zwaait af
Nederlands
Woordafbreking
- zwaait af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afzwaaien |
zwaait af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzwaaien
- Jij zwaait af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzwaaien
- Hij zwaait af.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van afzwaaien
- Zwaait af!
Gangbaarheid
- Het woord zwaait af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.