Afrikaanse woestijngrasmus

De Afrikaanse woestijngrasmus (Sylvia deserti) is een zangvogel uit de familie der zangers, de Sylviidae.

Afrikaanse woestijngrasmus
IUCN-status: Niet geëvalueerd
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Passeriformes (Zangvogels)
Familie:Sylviidae (Zangers)
Geslacht:Sylvia
Soort
Sylvia deserti
(Loche, 1858)
Afrikaanse woestijngrasmus op Wikispecies
Portaal    Biologie
Vogels

Naamgeving

De soort werd in 1858 benoemd door de Franse legerkapitein en amateurornitholoog Victor Loche, binnen het tegenwoordig niet meer als geldig beschouwde geslacht Stoparola Blyth 1836, als Stoparola Deserti.[1] De soortaanduiding deserti betekent "van de woestijn" in het Latijn. Later werd de soort meestal gelijkgesteld aan de woestijngrasmus (Sylvia nana). In 2001 echter werd de soort door Hadoram Shirihai e.a. weer als geldig erkend,[2] hoewel niet alle ornithologen het daar mee eens zijn.

Verspreiding en leefgebied

Deze soort komt voor in de woestijnen van Noordwest-Afrika, bezuiden het Atlasgebergte vanaf zuidelijk Marokko en van daaruit oostelijk over Algerije tot het westen van Libië en zuidelijk naar Mauritanië, Mali en Niger. Het verspreidingsgebied raakt dat van de woestijngrasmus in Egypte niet en beide soorten worden wel gezien als geografisch gescheiden allospecies binnen een superspecies. De dichtheden bedragen ongeveer vijf vogels per honderd vierkante kilometer, in geschikte voedselgebieden. Aangezien die sterk verbrokkeld zijn, kan de wereldpopulatie niet hoog liggen maar exacte schattingen zijn niet voorhanden. In Europa werd de soort ook al enkele keren waargenomen, in Malta, Italië en Madeira. In 2014 werd hij voor het eerst nog noordelijker gezien, in de Nederlandse Gnephoekpolder.[3]

Beschrijving

De Afrikaanse woestijngrasmus is de kleinste soort in het geslacht Sylvia. Hij is een kleine twaalf centimeter lang en weegt zeven tot tien gram. Het zichtbare lichaamsprofiel is min of meer bolvormig. Loche vond het een "charmant vogeltje".[1] Mannetjes en vrouwtjes hebben ongeveer hetzelfde kleed met een doffe oranje-bruine zandkleur op de bovenzijde en een wittige tint aan de onderzijde. Oog, snavel en voeten zijn geel. In het algemeen is de kleurstelling wat geliger of lichter dan bij de nauwe verwant de woestijngrasmus. De tertiales, de veren aan het opperarmbeen, zijn bij S. deserti oranje-bruin en bij S. nana zwart. Een ander verschil tussen de soorten is dat de eieren bij de Afrikaanse woestijngrasmus groenig zijn in plaats van blauwig. Daarnaast zijn de vleugels korter maar de snavel en middenvoeten juist langer.

Gedrag

De Afrikaanse woestijngrasmus leidt een nomadisch bestaan in de woestijngebieden van de westelijke Sahara waarbij voedsel gezocht wordt in vrij dichte bosjes en graspollen. Het dieet bestaat uit kleine geleedpotigen aangevuld met besjes. Het mannetje zingt van het hoogste punt van een bosje af, soms tijdens een parabolische vlucht van vijftien meter hoog en veertig meter ver. De zang is meer variabel dan bij de woestijngrasmus, met langere trillers. De soort leeft solitair en monogaam, althans gedurende één broedseizoen. In het zuiden van het leefgebied wordt er gebroed tussen januari en maart, soms met twee legsels. In het noorden wordt tussen maart en mei gebroed met één legsel. Een legsel telt twee tot vijf eieren, gemiddeld drie. De nesten worden laag boven de grond gebouwd, in dichte bosjes. Loche vond het nest kunstig gemaakt.[1] Na het broedseizoen is er een volledige rui, ervoor een gedeeltelijke. Anders dan bij de woestijngrasmus is er geen duidelijke trek.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.