< Vakantiereizen
Wandelvakantie
Wandelen met kinderen
Fietsvakantie
Fietsen met kinderen
Uitrusting algemeen
Uitrusting wandelen
Uitrusting fietsen
De voorbereiding
Noodsituaties
Overleven in de natuur
Onderweg naar..
Overnachten
Oriënteren
Tijdens de reis
Wandelen in.. (routes en beschrijvingen)
Fietsen in.. (routes en beschrijvingen)
Wereldtalen Woordenlijst

Een groot deel van de uitrusting is hetzelfde voor mensen die gaan wandelen of fietsen. Deze wordt hier beschreven. Specifieke uitrustingsstukken vind je op de pagina's Uitrusting wandelen en Uitrusting fietsen.

Noodpakket

Blikje met noodspullen.
Voorbeeld van een noodpakket. In het blikje zitten pleisters, gaasjes, een splintertrekker, een veiligheidsspeld en een naald. Daarnaast een stuk parachutelijn. Verder van boven naar onder, een waterzuiveringspen, tekentang, fluitje, rolletje koperdraad, pijnstillers, tormentil, kompas, stukje sterk draad, gereedschapset, rolletje verband en een tentpen.
Opgevouwen reddingsdeken met goud- en zilverkleurige zijde.

Zelfs al loop of fiets je als een nudist op moeder aarde rond, het kan niet genoeg benadrukt worden dat je altijd een noodpakket bij je moet hebben. Bekend zijn vele verhalen over mensen die ongewild in noodsituaties terecht kwamen, zoals een Engelse leraar die jaren geleden met zijn klas een 'wandelingetje' van een paar dagen ging maken en plotseling overvallen werd door een sneeuwstorm. Ze verdwaalden omdat ze een markering misten en het gevolg was; dode en zwaar onderkoelde kinderen. Als ze ter plekke gestopt waren en in zo'n superlichte reddingsdeken waren gekropen had dit voorkomen kunnen worden.
Het komt meestal onverwacht, daarom is een noodpakket wat je altijd bij je draagt (in de zakken van je broek of een hemd wat je altijd aan hebt of een buiktasje en tijdens de nacht in je slaapzak) een eerste vereiste. Het kan je leven redden. Stop deze spullen dus niet in je rugzak want ook die kan verloren gaan. Bedenk wat je minstens nodig hebt om een paar dagen te kunnen overleven tot er hulp is of je de bewoonde wereld weer hebt bereikt. Kleine spulletjes kun je het beste in een blikje doen wat je door middel van tape of zo waterdicht maakt. Zo heb je gelijk een piepklein pannetje en blijven je lucifers droog. Hieronder een lijstje ontstaan door ervaringen van (lange afstand) wandelaars. Natuurlijk kan je die naar eigen behoefte verder uitbreiden, maar hou er rekening mee dat je het snel moet kunnen grijpen. Om je niet meteen de schrik op het lijf te jagen en je de moed ontnemen zoiets geweldigs als (berg)wandelen of fietsen te gaan beleven het volgende citaat:
...Het is verbazingwekkend dat we zonder meer aannemen, dat ons overlevingsinstinct en de angst voor de dood ons moeten afhouden van het geluk van pure, niet geïnterpreteerde ervaringen, waarin lichaam, geest en natuur één zijn. Deze degradatie van onze manier van kijken, het terugdeinzen voor verwondering, het achteruit krabbelen als kreeften in veilige rotsspleten, in plaats van vrijuit te durven zwemmen, het wanhopige gevoel dat we het leven niet leven, wordt weerspiegeld in de overvloed zonder vreugde, de alles verterende geldpest en de schaamteloze vervuiling van de aarde, de lucht en het water waar we uit zijn voortgekomen…[1]
Inhoud:

  • Lijst 'wat te doen bij noodgevallen'
Een handige pagina met tips hoe te handelen bij calamiteiten. Klik op: [] en print deze pagina uit. Schrijf er eventueel persoonlijk relevante informatie bij.
  • (Zak)mes of gereedschapset
Neem een stevig mes waar je ook takken mee kan snijden of een zogenoemde multitool (zie de foto) waaruit je vele hulpstukken kunt klappen. Deze laatste is zeker aan te bevelen voor fietstochten.
  • Kompas
Kompassen zijn in vele soorten en maten verkrijgbaar. Volg je normaal de gebaande paden dan is voor noodgevallen een klein (plaat)kompas voldoende. Het gaat er maar om dat je geen cirkeltjes gaat maken.
  • Topografische kaart(en)
Kaarten van 1:50.000 (voor lopen liever 1:25.000) voldoen goed. Houdt altijd de kaart van het gebied waar je je bevindt bij je. De andere kunnen bij je bagage.
  • Tekentang
Het eenvoudige pen model voldoet prima. Bij indrukken van het knopje komt een lusje tevoorschijn wat je als een lasso om de teek legt. Knop loslaten en met een draaiende beweging de teek lostrekken.
Voor vele doeleinden geschikt. Ontstoken tandvlees? Thee trekken en spoelen. Kompressen op brand- en bevriezingswonden bevorderen snelle heling.
  • Waterzak
Als je je bagage kwijt bent moet je misschien water meenemen tot je weer in bewoond gebied bent. Een opgerolde zak of condoom (zeer klein en kan veel water bevatten) moet dus echt bij je noodspullen.
  • Waterzuiveringspen
Te gebruiken bij niet helemaal te vertrouwen water.
  • Plastic (vuilis)zak
Rol de rand een beetje om en je kan hiermee regenwater opvangen.
  • Touw (parachutelijn)
Behalve voor het maken van een (nood)onderdak ook handig voor vele andere gebruiksmogelijkheden. Bijvoorbeeld als extra scheerlijn bij storm of als waslijn. Sla het touw dubbel en draai het in elkaar, je hebt dan geen knijpers nodig maar kan je was tussen de draaiingen klemmen.
  • Tentpen (haring)
Om de parachutelijn aan een zijde vast te zetten in de grond. Ook te gebruiken als spies bij een vuurtje.
Als (tijdelijk) onderdak.
  • Reddingsdeken
Als je jezelf daarin rolt blijf je warm. Er bestaan dekens die aan een kant zilver- en aan de andere goudkleurig zijn. Die kan je ook gebruiken om koel te blijven bij extreme hitte. Als je niet kan onthouden welke zijde buiten moet, een ezelsbruggetje is goud=koud.
  • Fluitje/Spiegeltje
Hiermee kan je signalen maken om te laten weten dat je hulp nodig hebt.
  • Druivensuiker, noten, krenten, bouillon, hartkeks
Alles om je enigszins op de been te houden tot je weer in de MegaSuperWereld bent.
  • Vislijn + haakje
Vega's zullen misschien gruwen bij de volgende onderdelen, maar het alternatief kan verhongeren zijn. In waterrijk gebied kan je proberen een vis te vangen.
  • Koperdraad
Om een strik te maken waarmee je (misschien) een konijn vangt.
  • Aluminiumfolie
Met een takje kan je daar een pannetje van maken en je kan er je vangst inrollen en in het vuur braden.
  • Aansteker of lucifers
Belangrijkste is natuurlijk dat dit droog blijft of neem speciale lucifers of een tondel. Droog blijven lucifers prima in een dichtgeplakt plastic busje.
  • Kaarsstompje, tampon
Als je brandhout vochtig is kan je wat kaarsvet op een uiteen geplukte tampon druppelen. Verder werkt een propje bijenwas als tijdelijke kiesvulling heel goed.

Verder eventueel:

  • Noodzakelijke medicijnen, bril, enz.
Vergeet ook niet deze (hulp)middelen bij je noodspul te dragen. Misschien ben je dagen onderweg.

Reisdocumenten en betaalmiddelen

Maak van je documenten kopieën of foto's (op je GSM?) zodat je bewijzen hebt bij verlies. Als je met de auto/motor naar je reisbestemming gaat is het handig ook een foto van het voertuig (met kenteken) te hebben die je kunt tonen bij diefstal en controleer of je reisdocumenten en verzekeringspapieren (APK) niet onderweg verlopen.

Paspoort/ID/Visa In de landen die aangesloten zijn bij de Europese Unie kan je gebruik maken van een zogenoemde ID kaart. Deze landen staan vermeld onder het uitklapvenster. Ga je buiten 'Europa' dan heb je een paspoort nodig en soms een visum. Je kan bij de ambassade of het consulaat van het land van je bestemming informeren of je een visum nodig hebt. Op de website van het ministerie van Buitenlandse Zaken[2] vind je de adressen van ambassades en consulaten.

Een ID kaart is geldig in de volgende landen:
  • Andorra
  • België
  • Bulgarije
  • Cyprus
  • Denemarken
  • Duitsland
  • Estland
  • Finland
  • Frankrijk
  • Griekenland
  • Groot-Brittannië en Noord-Ierland (inclusief de Kanaaleilanden)
  • Hongarije
  • Ierland
  • Italië
  • Letland
  • Liechtenstein
  • Litouwen
  • Luxemburg
  • Malta
  • Monaco
  • Noorwegen
  • Oostenrijk
  • Polen
  • Portugal (inclusief Madeira en de Azoren)
  • Roemenië
  • San Marino
  • Slovenië
  • Slowakije
  • Spanje (inclusief de Canarische eilanden)
  • Tsjechië
  • Turkije
  • IJsland
  • Zweden
  • Zwitserland

Rijbewijs/Kentekenbewijs/Verzekering/Hulporganisatie Ook al ga je niet met de auto naar het land van je bestemming is het handig toch je rijbewijs mee te nemen als je in het bezit daarvan bent. Misschien wil je ter plaatse een auto huren of doet zich iets voor waarbij je het nodig hebt.
De kentekenbewijzen zijn ook wel handig om te bewijzen dat de auto jouw eigendom is. Natuurlijk laat je het overschrijvingsdeel (vroeger deelIII) thuis, tenzij je je auto wilt verkopen.
De 'groene kaart' heb je niet meer nodig voor landen binnen de EU en nog enkele andere. Toch handig omdat de gegevens van je verzekering op een rijtje staan.
Als je bent aangesloten bij een hulporganisatie neem je natuurlijk ook het pasje mee want pech onderweg wordt dan een stuk minder lastig.

Verzekeringspapieren Denk hierbij bijvoorbeeld aan je ziektekosten- en ongevallenverzekering.

Inentingsbewijzen In sommige landen moet je kunnen aantonen dat je bent ingeënt tegen (besmettelijke) ziekten zoals malaria of hepatitis.

Bewijs van medicijn gebruik Sommige landen zien bepaalde medicijnen als drugs. Vraag aan je arts een verklaring die je kunt tonen. Het kan sowieso geen kwaad om een bewijs te hebben van medicijngebruik waarvan je afhankelijk bent als je bijvoorbeeld onverhoopt in een ziekenhuis beland.

Valuta en Betaalpasjes Inmiddels kan je in de meeste Europese landen met Euro's betalen. Dat heeft tenminste als voordeel dat je niet voor de (kleine) uitgaven onderweg de meest uiteenlopende valuta op zak moet hebben. Neem nooit heel veel mee, je kan dan ook heel veel verliezen en in een (beetje groter) stadje is altijd wel een geldautomaat of bank te vinden om je zakgeld aan te vullen.
Verdeel je geld wel over meerdere porties en zorg er in ieder geval voor dat je bij een betaling niet een dik gevulde portemonnee laat zien. Dat brengt sommige mensen alleen maar op kwaadwillende gedachten. Houd ook je geldpas apart van de contanten, als je een van de twee verliest zit je niet gelijk helemaal zonder.

Rugzak/Fietstassen

Zie Uitrusting wandelen en Uitrusting fietsen.

Kleding

Zie Uitrusting wandelen en Uitrusting fietsen.

Onderkomen

Lichte 2-persoons trekkerstent

Een onderkomen is, vooral in een vochtig en/of koud klimaat een noodzaak. Zeker in een noodgeval moet je zorgen voor een onderkomen, of dat nou een sneeuwhol, een bender of een bivakzak is. Lees de meest eenvoudige oplossingen in het hoofdstuk Overleven. Ook als je maar een dagwandeling gaat maken.
Voor 'normale' situaties zijn er diverse mogelijkheden.
Bij een dagtocht ben je er natuurlijk vanuit gegaan dat je weer op de plek van vertrek terugkeert, dus dan slaap je waarschijnlijk thuis, in een (berg)hut, pension, hotel, auto(camper), caravan of (bungalow)tent op de camping.
Voordeel: Je hoeft geen tent mee te nemen, maar neem minstens een lap plastic mee.
Nadeel: Gebondenheid, je moet de geplande route halen. Ga zo vroeg mogelijk op pad, liever te vroeg 'thuis' dan dat je het niet haalt omdat het donker wordt.

Noodtent Ook bij meerdaagse tochten kan je van een overnachtingsplek in één dag naar de volgende (proberen te) gaan. Of je bij een meerdaagse tocht met een eigen tent op campings gaat staan of 'in het wild' overnacht maakt voor het onderdak niet uit. In beide gevallen zul je de tent moeten meenemen.
De meest eenvoudige 'tent' bestaat uit een touw gespannen tussen een boom en een haring in de grond of een steen met daarover schuin naar buiten lopend een lap die bij de grond wordt vast gezet met twee haringen of zware stenen, eventueel met een lap als grondzeil. Dat is de meest lichte oplossing omdat je zelfs plastic of nylon kunt gebruiken (ventilatie genoeg) en het materiaal al bij je hebt in je noodpakket. Als er geen bomen zijn kan je een van je loopstokken gebruiken. Nadeel is wel dat (on)gedierte in en uit loopt of vliegt. Ook te gebruiken als tentluier om je grondzeil te beschermen. Neem wel plastic zonder weekmakers.

Bivakzak

Terra Nova, de lichtste tent ter wereld

Een iets luxere oplossing is een bivakzak (ook als noodtent te gebruiken). Kies er wel een met een boogje boven je hoofd zodat je niet in het doek ligt te happen. Sterk afgeraden worden bivakzakken van nylon, wel goedkoop, maar de ventilatie is zeer slecht. Je wordt altijd nat van je eigen waterdamp, je moet niet onderschatten wat een plas water je tijdens je slaap uitwasemt. Bij vochtig weer is dat nog erger. Je wordt in zo'n 'waterdichte vuilniszak' kletsnat en koud wakker. Het nadeel van een bivakzak: stel je maar voor, je wordt wakker en het regent (hard). Zodra je de zak open ritst staat die vol met water. Sommige mensen spannen een klein luifeltje voor dat doel boven de 'uitgang' of draaien zich nog een keer om tot het minder wordt.
Er is bij de goede zwerfsportwinkel ook een tentje van Terra Nova[3] met een hoogte van een meter waar je als je veel van elkaar houdt zelfs met z'n tweeën inpast. Gewicht? Nog geen kilo!
Als je met z'n tweeën bent is de Robens Summer Wind[4] de lichtste oplossing (1400 gram), een enkeldaks tentje wat je met behulp van je wandelstokken opzet.

Lichtgewicht tent Een echte tent geeft wat meer bewegingsvrijheid en zelfs als je je aan het maximumgewicht wilt houden zijn er prima tenten te verkrijgen. Om het gewicht redelijk te houden moet je uitgaan van maximaal 1500 gram per persoon. Er is ruimte genoeg om je bagage binnen te halen, meestal kun je onder een luifel koken (niet onbelangrijk) en het grootste voordeel is natuurlijk dat je je binnen kan aankleden als het regent. Er zijn ook tenten die je van binnen helemaal kan afbreken, je pakt dan je hele rugzak of fietstassen in en als laatste het natte buitendoek.
Tenten zijn er in veel modellen, piramide, tunnel, koepel om er een paar te noemen. Een koepeltent heeft wel het minste doekoppervlak ten opzichte van de binnenruimte (gewicht) en is zeer stormvast.
Een katoenen tent is sterk, milieuvriendelijker, maar heeft veel nadelen. Zwaar (vooral nat), lange droogtijd en kan niet nat worden opgevouwen omdat de waterdichtheid verloren gaat. Na regen moet je dus wachten of bidden dat het die avond droog is.
Goede tenten zijn duur. Misschien kun je voorlopig een redelijk goede tent overnemen of lenen. Tenten zijn soms te huur, een goed alternatief als je niet weet of lopen/fietsen je wel bevalt. Leg een lap aquafolie (speciaal plastic zonder weekmakers) ter bescherming onder je grondzeil (gebruik als noodtent?). Houd die bij de hand om bij nattigheid op en/of onder te gaan zitten tijdens de rustperiode.

Voedsel

Als je dagtochten maakt of van adres naar adres reist zal je waarschijnlijk ontbijten en dineren op dat adres. Het enige wat je dan meeneemt is een lunchpakket. Neem behalve brood en beleg ook fruit mee en wat tussendoortjes. Lopen of fietsen (zeker in de bergen) vergt veel energie. Normaal, als je geen zwaar werk verricht, is dat ongeveer 2000-2500 Kcal, deze activiteit zorgt ervoor dat dit al gauw oploopt naar zo'n 3000 Kcal of meer.
Ook kan je een pakje zogenoemde Hartkeks meenemen. Dat zijn een soort noodbiscuits, keihard en niet door iedereen gewaardeerd, maar een paar van die kaken geven je de 'brood'nodige energie (1 pakje van 125 gram levert bijna 500 Kcal en ze hebben een hoge voedingswaarde). Een pakje van deze kaken mag ook niet ontbreken bij je noodpakket. Natuurlijk eet je die alleen op in een noodgeval. Je moet er wel veel bij drinken. Uit een onderzoek is gebleken dat mensen die bovennormale inspanningen verrichten (en daaronder vallen ook wandel- en fietstochten, zeker lange afstanden) meestal onderweg onvoldoende eten. Men denkt het tekort wel in te halen bij de avondmaaltijd, maar zo werkt het menselijk lichaam niet. Onregelmatig eten zorgt voor een hogere insuline en cortisolspiegel en de groeihormoonspiegels gaan omlaag. Gevolg is slijtage van de gewrichten, kans op peesblessures en wekenlange vermoeidheid. Het 'bunkeren' bij de avondmaaltijd zorgt alleen voor meer buikvet.
Begin met een goed ontbijt. Daarna elke 60-90 minuten iets kleins (zie ook de lunch als tussendoortje en niet als hoofdmaaltijd) zoals fruit, noten, roggebrood of een goede reep. Eet zoveel mogelijk vers voedsel. Grijp elke kans aan als je een winkel tegenkomt.
Drink per dag drie liter water, plus wat je verliest aan zweet. Bijna iedereen die lichamelijke inspanning verricht heeft gemiddeld 700 ml vocht tekort omdat er te weinig water wordt gedronken. Ga niet uit van geen dorst hebben, hoog in de bergen en bij lage temperatuur heb je vaak geen dorst terwijl je dan eigenlijk meer moet drinken dan normaal. Een tekort betekent dat de spieren minder krachtig zijn, meer spiermassa in plaats van vet voor de energie wordt verbrand wat resulteert in gewricht slijtage.
Zoek geen makkelijke oplossingen. Cafeïne levert geen extra energie. Je spreekt slechts ja eigen energievoorraad versneld aan, waardoor je aan het eind van de middag niet veel meer over hebt. Enkelvoudige suikers (glucose / sucrose) schakelen je normale energietoevoer (adrenaline / vetzuurverbranding) uit, wat ook zorgt voor een dip. Kies je te vaak voor snelle oplossingen, dan maak je tevens je stofwisseling lui.
Een goed drinkmengsel is échte vruchtensap gemengd met water (30:70). Mango, bessen en appelsap zijn een goede keuzes. Voeg daar eventueel een halve theelepel zeezout per liter aan toe. Sportdrankpoeders zijn makkelijker om mee te nemen. Kijk wel of ze op basis van fructose en/of maltodextrine zijn, met isotonische zouten en het liefst nog met taurine erbij. Ben je langdurig intensief bezig, dan ook carnitine. Maak de poeders slapjes aan zodat je geneigd bent om meer i.p.v. minder vocht te drinken. Koolzuur, sucrose en aspartaam pertinent vermijden.

Koken

Pannenset met spiritusbrander.
Gasbrander.

Brander
Dit onderdeel is alleen van toepassing als je meerdaagse tochten maakt, tenzij je bij een dagwandeling onderweg zelf je koffie/thee wilt maken. Vaak is een goede thermosfles dan een lichtere oplossing. De meest lichte oplossing is alleen te koken als de omstandigheden toelaten een vuurtje te maken.

  • Voordeel: Je hoeft geen brander en brandstof (meestal van meer gewicht dan de brander zelf) mee te sjouwen.
  • Nadeel: Vuur maken is niet altijd mogelijk (toegestaan), vooral in natte (koude) omstandigheden kan een vuur maken problemen geven en juist dan heb je behoefte aan iets 'warms'. Je moet geduld hebben te wachten tot het heet genoeg is om op te koken en het is moeilijk regelbaar.

Een éénpitter is meestal wel genoeg als je het systeem hanteert van de slaapzak-hooikist methode. Kook eerst bijvoorbeeld de rijst kort en stop de pan in je slaapzak. Daar stoomt het verder gaar (spaart ook brandstof) en blijft lang warm terwijl je de rest klaarmaakt. Je kan natuurlijk ook uitgaan van éénpansgerechten (soep, stampot, enz.).
Een spiritusbrander werkt heel eenvoudig. De vloeistof zit in een open bakje, dat is afgedekt door een metalen gaasje. De spiritus kan gewoon worden aangestoken zonder ontploffingsgevaar of gevaar voor een steekvlam. Spiritus is wel gevaarlijk als het direct vanuit de fles op een open of smeulend vuur wordt gegoten. Sommige spiritusbranders zijn voorzien van een luchtpompje om de spiritus te vergassen. Deze geven bij een gelijke hoeveelheid verbrand materiaal wat meer energie. Een spiritusvlam geeft geen roet af. Ze zijn zeer licht, een set met pannen weegt tussen de 800 en 1100 gram.
Bij het gebruik van spiritus is voorzichtigheid geboden. De lichtblauwe vlam is in de buitenlucht erg moeilijk te zien. Ook een plas gemorste spiritus zelf is op veel ondergronden als tapijt, kleding, gras of asfalt vrijwel niet te zien. Omdat spiritus oplosbaar is in water kun je spiritusbranden goed blussen met water.
Een gasbrander is een veelgebruikt apparaat en dat is niet voor niets. Licht en gebruiksvriendelijk. Bij het omwisselen van de tankjes moet je wel voorzichtig zijn. Buiten de tent en ver van open vuur. Ze bestaan met schroef- en priktankjes.
Nadeel is wel dat de gaspatronen niet overal verkrijgbaar zijn en dat bij koude omstandigheden de brander laat afweten. Truc is om hem onder in je slaapzak te leggen (met een lap erom om je bed schoon te houden).
Een benzinebrander (vaak ook branders die je kunt 'omschakelen' voor gebruik met diesel en/of andere vloeibare brandstof) zijn echte globetrotter branders. Brandstof is over de hele wereld verkrijgbaar en zelfs bij extreme kou blijven ze het doen. Ook deze zijn klein opvouwbaar en superlicht te verkrijgen.
Benzinebranders zijn niet makkelijk in het gebruik. Je moet eerst met het pompje de fles onder druk brengen (de brandstof moet vergassen) en ook de bediening kan bij ondeskundig gebruik leiden tot rampen. Je zal niet de eerste zijn die de hele tent in de fik zet door een ontstane steekvlam. Gemorste brandstof kan leiden tot ontploffingen en als de brander niet goed afgesteld staat vormt zich roet. Verder moet regelmatig onderhoud worden gepleegd (sproeier), omdat (vooral bij diesel) de boel verstopt.

Pannen
Er zijn verschillende soorten pannen(sets).
Aluminium is licht, maar vervormd snel, krijgt krassen (houten lepel gebruiken) en je kan er geen zurige producten in koken (bijvoorbeeld rabarber).
RVS is wat zwaarder, maar door de techniek om de pannen superdun te maken is dit verschil nihil.
Titanium pannen zijn heel erg licht en sterk, maar ook duur.
Overweeg om niet een hele set te kopen, maar bedenk of je niet toe kan met 1-2 pannen van verschillende grootte. De deksels voor de pannen die bij een set zitten en bedoeld als koekenpan zijn vaak totaal ongeschikt om in te bakken. Er zijn ook lichte speciale koekenpannen, zelfs met anti-aanbaklaag.

Panne?
Pan kwijt, lek of ben een echte lichtgewicht freak? Met een gevorkte dunne tak, waarvan je einden in elkaar vlecht om een ronde vorm te krijgen en een stuk aluminiumfolie waarvan je een kom maakt fabriceer je een pannetje. Ook een (metalen) mok kan als pannetje dienst doen.

Borden, bekers en bestek
De deksels van de pannen kan je als borden gebruiken. Vaak zijn ze vrij klein, maar dan maar een keer meer opscheppen. Doordat ze een opstaande rand hebben kan je ze ook als soepbord gebruiken.
Kies het best voor metalen bekers die je kan gebruiken om een beetje thee/koffie water of een eitje in te koken. je hoeft dat niet die grote kookpan te verwarmen. Ook hier heb je de keus uit materialen die eerder bij de pannen werden genoemd.
Het bestek kan je ook onder de loep nemen. Er bestaan sets, maar een mes heb je vaak sowieso al bij je en er zijn mensen die verder alles zonder vork oplepelen. Ook dit scheelt weer grammetjes.

Slapen

Zelfopblazend matrasje.
Slaapzak (mummiemodel).

Rusten is belangrijk bij lichamelijk inspannende bezigheden als lopen of fietsen. Zelfs als je een keer 'je dag' niet hebt kan je na een goede nachtrust weer alles van de andere kant bekijken. Belangrijk is dat je voldoende warm en droog slaapt.
Als je door en door nat bent geregend maak je als dat kan een kop warm drinken (bouillon?) en je kruipt in je slaapzak. Doe voor de zekerheid je slaapzak in een vuilniszak in je rugzak zodat je er zeker van bent dat die droog blijft. Als het niet regent, hang dan de zak tijdens een rustperiode te luchten zodat je lichaamsvocht eruit kan.

Slaapmatje
Kies een goed slaapmatje. Een luchtbed lijkt misschien lekker (dik), maar is loeizwaar en helemaal niet isolerend omdat je lichaam eerst alle, in het bed aanwezige, lucht moet opwarmen en ook snel weer naar onderen afgeeft. Wel lekker zacht misschien, maar ook koud.
Beter is een schuimmatje te nemen die wel wat hard liggen, maar uitstekend isoleren. Wel een grote rol die meestal aan de buitenkant van de rugzak wordt bevestigd.
Een tussenoplossing is een zelfopblazend luchtmatje (zie foto). Klein, en licht en door het vorm herstellende schuim zit er maar weinig lucht in zodat ze uitstekend isoleren. Verkrijgbaar in verschillende diktes, breedte- en lengtematen. Een kort matrasje (± 1,20 mtr) werkt overigens prima. je hoofd ligt op een kussen of opgerolde kleding, van schouders tot en met heupen lig je op het matje en onder je (onder)benen leg je bijvoorbeeld je regenjack.

Slaap- en lakenzak
Ik zweer bij mijn handgemaakte donzen slaapzak, licht en zeer klein oprolbaar, besteld in precies de goede lengte (waardoor ik er ook nog in kan wegkruipen, smal toelopend bij de voeten (gewicht) en daar met extra vulling omdat ik een koukleum ben. Door de tweedelige rits kan ik hem van onderen openen als het warm is.
Maar dat is persoonlijk. Er zijn ook goede synthetische slaapzakken (sommige mensen zijn allergisch voor dons) in allerlei vormen. Het mummie model heeft een taps toelopen voet, dat is warmer (minder lucht in de zak) en lichter. Soms is er ook een capuchon aangezet (al dan niet afneembaar) en bestaat de mogelijkheid de zak boven je schouders te sluiten.
Als je met z'n tweeën bent het geen probleem vindt bij elkaar te kruipen (warmer), kan je beter één slaapzak opengeritst bevestigen aan een fleecedeken die je als onderdeken gebruikt. Omdat de onderzijde van een slaapzak wordt platgedrukt door je lichaam verschuift de inhoud altijd wat, waardoor de isolatie daar minder wordt. Bij een fleecedeken heb je dat probleem niet.
Een lakenzak (een zijden zak is heel klein en superlicht) beschermt je slaapzak tegen vuil en is ook nog eens warmer. Een lakenzak spoel je wat makkelijker uit dan een dikke slaapzak en is ook snel weer droog. Uitgespannen met behulp van je loopstokken kun je er ook een heerlijk middagtukje onder doen in de brandende zon.

Kussen
Een gewoon kussen is natuurlijk te volumineus bij trektochten. Er bestaan speciale kleine (donzen of opblaasbare) kussentjes, maar de echte lichtgewicht aanhanger gebruikte gewoon een opgerolde trui. Je kan ook alleen een sloop meenemen en daar je kleding instoppen.

Pyjama
Probeer altijd te combineren en creatief te zijn om je mee te nemen spullen voor meer doelen te gebruiken. Bijvoorbeeld een (lang) reserve T-shirt als nachthemd of speciale lange onderkleding die je bij kou aantrekt en ook als nachtkleding kan gebruiken.

Toiletartikelen

De beautycase moet je maar thuis laten bij dit soort activiteiten. Verder valt hierover niet veel uit te leggen omdat het persoonlijk is wat je denkt te moeten meenemen. Maak een weloverwogen keuze (zie de paklijsten in het betreffende hoofdstuk). Probeer zo licht mogelijk te werken door bijvoorbeeld een kleine, dunne handdoek uit te zoeken, een afgepaste hoeveelheid tandpasta (te bewaren bij thuisgebruik), vul kleine lichte plastic flesjes met shampoo e.d. en laat alles weg wat je niet perse nodig hebt.

Diversen

Ook hiervoor word je verwezen naar de paklijsten. De een zal een dik boek willen meesjouwen de ander wil liever een verrekijker. Zeer aan te raden (zeker bij bergwandelen zijn wandelstokken. Ze ontlasten voor een groot deel je lichaamsinspanning of zoals Bever Zwerfsport[5] in de catalogus schrijft:
Een berggeit heeft achter twee stevige poten en voor twee lichte dunne poten. Hij staat dus met vier poten op de grond en heeft daardoor een geweldige grip. Berggeiten komen zelfs op plekken waar wij als mens alleen maar van kunnen dromen. Met een stel wandelstokken kunnen we als mens deze berggeiten redelijk imiteren. Met stokken kan je veel meer kracht zetten bij het stijgen waardoor dat makkelijker wordt en bij het afdalen kan je jezelf beter tegenhouden zodat je niet naar beneden valt. Een heel ander soort stokken zijn de Nordic Walkingstokken. Deze stokken zijn bedoelt om op vlakkere ondergronden te gebruiken. Nordic Walken is een vorm van wandelen waar je bijna alle spieren in je lichaam mee gebruikt. Het is dus een bijzonder goede manier van bewegen. Stokken zijn er in alle soorten en maten, en voor iedere activiteit zijn er bepaalde eigenschappen die goed zijn of juist niet. Het is dus belangrijk om de juiste keuze te maken.

Voetnoten

This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.