Alteratie (muziek)

Een alteratie of accident betekent in het algemeen, zowel in de klassieke muziek als in de jazzmuziek, een wijziging van een toon met een halve toonafstand. Een alteratie wordt genoteerd door een teken dat direct geplaatst wordt voor de noot van de betrokken toon en geldt verder voor de gehele maat. De alteratie kan een verlaging zijn, aangegeven door het teken ♭ (mol), of een verhoging, aangegeven door het teken # (kruis) zijn. Ook een verlaging van een reeds verlaagde toon, aangegeven door ♭♭ (dubbelmol), en een verhoging van een reeds verhoogde toon, aangegeven door (dubbelkruis), komen voor. Een herstellingsteken (♮) maakt alle verlagingen en verhogingen ongedaan.

Voorbeelden van alteratie: de kruis, de mol en het herstellingsteken.

Een alteratie komt ofwel voor in een akkoord, ofwel in een toonladder. Een bekend voorbeeld van een klassiek gebruikte alteratie komt voor in het Napolitaans sextakkoord.

Alteraties komen in de jazzmuziek niet voor in de basis van een akkoord of een toonladder, maar wel in de uitbreiding (tensions) daarvan. Met de basis bedoelt men de tonica, plus de guide tones van een akkoord. Zij bepalen of een akkoord (en daarmee samenhangend, een toonladder) majeur, mineur, of dominant is. Bijvoorbeeld: C7 (dominant septiem) bestaat uit grondtoon (do - ofwel tonica), mi (grote terts), si (kleine septiem). Als een van deze noten gewijzigd wordt, vormt deze de basis van een ander akkoord, en spreekt men niet over alteraties.

Alteraties komen pas voor bij de uitbreidingen (tensions) van die guide tones. Die uitbreidingen zijn de kwint, de negen, de elf, en de dertien. Deze tensions zijn diatonisch (vb.: Cm7(11), of Gb9, ... ). Als men nu een van deze tensions verlaagt of verhoogt, spreekt men van alteraties (vb. Fm7(b5), of G7(b9), of Eb7(#11), ... ). Alteraties worden meestal tussen haakjes geplaatst.

Concentrische alteratie

Wanneer een alteratie een leidtoon-werking heeft voor een van de tonen van een drieklank op de tonica spreekt men van een 'concentrische alteratie'. Deze alteraties kunnen zowel binnen een gegeven toonsoort voorkomen, alswel de toonsoort verlaten.

Voorbeeld bij een C-akkoord:

akkoordtoonnatuurlijke leidtonen met oplossingkunstmatige leidtonen met oplossing
G (de kwint in een C-akkoord)Fis (verhoogde 4e toon van de ladder) → G
As (verlaagde 6e toon van de ladder) → G
E (de terts in een majeur C-akkoord)F (de 4e toon van de ladder is bovenleidtoon van de terts) → EDis (verhoogde 2e toon van de ladder) → E
Es (de terts in een mineur C-akkoord)(D → Es)[1]Fes (verlaagde 4e toon van de ladder) → Es
C (de grondtoon van het C-akkoord)B (de 7e toon van de toonladder, de onderleidtoon) → CDes (verlaagde 2e toon van de ladder) → C

Excentrische alteratie

Bij een excentrische alteratie wordt een kunstmatige verhoging of verlaging toegepast om te kunnen moduleren naar een nieuw tooncentrum. Een veelvoorkomende toepassing van excentrische alteraties is ook om chromatische modulaties mogelijk te maken, of om snel van de ene in de andere toonsoort te geraken.

  • Voorbeeld: modulatie van C naar D: CI - { CVI(gealtereerd)=DV } - DI, of in noten:
    1e akkoord: c-e-g = CI (eerste trap in C majeur)
    2e akkoord: a-c#-e = CVI (let op de excentrische alteratie van de 'c' naar 'c#': de 'c#' hoort niet in het C-akkoord en wil oplossen naar 'd') = DV (vijfde trap in D majeur, ofwel een wisseldominant)
    3e akkoord: d-f#-a = DI (eerste trap in D bereikt, modulatie voltooid)

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.