zuig uit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zuig uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitzuigen

zuig uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzuigen
    • Ik zuig uit. 
  2. gebiedende wijs van uitzuigen
    • Zuig uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzuigen
    • Zuig je uit? 

Gangbaarheid

  • Het woord zuig uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.