< Schaken

Dekken

Wanneer je één van je stukken zo verplaatst dat het naar een veld kijkt dat wordt bezet door een van je eigen andere stukken, zeg je dat het dat andere stuk dekt. Wanneer je tegenstander het gedekte stuk vervolgens slaat, kun jij met het dekkende stuk terugslaan.

Batterij

Twee stukken van een speler die dezelfde lijn, rij of diagonaal beheersen, vormen een batterij. Voorbeelden zijn twee torens die achter elkaar staan op dezelfde lijn, en een loper met een dame op dezelfde diagonaal. Met een goed geplaatste batterij kan druk worden uitgeoefend, wat kan leiden tot materiaalwinst, positioneel voordeel, combinaties of het binnendringen van de stelling van de tegenstander.

Een drievoudige batterij kan worden gevormd met de dame en beide torens. Vaak is die het sterkst als de dame in het midden staat. Is zo'n batterij op de koningsstelling van de tegenstander gericht, dan kan soms de voorste toren worden geofferd, waarna de dame mat geeft.

Ruil

Bij een ruil wordt er over en weer materiaal geslagen. In vrijwel elke schaakpartij wordt er geruild. Het komt voor dat uiteindelijk alleen de kale koningen op het bord overblijven. Vaak is een ruil echter voor een van de spelers gunstig, en voor de ander ongunstig. Belangrijk bij een ruil is alleen wat er na de ruil op het bord staat, niet wat er geslagen is. Geslagen stukken doen immers niet meer mee.

Voordelen die door een ruil kunnen worden bereikt zijn onder meer:

  • een voorsprong in materiaal, als de waarde van de geruilde stukken niet gelijk is;
  • een vereenvoudiging, waardoor het gemakkelijker is om een voordeel in winst om te zetten, of juist om bij een achterstand toch remise te maken;
  • een aanval afslaan;
  • een verdediger verwijderen;
  • stukken overhouden die in de gegeven stelling goed uit de voeten kunnen;
  • ruimte creëren om te manoeuvreren;
  • het opheffen van een zwakte in de eigen pionnenstructuur, of het verzwakken van de pionnenstructuur van de tegenstander.

Vork

Soms kan een stuk twee vijandelijke stukken tegelijk aanvallen. Dit noem je een vork. Alle stukken kunnen een vork geven, zelfs pionnen, maar paarden zijn hierom berucht.

Familieschaak

8
7
6
5
4
3
2
1
a b c d e f g h
Familieschaak

Een vork waarbij de vijandelijke koning wordt aanvallen, is vaak erg krachtig. Je tegenstander moet zijn koning in veiligheid brengen en kan dan meestal niet het andere stuk redden. Een paardvork aan koning en dame (of ook wel een ander stuk) wordt een familieschaak genoemd. In het diagram zie je dat het witte paard op f7 niet alleen de koning, maar ook de dame aanvalt. De zwarte koning staat schaak, die moet nu naar g8. En dan kan het paard de dame slaan.

Penning

8
7
6
5
4
3
2
1
a b c d e f g h
Het witte paard is gepend door de zwarte loper

Een stuk is gepend als het zich niet kan bewegen omdat het dan een belangrijker stuk erachter aan een aanval zou blootstellen.

In het diagram staat het witte paard op c3 gepend door de zwarte loper op b4. Het paard kan niet bewegen, omdat dan de witte koning op e1 schaak zou komen te staan. Dit is een absolute penning. De witte pion op e4 wordt zo niet meer door het paard verdedigd en dreigt te worden geslagen.

Bij een relatieve penning is het niet de koning, maar een ander waardevol stuk dat zou worden aangevallen als het gepende stuk opzij gaat, zoals een dame of een toren. Het kan dan voorkomen dat het toch voordelig is om met het gepende stuk te spelen.

Röntgenaanval

8
7
6
5
4
3
2
1
a b c d e f g h
Röntgenaanval

Een röntgenaanval is in zekere zin het omgekeerde van een penning. Hier is het aangevallen stuk zo belangrijk dat het wel opzij moet, waardoor het stuk erachter in gevaar komt. In het diagram staat de zwarte koning op d7 ongelukkig voor zijn dame op d8 geplaatst. Wit zet een van zijn torens op d1, met schaak. De zwarte koning moet van de d-lijn, waarna wit op d8 de zwarte dame kan slaan.

Aftrekschaak

Een aftrekschaak is een aanval op de vijandelijke koning door een stuk achter het stuk waar je mee zet. De kracht van een aftrekschaak is dat gelijktijdig twee doelen kunnen worden aangevallen. Hetzelfde geldt trouwens als het niet de koning, maar een ander stuk is dat op die manier in het zicht komt.

8
7
6
5
4
3
2
1
a b c d e f g h
Als wit het paard speelt geeft de loper schaak
8
7
6
5
4
3
2
1
a b c d e f g h
en verovert het paard een toren!


Offer

Een offer is het geven van materiaal in ruil voor iets anders. Dat kan bijvoorbeeld het matzetten van de vijandelijke koning zijn, of het afdwingen van remise, maar ook positionele compensatie.

In de openingsfase wordt soms een pion cadeau gedaan voor een snellere ontwikkeling van de stukken. Dat heet een gambiet. In het middenspel komt regelmatig een offer van de kwaliteit voor, dat is een ruil van een toren tegen een loper of een paard, liefst dan wel met een pionnetje erbij. De compensatie bestaat bijvoorbeeld uit het ontwrichten van de pionnenstructuur van de tegenstander, of juist het versterken van het eigen pionnenfront. In het eindspel kan het gebeuren dat je door een stuk te offeren bereikt dat een van je pionnen kan doorlopen om te promoveren.

In het onderstaande voorbeeld gaat het om een matcombinatie.

8
7
6
5
4
3
2
1
a b c d e f g h
Zwart offert de dame
8
7
6
5
4
3
2
1
a b c d e f g h
en zet mat!

In het linker diagram offert zwart verrassend zijn dame met 1...Db6-g1+. Wit heeft geen keus en moet slaan met zijn toren om het schaak op te heffen: 2. Tf1xg1. Maar dan bewaakt zijn toren het veld f2 niet meer, en is tegelijk zijn koning ingesloten. Zwart profiteert met 2...Ph3-f2#. Dit matbeeld (zie het rechter diagram) heet heel toepasselijk een stikmat.

Tussenzet

8
7
6
5
4
3
2
1
a b c d e f g h
Na 1...f2 lijkt nog een redding mogelijk
8
7
6
5
4
3
2
1
a b c d e f g h
Maar na 2... Lb1! is wit verloren

Een tussenzet is een zet die onverwachts wordt gemaakt in het midden van logisch lijkende serie zetten, waardoor de uitkomst opeens heel anders wordt.

In een partij Borisenkov-Mezenev speelde zwart in het linker diagram 1...f3-f2, met de dreiging om te promoveren. Wit dacht zich te redden met 2.Tg3-g8, omdat na 2...f2-f1D? door de röntgenaanval 3.Tg8-f8+ de nieuwe dame meteen zou sneuvelen. Maar na de tussenzet 2...La2-b1! moest wit zich gewonnen geven. Op 3.Tg8-f8+ komt natuurlijk 3...Lb1-f5, maar pas echt vervelend is dat de zwarte pion na 3.Kb2xb1 opeens met schaak promoveert...


Deze pagina is vrijgegeven onder de GNU Free Documentation License (GFDL) en nog niet onder CC-BY-SA. Klik hier voor meer informatie.
This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.