zwerk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwerk
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘hemel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord zwerk -
verkleinwoord zwerkje -

Zelfstandig naamwoord

zwerk o

  1. drijvende wolken
    • Het zwerk kwam naar onze richting. 
  1. uitspansel, hemel
    • Vanaf de Eiffeltoren heeft men een goed uitzicht op het zwerk. 

Gangbaarheid

  • Het woord zwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
61 %van de Nederlanders;
51 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.