< Nieuwgrieks

Het Grieks kent 5 naamvallen:

naamval Latijnse naam Griekse naam
1eNominativusη ονομαστική
2eGenitivusη γενική
3eDativusη δοτική
4eAccusativusη αιτιατική
5eVocativusη κλητική

Substantieven, adjectieven en voornaamwoorden kunnen over het algemeen verbogen worden en hebben dan in de verschillende naamvallen verschillende uitgangen.

Nominativus

De 1e naamval wordt gebruikt voor het onderwerp van een zin en voor het naamwoordelijk deel van het gezegde.

  η μητέρα μαγειρεύει de moeder kookt
 ο Πέτρος είναι έξυπνοςPetros is slim
Genitivus

De 2e naamval wordt over het algemeen gebruikt om de bezitter aan te geven van het woord waarop de woorden die in de genitivus staan, betrekking hebben.

De 2e naamval wordt ook gebruikt voor het meewerkend voorwerp indien dat door een persoonlijk voornaamwoord wordt aangegeven.

Verder zijn er enkele voorzetsels die door de 2e naamval worden gevolgd.

  το σπίτι του γιατρού het huis van de dokter
 μου δίνει το βιβλίοhij geeft mij het boek
 ένα φάρμακο κατά του πονοκεφάλουeen medicijn tegen de hoofdpijn
Dativus

De 3e naamval komt alleen nog in een aantal oude vaste uitdrukkingen voor.

  δεκά τοις εκατό 10 %
Accusativus

De 4e naamval wordt gebruikt voor het lijdend voorwerp van een zin.

De 4e naamval wordt ook gebruikt voor tijd- en datumaanduidingen.

Verder worden de meeste voorzetsels gevolgd door de 4e naamval.

  ο Γιώργος χαϊδεύει το σκύλο Giorgos aait de hond
 θα πάω την επόμενη εβδομάδαik ga volgende week
 το πιάτο στο τραπέζιhet bord op de tafel
Vocativus

De 5e naamval wordt gebruikt voor het lijdend voowerp indien het werkwoord in de gebiedende wijs staat.

  Αλέξανδρε, έλα δω Alexander, kom hier

>> Nieuwgrieks >> Naamvallen

This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.