økt

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /œkt/
Woordafbreking
  • økt
Woordherkomst en -opbouw
  • Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Noorse werkwoord øke
  • Zelfstandig naamwoord: afkomstig van het Oudnoorse woord eykt
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud økt
o enkelvoud økt
meervoud økte
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
økte

Bijvoeglijk naamwoord

økt

  1. gegroeid, toegenomen
Schrijfwijzen

Werkwoord

økt

  1. voltooid deelwoord van øke
Schrijfwijzen
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   økt     m: økten
v: økta  
  økter     øktene  
genitief   økts     m: øktens
v: øktas  
  økters     øktenes  

Zelfstandig naamwoord

økt, m / v

  1. werktijd tussen twee maaltijden of pauzes, werkperiode
  1. «De trente én økt om formiddagen og én om ettermiddagen.»
    Ze trainden één trainingsperiode 's ochtends en één 's middags.
Afgeleide begrippen
  • morgenøkt
  • middagsøkt
  • kveldsøkt


Nynorsk

Woordafbreking
  • økt
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /œkt/
Woordafbreking
  • økt
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord eykt
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   økt     økta     økter     øktene  

Zelfstandig naamwoord

økt, v

  1. werktijd tussen twee maaltijden of pauzes, werkperiode
Afgeleide begrippen
  • middagsøkt
  • kveldsøkt
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.