zwerk
Nederlands
Woordafbreking
- zwerk
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘hemel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwerk | - |
verkleinwoord | zwerkje | - |
Zelfstandig naamwoord
zwerk o
- drijvende wolken
- Het zwerk kwam naar onze richting.
- uitspansel, hemel
- Vanaf de Eiffeltoren heeft men een goed uitzicht op het zwerk.
Gangbaarheid
- Het woord zwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zwerk' herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.