zweeg
Nederlands
Woordafbreking
- zweeg
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zwijgen |
zweeg
- enkelvoud verleden tijd van zwijgen
- Ik zweeg.
- Jij zweeg.
- Hij, zij, het zweeg.
- Ik zweeg.
Gangbaarheid
- Het woord zweeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zweeg' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.