soort altijd te herkennen aan de overgang tussen de grijsachtige rug en geelachtige flanken, buik en ledematen. De sterk behaarde staart is bruin van kleur. Om de ogen zitten gele ringen. De ondersoort rubeculus is groter en roder van kleur. De ondersoort leucogaster is kleiner en donkerder. De kop-romplengte bedraagt 90 tot 160 mm, de staartlengte 65 tot 140 mm en het gewicht 20 tot 75 g. Vrouwtjes hebben 8 tot 14 mammae.
Meer dan andere Antechinus is deze soort overdag actief. Het dier eet voornamelijk ongewervelden, maar ook kleine gewervelden, eieren en nectar. Het dier bouwt een nest van de droge bladeren in een holte. Na een paartijd van twee weken sterven alle mannetjes. Deze valt in augustus (flavipes), oktober (rubeculus) of juni-juli (leucogaster).
Literatuur
- Menkhorst, P. & Knight, F. 2001. A Field Guide to the Mammals of Australia. South Melbourne: Oxford University Press, x+269 pp. ISBN 0 19 550870 X
- Groves, C.P. 2005. Order Dasyuromorphia. Pp. 23-37 in Wilson, D.E. & Reeder, D.M. (eds.). Mammal Species of the World: A taxonomic and geographic reference. 3rd ed. Baltimore: The Johns Hopkins University Press, Vol. 1: pp. i-xxxv+1-743; Vol. 2: pp. i-xvii+745-2142. ISBN 0 8018 8221 4
Bronnen, noten en/of referenties |
Soorten van Antechinus |
---|
Antechinus adustus · Antechinus agilis · Antechinus arktos · Antechinus bellus · Geelvoetbuidelmuis (Antechinus flavipes) · Antechinus godmani · Antechinus leo · Antechinus minimus · Stuarts breedvoetbuidelmuis (Antechinus stuartii) · Antechinus subtropicus · Antechinus swainsonii |