zwelg
Nederlands
Woordafbreking
- zwelg
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zwelgen |
zwelg
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwelgen
- Ik zwelg.
- gebiedende wijs van zwelgen
- Zwelg!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwelgen
- Zwelg je?
Gangbaarheid
- Het woord zwelg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zwelg' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.