zwartepieten
Nederlands
Woordafbreking
- zwar·te·pie·ten
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kaartspel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1898 [1]
- samenstelling van zwarte en pieten [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zwartepieten |
zwartepiette |
gezwartepiet |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
zwartepieten
- inergatief het kaartspel spelen waarbij schoppenboer zwartepiet heet en de meeste strafpunten oplevert
- Toen ze aan het zwartepieten waren, vergaten ze even de tijd.
- inergatief voortdurend elkaar de schuld proberen te geven
- Zit toch niet telkens te zwartepieten, jullie twee!
Gangbaarheid
- Het woord zwartepieten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zwartepieten' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.