< Oudgrieks < Blok 1

--Inleiding--


--Basiscursus--

  1. Inleiding
  2. Een korte geschiedenis
    1. De Donkere Eeuwen
    2. Een bloei van beschaving
    3. Oorlogen en conflicten
    4. De Klassieke Periode
    5. Alexander de Grote en de Hellenistische Periode
  3. Blok 1
  4. Blok 2
  5. Blok 3
  6. Blok 4
  7. Blok 5
  8. Blok 6
  9. Samenvatting
  10. Afsluiting


--Taaloverzicht--

  1. Klankleer
    1. Alfabet
  2. Vormleer
    1. Lidwoorden
    2. Zelfstandige naamwoorden
    3. Adjectieven
    4. Bijvoeglijke naamwoorden
    5. Werkwoorden
    6. Voornaamwoorden
    7. Bijwoorden
    8. Telwoorden
  3. Syntaxis
    1. De zin


--Woordenlijst--



WSBN nl-4-42-422-00001

Hier zie je links de Oud-Griekse tweeklank staan en rechts hoe je de tweeklank in het Nederlands uitspreekt.

1.αιai
2.οιoi
3.ειei
4.αυau
5.ευui
6.ουoe

Sommige klinkers vormen, als deze naast elkaar in een zin staan, een tweeklank. Dit hoeft niet altijd, bij werkwoorden gebeurt dit soms niet om zo de uitgang en de stam van elkaar te scheiden. Ook bij zelfstandige naamwoorden hoeft dit niet per se te gebeuren om de stam en uitgang van elkaar te scheiden.

← Blok 1/Het alfabet || Blok 1/Het alfabet/Accenten || Blok 1/Het alfabet/Accenten →
This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.